Zorg

Een dementerende maatschappij?

De wolken van zorg

verdichten zich

Pas op je tellen!

Hoe ouder je wordt, hoe meer je op

je tellen moet letten.

De wolken van zorg die je omgeven worden met het klimmen van de jaren dichter.

Daar heb ik in den regel geen of weinig bezwaar tegen. Ik struikelde voor het Centraal Station van Amsterdam. Het was in de periode, dat daar de boel ernstig overhoop lag en en je elke stap wel overwogen moest nemen. Ik lag plat op de stoep en binnen een paar seconden rustten vier bezorgde blikken op me en werd hardop gevraagd of „het een beetje ging”.

Op zo’n moment moet je goed bij je positieven zijn en laten blijken dat je nog springlevend bent en proberen op eigen kracht zo snel mogelijk weer te gaan staan. Dat is de juiste manier om te voorkomen, dat er ongevraagd jassen over je heen worden gelegd en men op de mobieltjes 112 begint te tikken met als gevolg dat je binnen de kortste keren naar een ziekenhuis wordt vervoerd.

Weer overbodige zorg af.

Ernstiger was wat me onlangs overkwam aan het eind van een fietstocht over de Utrechtse Heuvelrug met een klasgenoot van zeventig jaar geleden. Tachtigers dus in actie.

Tevreden peddelden we voort, elkaar prijzend dat we dit toch maar konden doen en elkaar vermanend dat we voorzichtig moesten doen.

Helaas. Niet ver van het station zwenkte hij plotseling naar links. Ik was niet alert genoeg, raakte zijn wiel en viel. Ik zat op een vreemde fiets en maakte een nare smak.

De zorg omringde ons weer snel. Drie om me heen. „Gaat het een beetje?” Het lukte snel weer op de been te zijn.

Pijnlijk, maar pas achteraf, was dat in mijn spijkerbroek een scheur was ontstaan ter hoogte van mijn knie.

In de trein naar huis trok ik sterk de aandacht. Er waren meer passagiers en met name jonge vrouwelijke, die een blote knie lieten zien door een modieuze scheur in haar spijkerbroeken.

Naarmate de rit vorderde voelde ik mee steeds meer verdacht als een soort oude geile gek, die ook zo nodig aandacht wilde trekken. Die man moest geestelijk niet normaal zijn.

Weer een oorzaak van problemen. Het liep goed af. De mobieltjes werden weliswaar als steeds in de trein alom gehanteerd, maar er werd geen 112 getikt.

Veilig thuisgekomen.

Zonder spoedopname.

Toch, voor je er erg in hebt, zit je er tussen.

Het is geraden nog meer op je qui vive te zijn.

De overheid gaat zich er mee bemoeien. Staatssecretaris Van Rijn van volksgezondheid stelt zestien miljoen euro beschikbaar om personeel achter de kassa’s, conducteurs en buschauffeurs, bankmedewerkers en wie al niet te trainen in hun omgang met de vergrijzende bevolking. Dat is hard nodig, meent hij, want het aantal dementerende verdubbelt in de komende jaren.

Aldus het argument van de bewindsman. Er zijn ouderen, die in de bus blijven zitten en het komt ook voor, dat men in de supermarkt vergeet te betalen als men een broodje heeft gekocht. Aldus de schrikbarende voorbeelden van de bestuurder.

Voortaan zal daar beter op gelet worden. Het geld is er.

Het is niet moeilijk het lijstje aan te vullen. Je kunt na de laatste halte in de bus blijven zitten als de chauffeur vergeet te waarschuwen. In de verkeerde trein stappen kan ook niet. Of het station, waar je moet uitstappen aan je neus voorbij laten gaan en je in een tramhalte vergissen, wekken argwaan op. En waag het niet bij het pinnen je een cijfertje te vergissen of te zeggen, dat je de code bent vergeten. En het kentekennummer van je auto dien je ook uit het hoofd te weten.

Praat me verder niet van het gedoe bij het betalen. Het liefst pin ik , omdat het zoeken van wisselgeld uit de portemonnee veel tijd kost en altijd achter de kassa wordt gevraagd of ik niet kleiner kan betalen.

Dikwijls doen ze alsof je voor het eerst van je leven pint, terwijl je het hele proces van de revolutionaire automatisering in je werkperiode hebt beleefd.

Al die overdreven zorg doet me denken aan het formulier, dat ik als vijftiger zo’n dertig jaar geleden in huis kreeg van een door de overheid gesubsidieerde zorgsinstelling met de vraag of ik nog in staat was de om de hoek liggende bushalte te bereiken.

De staatssecretaris stelt zestien miljoen euro beschikbaar om de mensen te trainen in het waarnemen van dementerenden en te leren hoe met hen te handelen. Reeds eerder had hij 32,5 miljoen euro voor onderzoek en voorkomen van deze ziekte.

Dat er meer geld wordt besteed aan een ziekte, waaraan u circa 250.000 personen lijden (het zouden er in 2050 liefst 400.000 zijn) spreekt meer dan vanzelf. Maar dat er speciaal gedacht is aan speciale training van conducteurs, personeel aan de kassa’s, buschauffeurs en anderen, die dikwijls in het algemeen zelf al een training behoeven in de dagelijkse omgang, is merkwaardig.

Het is nog meer op je tellen passen.

De wolk van omringende zorg wordt dichter.

De gedachte bekruipt me, dat de maatschappij dementerend is.

Mogelijk is dit wat fobie-achtig geschrijf voor de straks getrainden al een veeg teken.

Oppassen.

Blijf bedacht.

Bert de Jong.