Kranten en meningen



Kranten brengen meer meningen dan feiten. Deze stelling is niet van mij, maar van mijn oud-collega Adri Vermaat. Ik ben het helemaal met hem eens.

Dat overmatig ventileren van meningen noemt Vermaat „een zorgelijke ontwikkeling” voor het dagblad Trouw en voor de kranten in het algemeen.


Hij heeft een verklaring hoe de feiten, waarom het in het nieuws gaat in gedrang zijn gekomen. Op het circus van de sociale media wémelt het namelijk van meningen en wordt bovendien het nieuws snel verspreid.


Als de krant gedrukt is, is het nieuws dikwijls al oud. Er is een ernstig ongeluk gebeurd met vijf doden. Wat doen de redacties? Ze plakken er een stuk over heen om te vermelden hoe het gesteld is met de verkeersveiligheid.

Dat is wel duidelijk intussen hoe onveilig het op de weg kan zijn. Maar nee, men belt een hoogleraar op of een andere hoogopgeleide, die zijn voor de hand liggende visie in de krant uiteenzet. Al weer een mening, die nu als feit wordt vermeld.

„Het wémelt ervan in de kranten”, zegt Vermaat.

En in de nieuwsuitzendingen op de televisie, vul ik aan.


Wat Adri Vermaat beweert, is mij uit het hart gegrepen.


Oud-collega Adri Vermaat kan met gezag praten over de gang van zaken in de journalistiek, die hij verontrustend noemt. Na een lange carrière bij Trouw en tot slot bijna vier jaar als ombudsman bij deze krant neemt hij 15 oktober afscheid van de journalistiek.


Voor „De Nieuwe Reporter” een gerede aanleiding hem te interviewen. Deze digitale uitgave heeft als doel de discussies over en onderzoek naar de invloed van de nieuwe media en de sociaal culturele ontwikkelingen op de journalistiek te stimuleren.


In zijn laatste jaren was AdrI Vermaat de ombudsman van de krant bij wie de lezers met hun klachten over de inhoud terecht konden. Aan zijn opvolger Edwin Kreulen geeft hij in het interview het volgende advies:

„Laat de lezer nooit in de steek, al heeft hij ongelijk.”


Wekelijks bracht hij in zijn column verslag uit en gaf hij tekst en uitleg van problemen van de lezers met de krant. Voor hem is het een groot misverstand, dat wat hij schreef ten koste was van zijn collega’s op de krant. Als het moest hield hij ze uit de wind.


Er zijn lezers, die spugen op bepaalde columnisten. Vermaat begrijpt daar weinig van. Opinie is toch gewoon een kwestie van smaak, is zijn relativerende opmerking.


Lezers gaf hij het advies de columns gewoon over te slaan. Je leest de krant toch voor je plezier.

Maar de lezers kunnen zich persoonlijk door de columnist beledigd voelen. Als dat zich herhaalt, is er iets mis. Dat is dan voorgekomen.


Een goede kennis bekende mij als ijverige krantenlezer een radicale oplossing te hebben voor columnisten niet te lezen. Als hij wist, dat ze een gekleurde huid hadden, las hij ze gewoon niet.

We zijn geen discussie begonnen. Ik vertelde hem wel de voorkeur te geven aan gekleurde columnisten omdat ze origineel, direct en helder de Nederlandse taal weten te hanteren.


Terug naar het interview in De Nieuwe Reporter. Vermaat wijst op de werkdruk van der journalist. Men schrijft niet alleen voor de krant van de volgende dag, maar ook voor de site van vandaag.


Hem wordt tot slot gevraagd wat hij zelf nog heeft geleerd in zijn jaren als ombudsman’

Het antwoord van Adri Vermaat :


Als ombudsman kom je los te staan van de redactie waar je eerst onderdeel van was. Ik heb geleerd hoe de redactie reageert op nieuws en nieuwsontwikkelingen. Ik heb gezien hoe de redactie zich uitslooft om het zo goed mogelijk te doen.

De meeste collega’s leggen hun ziel en zaligheid in die krant.


Als je er zelf onderdeel van bent sta je er niet zo bij stil, maar als je het van een afstand bekijkt zie je een mooi fenomeen: zo, de lezers aan de ene kant en de redactie aan de andere kant. Dat samen heeft als product de krant. Aan de oplagecijfers kun je uiteindelijk zien of je het wel of niet goed doet.”

Met de oplagecijfers zit de krant niet slecht.

De redactie heeft het goed gedaan en Adri Vermaat zeker

Bert de Jong