onvrede

Is de partij belangrijker dan het land?

Een mooi

getuigschrift

voor het Kabinet

Je wrijft je ogen uit. Maar het staat echt in het dagblad Trouw, dat het kabinet, waarvoor niemand een cent gaf, meer heeft bereikt dan zelf de grootste optimist durfde dromen.

Deze bewering is van Lex Oomkes, de politiek commentator van de krant.

Het Kabinet, schrijft hij, heeft een getuigschrift gekregen voor een succesvol beleid sinds het jaar 2012. Dat mooie diploma is de juni-raming van het Centraal Planbureau. Het document houdt een voorspelling in van de economische ontwikkelingen op kortere termijn en geeft het financiële kader aan waarbinnen het kabinet in de zomer de begroting voor het volgende jaar opstelt. De cijfers van dit superbureau zijn gunstig en liegen niet.

Oomkes concludeert:

Het is het Kabinet beter gegaan dan verwacht, dankzij ook de steun van D66.

Helaas maakt al dit goeds weinig indruk. Men windt zich op over niet ter zake doende details als Zwarte Piet, Sylvana Simon of de Mitsubishi Ontlader van Typhoon.

Wie electoraal succes wil behalen speelt in op de heersende angst en wijst op een vijand, die nauw omschreven wordt. Oomkes noemt als voorbeeld de import-Nederlanders die onze waarden op losse schroeven zouden zetten en de benepen Nederlander die niet wil accepteren dat nieuwe groepen Nederlanders hun plaats opeisen.

„Politieke samenwerking en onderlinge compromissen tussen twee ogenschijnlijk onverzoenlijke ideologieën leggen kennelijk geen windeieren. De koopkracht, het overheidstekort, de overheidsschuld, de werkgelegenheid; in vrijwel alle gevallen is de uiteindelijke score beter dan het planbureau in 2012 nog voorspelde. En dat terwijl er in de tussentijd nog eens een bezuinigingspakket van bijna 16 miljard euro bovenop gegooid werd.”

Er heerst alom onvrede. Die zich niet laat afkopen met een degelijk financieel en economisch beleid.

Drie dagen later prijst Hans Goslinga, de columnist in Trouw, die wekelijks een scherpe analyse geeft van de politieke toestand, eveneens het kabinet. Hij graaft dieper en geeft een achtergrond aan van zestig jaar geleden.

De PvdA’er Drees als premier en de KVP’er Romme werkten politiek samen omdat zij op een vaste aanhang van rooms en rood konden rekenen.

In dezelfde rolverdeling opereren nu de VVD’er Rutte als premier en de PvdA’er Samson als fractieleider. Maar de laatste twee kunnen niet op een solide brede aanhang rekenen. Bovendien hebben zij het moeilijker dan hun voorgangers zestig jaar geleden, die niet geconfronteerd werden met een populisme, dat volgens Goslinga zich niet richt tegen het beleid van het kabinet, maar ook tegen het democratisch bestel.

Door zijn collega Oomkes drie dagen eerder aangeduid als een gevaarlijke politieke onvrede.

Als het Kabinet volgens de cijfers het zo redelijk heeft gedaan, waarom hebben de politieke partijen niet de moed het Kabinet inzet te maken voor de verkiezingen in maart? D’66 met haar sportieve steun aan het regeringsbeleid kan er ook van profiteren. Het CDA zal niet aan de zijlijn kunnen blijven staan. De samenwerking tussen VVD en PvdA rond de personen Rutte en Samson kan blijven bestaan en breder en nog vruchtbaarder worden.

Een wensdroom. Nee, ik ben van geen enkele politieke partij lid. Des te vrijer was ik aan mijn Geweten in Hilversum te vragen, waarom Samson niet de politieke voorman en lijsttrekker van de PvdA mocht blijven en of hij als lid in ieder geval voor Samson zou pleiten.

Mijn Geweten keek of hij water zag branden en schudde bedroefd zijn hoofd. Dat ik dat niet begreep, dat Samson geen stemmers trekt. Het zou een ramp voor de partij worden.

Dus het partijbelang gaat voor het landsbelang?, was mijn vraag nog. Op zo’n moment stop je met een goed gesprek.

Ik heb hem er maar niet aan herinnerd hoe in het parlementaire verleden Den Uyl, die met zijn partij winnaar van de verkiezingen was geworden toch door Van Agt en Wiegel op een zijspoor werd gerangeerd en de regering midden-rechts werd. De PvdA had een te grote rol gespeeld.

Het eigen belang van de slecht functionerende politieke partijen. Mijn twee schrijvende oud-collega’s wagen hun laptops er niet aan. Ze hebben al genoeg zorgen over de democratie van vandaag. Goslinga voelt zich meer monist en Oomkes meer dualist (degelijke controle op het beleid door het parlement), terwijl hij weet dat het duelleren in de voorafgaande eeuwen gebruikelijk was om emoties af te reageren.

Als het van de politieke partijen moet komen? Lex Oomkes blijft somber. Hij complimenteert Rutte en Samson dat ze door hun samenwerking een einde hebben gemaakt aan al het gedoe van wederzijdse verkettering.

„Maar daar gaat het al lang niet meer om”, schrijft hij. Het kan weer van voren af aan beginnen. „Nieuwe onvrede en vervreemding liggen op de loer.”

Bert de Jong

Terug naar Weerwater

|

I

Home