Aantjes

De wereld hunkert naar een andere politiek

Gevraagd een Bergrede

als van Aantjes

Aan de in de vorige eeuw zeer bekende en ook nu nog bekende Nederlander Willem Aantjes hebben velen hun herinnering. In mijn parlementair werk in de jaren zestig en zeventig heb ik hem van dichtbij mogen meemaken. Toen hij als lid van de Tweede Kamer voor de ARP zijn partijgenoot Schut, die minister van Volkshuisvesting was, bombardeerde met cijfers omdat er onvoldoende huizen in het vaderland werden gebouwd, toen Aantjes als fractieleider van de ARP zijn befaamde Bergrede uitsprak en toen hij als politieke leider van het kersverse CDA zijn harde politieke val maakte.

Zijn Bergrede hield Willem Aantjes zaterdag 23 augustus 1975 voor het congres van de ARP. In de jaarvergadering van de Arjos, de jeugdafdeling van de partij, had hij eerder de woorden van Jezus de medemens niet in de steek te laten in zijn toespraak verwerkt. Ik hoorde hem aan. Hij maakte indruk en kreeg van me een keurig verslag in de krant met een kop over twee kolom erboven. Hij vroeg na afloop van de vergadering hoe ik het vond. Goed dus. „Bij de Arjos oefen ik voor het volgende partijcongres. Je vindt dus dat ik het zo moet houden.” Weer goed.

De indruk, die hij maakte op de volwassen leden van de partij was enorm. Inderdaad verlieten de aanwezigen stil de zaal alsof ze een indrukwekkend de preek hadden gehoord.

Aan mij is dezer dagen gevraagd of het geen enorme klap op mijn hoofd was toen het SS-verleden van de man in november 1978 bekend werd. Dat was het zeker. Hoewel, als parlementaire journalisten die veel met de politieke partijen te maken hadden, wisten we in beperkte kring, dat Aantjes met zijn oorlogsverleden niet lekker zat. Hij was naar Duitsland gegaan en had daar als postbode gewerkt.

Er was meer. Dat was de rede, vermoedden wij, waarom hij geen minister kon en mocht worden. Op het bureau van de ARP kwamen brieven binnen van leden die hem nog wel als kamerlid gedoogden, maar niet als minister en dienaar van de Kroon. Dat zou niet gaan.

Bovendien, het was ons in het werk wel duidelijk geworden, dat politici in den regel minder heilig waren dan menig kiesgerechtigde veronderstelde.

De klap kwam hard aan, maar verbaasde ons dat niet helemaal..

Je zou je achteraf kunnen afvragen of onze bepaalde solidariteit met de politici niet in strijd was met de journalistieke opdracht.

Voor mij kwam er nog iets persoonlijks bij, waarvoor ik altijd mijn mond heb gehouden. In de laatste oorlogsjaren in Beilen kwam onderduiker Leen, die dikwijls bij ons in huis sliep en wie we als kinderen graag mochten, in Port Natal in Assen terecht. Hij werd daar bewaakt door onder meer SS’er Aantjes. Brieven, die op het bureau van de ARP werden bezorgd, waren van gevangenen, die Aantjes hadden meegemaakt in Port Natal. Hij moet een goede bewaker geweest zijn, want Leen zagen we nade de oorlog weer gezond van lijf en leden terug.

Als kinderen hadden we weinig besef van alles wat zich in je directe omgeving afspeelde. Pas later begrip ik uit publicaties hoe heftig het verzet was en het verdwijnen van Leen daar mee te maken had.

Herinneringen aan Aantjes. Als lid van de Tweede Kamer, als politiek leider van de Anti Revolutionaire Partij en van het CDA, maar in deze tijd van zijn overlijden domineert hij in mijn geheugen als de Bergredenaar, die onder meer wees op het huisvesten van de vreemdeling en op zoveel meer. De praktische rooms katholieke politici van het CDA hadden geen kritiek, maar lachten wat meewarig. Hoe moest dat allemaal?, vroeg men zich af.

Aantjes roept herinneringen op. Laat zijn Bergrede (naar aanleiding van Mattheus 25) herhaald worden, laat weer geroepen worden dat de hongerigen moeten worden gevoed, want die sterven als ratten en worden gezegd dat vreemdelingen moeten worden gehuisvest. Maar zij worden gediscrimineerd en uitgewezen, zei Aantjes in 1975. En hij zou nu hebben geëist, dat er geen hek om het hele land wordt getimmerd uit angst dat het te vol zou worden en ten koste van onze welvaart zou gaan.

„Hebbes”, is de typerende slogan van het warenhuis V. en D.

Wij willen alles hebben wat mooi lijkt.

Wij wijken geen duimbreed en wensen geen euro prijs te geven.

Aantjes zou meer gezegd hebben.

De wereld hunkert naar een andere politiek.

Dat is belangrijkste herinnering aan hem.

De glimlachende voor- en medestanders in de politiek ten spijt.

Bert de Jong

Terug naar Weerwater >>>>>> Home