Zijn ouderen te veel geworden?

Moeten wij als tachtigers, zeventigers of zelfs zestigers, moeten wij, kortom als ouderen, bang zijn? Existentieel. Voor ons verder bestaan. Omdat we in meer en mindere mate niet zo nuttig meer zijn in de maatschappij van vandaag.

Doeke Post, emeritus hoogleraar in de sociale geneeskunde te Groningen en rustend huisarts, schrijft bovenstaande niet met zoveel woorden in het dagblad Trouw, maar zijn verhaal, waarboven de kop "Waar is respect voor ouderdom gebleven?" staat, komt op hetzelfde neer. Hij herinnert aan het uit elkaar halen van ouderen, die zestig jaar lang lief en leed hebben gedragen en gescheiden werden, omdat er voor de twee geen plaats was in het verpleegtehuis.

Post heeft het verder over een licht dementerende vrouw van 84 jaar, die dreigt te verhongeren, omdat haar gevoel van trek in eten is verdwenen en de verzorging het laat afweten. De familie moet het doen, maar de familie woont ver weg.

In ons vakantieverblijf op Bali kan een verpleger zijn werk niet vergeten en vertelt afschuwelijke verhalen over wat in het verpleegtehuis kan gebeuren. In zijn werk loopt hij poep van een patiënt op zijn kleren op. Hij moet het thuis maar in de was doen. Incidenten. Maar wel als gevolg van de bezuinigingen, die ook in de zorgverlening noodzakelijk worden geacht.

Doeke Post constateert nuchter dat het beleid voor de zorg aan de ouderen faalt. De zorg wordt niet bepaald door wat dringend nodig is, maar door de financiën die beschikbaar zijn. Barmhartigheid, respect en naastenliefde waren de basisbegrippen voor het verlenen van de zorg. Deze begrippen zijn verdrongen door de bedrijfseconomische uitgangspunten.

Moeten we bang zijn als ouderen? De Japanse minister van financiën schreef vorig jaar in een financieel blad, dat de ouderen boven de zeventig jaar hun tijd hebben gehad, zij een economische last zijn en hun verantwoording moeten nemen. De boodschap is zonneklaar. Hun leven is voltooid. Ze moeten het beëindigen.

Post duikt in de geschiedenis en wijst erop, dat de Grieken van weleer van mening waren dat de zestig-jarigen en ouderen hun tijd hadden gehad en over de leuning van de brug werden gekieperd.

Het bezuinigen op de zorg voor de ouderen is dat geen verwijzing naar deze mentaliteit namelijk dat ook hier en nu de ouderen teveel zijn geworden? Doeke Post aarzelt niet deze vraag vervolgens te stellen. Om te besluiten met: "Krijgen de ouderen niet het idee, dat ze er beter niet langer kunnen zijn?"

De eindredacteur van Trouw, die het verhaal van Post onder ogen kreeg, is bij het schrijven van de kop boven het artikel voorzichtig geweest en heeft het bij "respect" gelaten, maar in de laatste vraag van Doeke Post was meer te vinden. Er gaat een beschaving verloren, waarschuwt hij nog.

Als dat waar is kunnen wij ouderen en zij die zeventigers en tachtigers gaan worden inderdaad bang zijn. Beschavingen lossen niet zo maar op. Geschiedenisboeken leren echter dat het snel kan gaan. Het hangt in de lucht. Het debat en misverstanden over de toepassing van euthanasie in het bijzonder van dementerende ouderen is tekenend voor de verschuivende beschaving en de veranderende moraal. Dat zich dit voltrekt onder de camouflage van hervorming en bezuiniging is pas beangstigend.

Bert de Jong