voltooid?

Het geheim van het definitieve afscheid

Wanneer de vrees verdwenen is…..

Niemand weet wat leven is

alleen dat het gegeven is

en dat van dit geheimenis

God het begin en einde is.

Wat moet je met zo’n tekst? Ze is geschreven door de Huub Oosterhuis, die tal van kerkelijke gedichten en liederen op zijn naam heeft staan.

De woorden staan op de cover van een rouwbrief, waarin het overlijden van een goede kennis met wie we als bejaarden de laatste decennia regelmatig contact hadden, wordt vermeld.

Hij was een pater familias, die de kerk trouw was gebleven.

Dat kon van al zijn kinderen en kleinkinderen niet gezegd worden, die vooraan zaten in de uit de middeleeuwen daterende dorpskerk, waar de dankdienst voor zijn leven werd gehouden.

Wat doe je met deze tekst?

In dit laatste uur voor de crematie in de kerkdienst cirkelde het ook om dit gedicht.

Daags na dit definitieve afscheid van iemand met wie je veel goede contacten mocht hebben staat in het dagblad Trouw een ingezonden brief, waarvan het begin de vier regels van Oosterhuis zijn.

Het leven is ten diepste iets, waarover we zelf niets te zeggen hebben, aldus de briefschrijver.

Dat is ook zo, schrijft hij verder “als we met God niet zoveel hebben”.

De brief was een instemmende reactie op een ingezonden stuk in dezelfde krant van de vroegere huisarts Peter van Rijn, die reageert op het wetsvoorstel van D’66 toe te staan een eind aan je leven te maken als je het als voltooid beschouwt. Boven de leeftijd van 75 jaar zou je dat recht krijgen.

De huisarts in ruste waarschuwt voor het gevaar, dat men elkaar de dood opdringt.

De mens heeft de vrijheid voor zijn dood te kiezen. Van Rijn vraagt zich hoe groot de vrijheid van deze keuze zal zijn:

„Is er geen massapsychose aan het ontstaan, waarbij mensen het elkaar bijna opdringen onder het motto -Is jouw leven eigenlijk niet voltooid?-. Word je er niet op aangekeken als je blijft voortleven?…”

De discussie over het hoe, het waarom van en over het recht op het sterven is ontbrand.

Eveneens in Trouw geeft Machiel van den Berg uit Zoetermeer een fikse politieke draai aan zijn brief en constateer, dat als het plan van D’66 doorgaat van

“samenleving een samendoding te maken” geen enkel leven meer veilig zou zijn.

Het hek is van de dam.

Gewezen huisarts Van Rijn mag dan zijn verhaal van verontrusting geplaatst zien in Trouw, het artikel van de fractieleider van de SGP in de Tweede Kamer Kees van der Staaij over het sterven in Nederland bereikte de kolommen van The Wall Street Journal, één van de grootste kranten van de Verenigde Staten.

Van der Staaij heeft het geweten. In de late babbelrubriek van de KRO/NCRV-televisie moest hij zich tegenover Jinek verantwoorden. Dat ging nog in alle redelijkheid. Maar in Trouw van dezelfde dag viel de schrijver Jamalm Ouaraiachi als reservecolumnist in vakantietijd in. Hij ging onder de kop Onchristelijk te keer tegen de voorman van de Staatkundige Gereformeerde Partij.

Hij wees op de redenering dat Van der Staaij het liever zou hebben dat iemand zijn pols doorsnijdt of voor de trein springt dan dat diegene een beschaafd pilletje zou krijgen om er een einde aan te maken.

Volgens Ouaraiachi kiest Van der Staaij ervoor zijn naasten te laten lijden.

Hij noemt dat ziek, onsympathiek en ‚buitengewoon onchristelijk’ ,hiermee bewijzend hoezeer hij zich een Nederlandse manier van discussiëren heeft toegeëigend.

Zo kan het gaan in deze discussie.

Het mag duidelijk zijn de ChristenUnie en het CDA met de aan de zijlijn staande SGP hebben het in het publieke en politieke debat gedaan, hoewel dat voor geen komma is gebleken uit de formatiebesprekingen. Deze partijen zijn de boosdoeners, die de mensen niet de kans geven vrij te wille sterven.

Max Pam, ooit eens uitgeroepen tot de beste columnist van het land, schrijft in De Volkskrant te hopen dat de formatiepoging van VVD,CDA, D66 en ChristenUnie jammerlijk mislukt. Het is hem veel te christelijk met het CDA en de ChristenUnie en „met een VVD-premier, die voor 51 procent gelooft in iets wat hervormd wordt genoemd.” Auteur Pam begrijpt niet wat Pechtold daar te halen heeft en vervolgt zijn geschrijf met: „Voor je het weet, stuurt zo’n kabinet straks toch weer een zemelaar naar je doodsbed om je te laten weten, dat je nog een tijdje door moet.”

Zo wordt alles wat gelooft en niet gelooft op één hoop geworpen.

Je wordt voor zemelaar (Pam) uitgemaakt of als buitengewoon onchristelijk (Ouaraiachi) als je aan een sterfbed troost tracht te brengen en vervolgens in de bubbel van gelovigen gestopt, onverschillig of je veel of weinig met God hebt.

Terwijl de vroegere huisarts Van Rijn wijst op de angst die je kan besluipen wanneer je 75 jaar of ouder bent geworden en de aandrang voelt, dat je het wel gehad kan hebben.

Het zou genoeg zijn geweest.

Niemand weet wat het leven is

alleen dat er een begin en einde is

en bij dit geheimenis

de vrees verdwenen is.

(Met dank aan Oosterhuis)

Hoe dan ook,

dat is

wat in de Dorpskerk

ons door de overledene

gegeven is.

Bert de Jong.

Terug naar Weerwater >>>>>>> Home