premiepijn

De premiepijn

van de rijken

Niet

al te

recht-

vaardig

en

niet

al te

soli-dair

Wees niet al te solidair. Dat is de boventoon in de drukke

discussies over het betalen van de premie door onze

welvarende landgenoten van de ziektekostenverzekering. Hun

bijdrage wordt gekoppeld aan hun veelal riant inkomen.

Dat wordt niet niet eerlijk gevonden.

Maar wat is eerlijkheid? Laten we niet overdrijven.

Wees niet al te rechtvaardig. Deze wijsheid staat in de Bijbel. Sla het zevende hoofdstuk op van het boek Prediker. Indien de Bijbel niet meer in de boekenkast staat - je zult de gezinnen de kost moeten geven waar dit boek ontbreekt - is het een koud kunstje deze wijsheid van koning Salomo op te googlen.

De hoofdcommentator van het dagblad Trouw heeft zich duidelijk door de Bijbel laten inspireren en kwam tot de conclusie niet al te solidair te zijn. In de krant van 2 oktober werd het nog scherper opgeschreven en had de commentator het over een “onverantwoord zwaar beroep op de solidariteit.”

Hoofdredacteur Willem Schoonen deed er een dag later in zijn wekelijkse column nog een schepje bovenop. De nivellering - het samen opdraaien voor de gevolgen van de crisis - gaat zijn krant te ver. De krant moet zich zorgen maken over de veelverdieners, verzucht hij. Uit oogpunt van een rechtvaardiger samenleving en een rechtvaardiger inkomensverdeling..., verzekert Willem, wellicht ook al bijbels geïnspireerd.

Op dezelfde pagina in de rubriek van brieven van lezers krijgt hij direct de kous op de kop. Jan van Splunder uit Ommen duwt een rekensommetje onder zijn neus. Een huishouden met een inkomen van 140.000 euro per jaar zou in 2014 (over dat jaar gaat het) 5700 euro meer kwijt zijn aan zorgpremie. Bij dat huishouden komt dus 383 euro per dag binnen, terwijl er nog geen 15 euro per dag extra aan ziektekosten premie opgaat. Dus 383 euro aan inkomsten wordt 368 euro, rekent Jan van Splunder voor.

Nou en? Maar Trouw vindt dat al te solidair, “een onverantwoord beroep op de solidariteit.”

Redacteur Wilma Kieskamp moedigt het schrijven van ingezonden brieven aan en vraagt haar lezers of “de rijkeren in de crisis grotere offers moeten brengen”. Zij stelt haar vraag ook anders en wel of een stel, dat 140.000 euro verdient “gestraft” - de aanhalingstekens zijn van haar - moet worden met een hogere ziektekostenpremie. De vraag van Wilma luidt eigenlijk: Hoe zit dat met onze solidariteit?

Toegegeven, met de cijfers van Van Splunder kun je nog alle kanten op. Maar Trouws hoofdredacteur beschikt ook niet over alle getallen.

Bij het lezen van de eerste gegevens van het akkoord tussen Rutte en Samson bedacht ik: “Dat is mooi. In de derde schijf vier procent ( 42 - 38 ) minder belasting. Dat scheelde ons als stel € 273. Dat is al ruim €23 per maand. Mooi meegenomen voor de hogere premie voor de ziekteverzekering, die ons boven het hoofd hangt.

Dan nog een cijfer van een ander. Mijn trouwe kennis noteerde ruim een jaar geleden een bezit aan beleggingsfondsen van € 54.050.

Een crisispunt weliswaar, een diepte om weer uit te krabbelen.

Dat was niet zo moeilijk. Hij heeft vandaag voor mij de stand opgenomen en schrijft een bedrag € 64.700. Een vooruitgang in een jaar van ruim € 10.600!

Waar blijft de premiepijn? En het onverantwoord zwaar beroep op de solidariteit?

Wat mij verbaast is de nog steeds grote invloed van het dagblad De Telegraaf op de publieke opinie. Op het meest geschikte moment weet de redactie de kachel aan te maken en dagen achtereen met zwarte chocoladeletters het vermeende onrecht, de rijken aangedaan, rond te tetteren.

Goed, het is maar een dagblad. Maar de NOS-verslaggevers werden niet moe met de krant voor de camera’s te zwaaien om hun berichtgeving te illustreren.

Mij verbaast ook, dat dit mediagedoe van elkaar volgen ook invloed heeft op de in den regel standvastige redactie van Trouw.

Bert de Jong.

Van een ander

Het is altijd nuttig het ook eens van een ander te horen. Die ander is een goede kennis, die me zeer na aan het hart ligt.

Waarom zou ik dat niet eerst vermelden. Hij is door dik en dun lid gebleven van de VVD en is nu gewikkeld geraakt in een levendige e-maildiscussie tussen zijn plaatselijke partijgenoten.

In die discussie introduceert hij zich als een ondernemer. die (‘door hard werken’, zo voegt hij eraan toe) samen mert zijn vrouw een aantal keren modaal verdient.

Hij heeft het over de pijn (niet alleen premiepijn) die “voor een behoorlijk deel bij de goed verdienende burger terecht komt”. Hij zal dit persoonlijk gaan ondervinden. Mijn zeer goede kennis vervolgt: “Maar ik zie geen alternatief. We moeten ook niet vergeten dat Nederland een zeer rijk land is en dit geldt in nog hogere mate voor de gemiddelde VVD-er. “

Over het aantreden van het kabinet schrijft hij: “De pragmatische aanpak tot op heden vind ik een verademing. Geen grote politieke spelletjes of 100 dagen het land in; gewoon alles open gespeeld en in goede sfeer aan de slag. De regering straalt daadkracht uit en ook een D66 zie ik opbouwend reageren. We zullen het nieuwe beleid met zijn allen behoorlijk in onze portemonnee gaan merken, maar ik ben ervan overtuigd dat dit de enige manier is om ons land er weer bovenop te krijgen. En dat heb ik graag over voor de toekomstige generaties !”

Zo verweert hij zich tegen de naar zichzelf toe calculerende burger, die zich het meest thuisvoelt in de VVD.

Als ik zijn verweer, het verweer van de ander, lees, kan ik alleen zo reageren:

Ik ben trots op hem.

Dat kan en mag ik zeggen, gezien onze persoonlijke verhouding.