Bos

Geen herkenning meer

Wim is keurig op tijd weer terug in de Laan van de Helende Meesters, die als het om mooie toepasselijke namen gaat ook de Laan van de Verzachtende Zorg kan worden genoemd.

Beneden in de hal van zijn verpleeginrichting drinken we nog een fluitje, waarop we recht menen te hebben na onze excursie door het Amsterdamse Bos, dat zich in volle hersttooi liet bewonderen. In tegenstelling tot de vorige keer, dat we hem weer ‘thuis’ brachten, doet Wim niet meer mee. Uit zijn uitlatingen begrijp ik, dat hij deze dag geen alcohol gebruikt, dus ook geen klein biertje drinkt, waarvan hij zo kan genieten.

Het Amsterdamse Bos, door ons vroeger het Bosplan genoemd, was geen willekeurig doel om onze tijd te doden.

De wandeltocht gaat langs de Nieuwe Meer, waarop we als kinderen, die bij oom en tante aan de Nieuwe Meerdijk in Rijk Haarlemmermeer logeerden, uren met onze neven en nichtjen in een ijzeren vlet rond dobberden.

Voor mij heeft de wandeling een sterke nostalgische inslag en ik hoop dat bij mijn oudere broer, met wie ik dikwijls de vakantijtijd intens doorbracht, een lichtje van herinenring zou opvlammen in de schemering, waarin hij is gevangen.

Maar mijn blik glijdt eenzaam over het rimpeloze oppervlak van de Nieuwe Meer en blijft alleen. Zo voelt dat.

Het is deze middag voor de eerste keer, dat hij me niet meer herkent; langs mij heenkijkt en vriendelijk in de vreemde verte lacht. Mijn aanwezigheid is vertrouwenwekkend. Meer niet.

Dan komt toch een poging van zijn kant. Hij vraagt, zoals hij al jaren pleegt te doen, hoe het mijn kinderen gaat. (We hebben haast paralel kinderen verwekt en gekregen en de ontwikkeling van het kroost over en weer proberen te volgen).

Wim wacht mijn antwoord niet af en begroet mijn broer Hennie, met wie ik Wim deze dag begeleidt, als mijn zoon. Hij lacht hem hartelijk toe.

Geen herkenning, geen biertje meer samen.

Het gaat met de dag verder met hem. We laten hem achter.

In de handen van de verzachtende zorg.

Bert de Jong

Terug naar Weerwater: Home