Redactie

Gegooi in de glazen

bij het dagblad Trouw

Te veel

vrouwen

op één

redactie?

Johan ten Hove, de lezer van het dagblad Trouw uit Sint Jansklooster, heeft de kachel aangemaakt met de redactie van deze krant.

In zijn hoekje rechts onder op de Podiumpagina kan hij elke maandag in een regel of dertig zijn ei kwijt. Hij reageert op wat hem in het dagelijkse nieuws is opgevallen en laat af en toe niet na te vermelden wat hem als lezer niet is bevallen van de inhoud van de krant. Johan doet dat deskundig, want in zijn werkzaam leven was hij lid van die redactie en adjunct-hoofdredacteur.

Vorige week maandag kon je hem ervan verdenken dat hij over zijn journalistiek graf heen regeerde. Hij vond dat in de krant van in de voorafgaande zaterdag te veel verhalen waren geplaatst van en over vrouwen.

Het was mij ook opgevallen. Geen probleem. Als de televisie niet bevalt, zap je door en als al die pagina’s van en over vrouwen of waarover je niet bevallen, sla je ze gewoon om.

Je vraagt je wel af of er niet iemand op de redactie zetelt met veel gezag ,die tot in alle hoeken van de redactie hoorbaar roept: stop even jongens (en meisjes) dit wordt vandaag te bar, te vrouwelijk. Dat kun je onze lezers (ook in Sint Jansklooster) niet aandoen. Stoppen!

De verleiding is groot het hele stukje van Johan ten Hove hier te citeren. Hij gaat na wat er allemaal in die krant aan vrouwelijkheid te koop wordt geboden en schrijft: “Allemaal geschreven door vrouwen. Het lijkt wel een complot. Of zou het iets te maken hebben met de komende vrouwendag?”

Dezelfde maandag heb ik Johan de volgende e-mail gestuurd: “Goede morgen Johan. Kijk uit! Straks gooien ze je er nog uit”.

We

konden

goed met

elkaar

opschieten.

Dat viel nog mee. Maar de boot was wel aan. Hoofdredacteur Willem Schoonen had een dankbaar onderwerp voor zijn wekelijkse brief aan de lezers in de daarop volgende zaterdagkrant.

“Wat scheef is in de wereld, komt scheef in de krant”, schreef hij.

Inderdaad.

Zo is het. Nieuws is nieuws. Dan ga je de krant niet beoordelen op hoeveel berichten en verhalen door vrouwen zijn geschreven en hoe vaak er mannen en vrouwen in voorkomen. Het ging Johan ten Hove om de opeenhoping van verhalen van een bepaald genre in één nummer van de krant.

Schoonen geeft hem gelijk en herhaalt wat Ten Hove opsomde. Hij klaagt: “Je zag het op de voorpagina, in de aankondigingen van de katernen, in beeld, naast elkaar: een vrouw die man was geworden, blote basten op Woodstock, en een flex-seksueel zelfportret.”

De redactie was op hol geslagen. Willem Schonnen verzucht nog: “Je kreeg de neiging om bij de beurspagina te beginnen.”

Dit is nog niet het slot van het verhaal. In zijn hoekje rechtsonder op de Podium-pagina onthult Johan ten Hove een week later, dat hij als ‘ouderwetse journalist’ zelf een kopje boven zijn stukjes meestuurt. Hij gaf als suggestie aan ‘Vrouwendag?

Nu was vroeger ook de ouderwetse journalist geleerd zelden of nooit een vraagteken in een kop te zetten om de eenvoudige reden dat je de lezers niet lastig valt met vragen.

Iemand op de redactie (man of vrouw) haalde niet alleen het vraagteken weg, maar zette boven het stukje de pakkende kop “Teveel vrouwen”, waardoor

Johan werd toegedacht, dat er teveel vrouwen op de redactie van Trouw zouden zitten.

Zo krijg je pas goed het gegooi in de glazen.

Het dagblad Trouw stond er in de journalistieke wereld lang om bekend dat het veel vrouwen op zijn redactie rijk was. Redacteur Bert Klei, goed op de hoogte van de kerkelijke landkaart, duidde een aantal van zijn vrouwelijke collega’s niet geheel onjuist aan als ‘dolende domineesdochters” .

In die tijd vonden Johan en niemand trouwens de forse vrouwelijke bezetting een bezwaar.

Johan zal niet van mening zijn veranderd.

Het was in de tijd dat, Simone de Beauvoir de Liga voor de rechten van de vrouw (1974) had opgericht, het feminisme begon te woeden en de mannen beter op hun tellen moesten letten.

Sisca Dresselhuys, ook getogen in een pastorie, zat op de redactie als een spin in het redactieweb. Zij werd later de succesvolle hoofdredacteur van het feministische blad Opzij.

We konden goed met elkaar opschieten.

Nu ik toch uit de keuken van de krant klap, ga ik nog even door.

In de late avonduren als we voor de ochtendkrant werkten, had ik als eindredacteur geregeld contact met Johan ten Hove als redacteur buitenland.

Je zou het niet geloven als je nu zijn korte maandagstukjes ziet, maar de nieuwsverhalen, die hij vlak voor het sluiten van de krant op mijn bureau legde, waren lang. Te lang soms.

Nu gebeurde er in het buitenland veel, maar de krant was niet van elastiek en het lood uit die tijd niet kneedbaar. Er moest worden ingekort.

“Maak van de foto maar een postzegel.”, adviseerde hij. Nu had ik de foto bij het verhaal al ingekrompen en zijn briljante tekst dreigde reeds te vervagen in een grijze massa.

Koppen leverde hij ook aan. Die pasten zelden in het onverwrikbare lood en moesten veranderd worden.

Dat leverde geen problemen op.

We konden goed met elkaar opschieten. Dat schreef ik al.

Bert de Jong.

Home