Topauteur

Wij hebben weer

een topauteur

De man zonder ziekte

maakt het lot van de

mens nog zwaarder

Laat daar geen misverstand over bestaan. We hebben weer een topschrijver, een topacteur. Harry Mulisch is niet meer en Willem Frederik Hermans is ruim zeven jaar geleden overleden. Zij waren de groten en troonden hoog boven de Nederlands schrijvende auteurs uit.

We moesten tevreden zijn met de verdienstelijke middelmaat en met de voor ons vertaalde wereldliteratuur.

Die tijd is voorbij. Het boek “De man zonder ziekte” is verschenen.

Het begon met een recensie in het Amsterdamse dagblad Het Parool, waarin de lezer wordt gewaarschuwd, dat hij naar een ontluisterende ontknoping wordt gebracht. Het leesplezier – het boek begon zo leuk – wordt ondergeschikt gemaakt aan de dramatische apotheose. Dat is frustrerend. De ziekte van de hoofdpersoon heeft alles onherstelbaar verwoest. “Dat besef dringt ook bij de lezer met vertraging door”, aldus recensent Karin Overmans.

Dit geschrijf prikkelt je nieuwsgierigheid.

Een dag later is het dagblad NRC Handelsblad aan de beurt. Recensent Arjen Fortuin onthult dat de hoofdpersoon, die voor werk in Bagdad is, de wereld van Kafka wordt binnengesleept.

Hoe bekwaam ook, een kortschrijver is de auteur nooit geweest. Maar een schrijver wordt ouder, ervarener en zijn techniek volmaakter. Na nog enkele lofprijzingen meldt Fortuin, dat de auteur de perfectie nadert.

Het kan niet beter.

Dan volgt Rob Schouten in het dagblad Trouw. De foto van de auteur vult de omslag van de zaterdagbijlage ‘Letter en Geest. Hij “is de Nederlandse literatuur ontgroeid”, luidt de kop.

Ook Schouten trekt de vergelijking met Kafka’s ‘Het proces”.

In dit klassieke werk wordt Josef K. om onbegrijpelijke redenen naar zijn ondergang gevoerd.

In ‘De man zonder ziekte’ gloort na de vrijlating van Sam nog de illusie van hoop en rechtvaardigheid, die des te wreder de bodem in wordt geslagen.

Onze auteur maakt het lot van de mens nog zwaarder.

Hij ontmaskert de westerse illusie van veiligheid.

De vraag is niet meer of onze topauteur mooie literatuur schrijft, maar hoe diep hij in de gemeenschappen van de mensen boort.

Dieper dan ooit.

Grunberg is zijn naam. Hij is onze man, onze topper. Voor mij een reden bij het boodschappen doen in de stad onze Selexiez, ingericht als een kathedraal, binnen te lopen. Ik verwachtte een hartelijke introductie van onze auteur.

Wij als boeklezers, als liefhebbers van de literatuur behoeven ook onze helden.

Maar in de zaak geen mooie affiches op de spiegelruiten en een opstapeling van de exemplaren van “De man zonder ziekte”, waar je nauwelijks om heen kon lopen.

Als mij wordt gevraagd hoe het met mij gaat, antwoord ik de laatste tijd niets te kunnen verzinnen, wat me dwars zit en hindert. Zonder ziekte dus. Mijn antwoorden dienen genuanceerder te zijn, begrijp ik nu.

De stapel boeken van ‘de man’ lag ver de zaak in. Niet onvindbaar, maar ook niet opvallend.

Voor de etalageramen waren door de KNVB gemerkte shirts in onvervalst oranje gehangen. Waar ik “De man zonder ziekte” verwachtte, lagen de nieuwe voetbalboeken.

Selexiez poogt bij de tijd te blijven.

Bert de Jong.