boekenweek

Een Boekenweek met sensatie

De buiteling van

Op de Beeck

en de christelijke

omarming

In de Boekenweek ben ik de boekwinkels voorbij gelopen.

De Boekenweek is een feest op zichzelf. De boekhandel maakt er wat van. Wie voor meer dan 12,50 euro koopt, krijgt het geschenk, een boekwerkje van bij de honderd pagina’s, geschreven door een auteur die naam heeft gemaakt en wat te vertellen en schrijven heeft.

Het is een eer en onderscheiding door de Commissie Propaganda van het Nederlandse boek gevraagd te worden het geschenk te schrijven.

Voor dit jaar viel de keuze op de Vlaamse schrijfster Griet Op de Beeck. Zij heeft enkele goed verkochte boeken op haar naam staan, maar wat zij voor de Commissie schreef, mag een mislukking genoemd worden, gezien wat literaire recensenten over het geschenk „Gezien de feiten” hebben geschreven.

De lol is er van af.

Vandaar mijn koopstaking voor een week.

Het begon zo goed voor Griet Op de Beeck een week tevoren in het dagblad „Trouw” . Het interview ging vooral over haar onthulling voor de televisie, dat ze als kind was misbruikt door haar inmiddels overleden vader. Zij herinnerde zich er niets van maar‚ de waarheid’ kwam bij haar weer naar boven na de psychiatrische behandelingen, die zij onderging.

De afgelopen maanden heeft ze duizenden mails beantwoord van ‚lotgenoten’ die reageerden op wat de schrijfster voor de tv vertelde. „Het leidde tot heftige emoties, maar ze komt nu sterk terug als auteur van het Boekenweekgeschenk”, aldus de inleiding van dit interview.

Het kan veranderen in een krant. Een week later, de eerste dag van de Boekenweek, schrijft JR (waarom deze keer alleen de initialen van de recensent?) dat het in het duister blijft waar het in het boek om te doen is. Op de Beeck blijkt, volgens Trouw, een niet-cynische kijk op het sekstoerisme te hebben.

Ze schreef een tussendoortje, een verhaal, dat weinig oproept.

Ik citeer JR nog even:

„Het aankaarten van een moeilijke stoelgang en uitweiden over vreugdevolle seks maken een verhaal nog niet….”

Het geschenk leest soepel, vult JR aan, maar het breekt je niet echt.

In de literaire wereld wordt een gegeven paard kennelijk wel in de bek gezien.

De anti-toon is in de week voor de Boekenweek gezet door het weekblad „De Groene Amsterdammer.

Het bezwaar van Christiaan Weijts is, dat de personages worden neergezet. Je denkt, dat het nu gaat beginnen, maar aan het slot op pagina 94 zijn de karakters nog precies hetzelfde als op pagina 7.

Het doek valt al, het verhaaltje is uit.

Hij vervolgt wat venijnig: „Griet Op de Beeck zal de komende week in allerlei zaaltjes gaan vertellen dat ze een taboe heeft aangesneden, dat van de bejaarde weduwe die een tweede jeugd krijgt wanneer haar man eindelijk uit de weg is. Dat van de bejaarde weduwe, die gepassioneerde seks heeft met nota bene een donkere man, want zo is het ook nog eens…”

Op de Beeck schreef in een dertien-in-een-dozijn-stijl. Een jury zou zo’n manuscript verveeld opzij schuiven, maar de Commissie koos voor commercieel succesvolle namen als die van Op de Beeck.

Boven de recensie in „Het Parool” staat als kop: Peptalk en tegeltekstenclichés . „Als je ze om de paar pagina’s tegenkomt, beginnen ze je snel tegen te staan.”, aldus de recensent .

In het boek ontdekt de 71-jarige weduwe de echte liefde. Die vindt ze in een onwaarschijnlijke man.

Het conflict in het boek is mager ondanks de wendingen aan het eind van het boek.

„Griet Op de Beeck laat graag zien dat de dingen wel lukken. Dus een 71-jarige vrouw die haar leven omgooit en verliefd wordt op een Afrikaanse man. gaat het voor de wind. Maar geloofwaardig maakt ze dat niet.”

Dit is het oordeel van Thomas de Veen in „NRCHandelsblad”.

De personages van auteur Op de Beeck hebben altijd gelijk. Ook als de rest van de wereld er anders over denkt. Zij laat in haar proza zien dat de dingen wel lukken, zoals in de ‚incestverwerkingsroman’ Het beste wat wij hebben”, wanneer de personages hun lot stevig en succesvol in eigen handen nemen.

Het geschenk wordt steeds onbeholpener geschreven. De verliefdheid blijft een mededeling, verwoord in clichés: „Ze keken naar elkaar, en al wat doodsbleek was kreeg weer een kleur.”

Zo sijpelt het leven weg uit de persona en de geloofwaardigheid uit het verhaal.

De Volkskrant houdt het kort. In kwezeligheid doet Op de Beeck niet onder voor haar personages.

Over het bejaarde verliefde stel:

Ze stapten zomaar op een trein en merkten snel waar ze uitkwamen, op hun leeftijd was dat betaalbaar.”

Arjen Peters begint er van te vloeken. :”Het zal goddomme eens wat kosten!”

Als ze voor de tweede keer met deodorant haar oksels heeft gerold, is Olivia klaar voor een liefdesnacht. Ze verzucht: Iets kunnen doen is zoveel beter dan niks kunnen doen.

De reactie van de recensent: O ja?

Op de Beeck had beter niks kunnen doen.”

Een opvallend en afwijkend geluid is te horen in het Nederlands Dagblad, de krant die in hoofdzaak door de trouwe protestantse kerkgangers wordt gelezen. Rien van den Berg schrijft dat het geschenk van Griet Op den Beeck grappig is en eindeloos triest. Hoe dat elkaar verdraagt, legt hij niet uit. En hoe het bijbelse verhaal van de Emmausgangers te rijmen is met de liefde die ze in haar vakantie vindt bij de vreemdeling is evenmin duidelijk.

De vreemdeling zegt: Kleingelovige mensen. Straalt er dan geen enkel lichtje in deze nacht? Zie je niet dat dit einde een nieuw begin is?

Het christelijk betrokken Nederlands Dagblad vervolgt: „En opeens breekt bij Olivia het inzicht door: ze voelt zich vrij. Opgelucht.

Rien van den Berg haalt er de auteur Jan Siebelink met zijn Knielen op een bed violen nog bij, die door een groot publiek wordt gewaardeerd en steekt Op de Beeck nog verder in de lucht:

Dit boekenweekgeschenk wordt gedragen door vaart, humor en een mooi beeldende stijl. Al vroeg in de novelle kom je scenes tegen waarvan je dan al weet dat ze profetisch zijn.”

Dit halleluja-geroep steekt vreemd af tegen de vernietigende reacties van de andere recensenten.

Literair is de Boekenweek sensationeel te noemen. Door de buiteling van Op de Beeck, die ze moet overleven en de verrassende omarming, die haar niettemin gevalt in de behoudende protestantse regio’s boven de grote rivieren.

Het gaat mijn denken en fantasie ver te boven.

De christelijke boekhandel maakte tal van jaren juist bezwaren tegen het geschenk van de Commissie en vroeg een geestelijk verwante auteur voor de verkoop een eigen geschenk te schrijven.

En nu dit. De omarming van Griet Op de Beeck.

Rien van den Berg is redacteur van het Nederlands Dagblad en tevens predikant. Hij heeft theologie gestudeerd en is dor zijn kerk beroepbaar verklaard.

Afgaande op zijn foto leeft hij nog in de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw.

In tegenstelling de kerkelijke leer en levensstijl in de orthodoxe protestantse kringen staat een recensent als Van den Berg niet onwelwillend tegenover christelijke tekenen en elementen in de lectuur buiten de kerkelijke kringen.

Wellicht heeft Van den Berg te veel gestaard op het refereren aan het bijbelse verhaal over de wandelende Emmausgangers, die de vreemdeling niet herkenden.

Maar in het boekenweekgeschenk valt weinig christelijks te ontdekken.

Ook in zijn eigen krant heeft Van den Berg kunnen lezen, dat de herinnering van seksuele misbruik, die opgeroepen is door psychiatrische therapie, vaak niet betrouwbaar is.

Nee,

de lust

het geschenk

van deze Boekenweek

in ontvangst te nemen,

was er niet.

Bert de Jong.

Terug naar Weerwater >>>>> Home