Passion

Toch de Mattheus

Over de Van Bearlestraat in Amsterdam schalt muziek: ‘O Mensch, bewein dein Sünde grosz”. De straat, of liever boulevard, is er vol van. Ik sta op het trottoir voor het Concertgebouw te wachten.

Amsterdam is vol van verrassingen. Ik draai me om en kijk naar de grote neoklassieke gevel en speur naar speakers, die ergens verborgen moeten zijn gemonteerd. De muziek komt uit het gebouw. Dat kan niet anders.

De geluidsweergave van dit koraal uit de Mathheus Passion is uitstekend, alsof ik binnen in de grote zaal zit te luisteren.

De drang om er toch iets aan te doen, was onweerstaanbaar geweest. Thuis speurde ik op internet de uitvoeringen van de Mattheus Passion van Bach af, die nog op de programma’s stonden. Hier en daar was er nog een afzonderlijke stoel beschikbaar, dikwijls op een plaats met slecht of helemaal geen zicht op het podium. Het oog wil toch ook wat. Zo’n stoel voor een allereenzaamste ziel (om in te haken op het filosofische thema van deze maand) zal in de heersende manie ook nog wel bezet worden, maar niet door mij. Voor mij nergens meer twee plaatsen naast elkaar.

‘O mensch bewein dein Sünde grosz”. Ja zeker, maar is het niet sterk overdreven deze luidruchtige reclame, hoe fraai ook, alsof alles overstemd moet worden in een winkelcentrum, maar te laten deinen. Terwijl alles uitverkocht is en plaatsen voor de Mattheus voor volgend jaar al weer besproken werden.

De weergave is perfect. ‘ O Mensch…” Het echoot van de gevel af.

Ik kijk weer naar de file voor het rode verkeerslicht. Recht voor me staat een bak, van een auto waaruit je, zoals dikwijls, alleen het dreunende bunk en bunk en bunk kan verwachten.

Het licht springt eindelijk op groen. De file trekt op.

De Sünde golft weg.

Achter me het Concertgebouw weer stil en onbewogen. Ik blijf verwonderd en heb het gevoel toch nog de Mathheus gehoord te hebben.

Bert de Jong