kameleon

De vrijheid van de columnisten

De krant verschiet dagelijks van kleur

Columnisten maken de kranten aantrekkelijker.

Voor het actuele nieuws heb je de dagbladen nauwelijks meer nodig. Zij verliezen het in de nieuwsvoorziening voortdurend van radio en televisie en verder van de computers, de Ipads en soortgelijke digitale apparatuur. De middagkranten zijn al lang geen middagkranten meer en worden hoofdzakelijk in de ochtenduren gedrukt. Avondbladen als NRCHandelsblad en Het Parool voor de zaterdag en zondag zijn op de late vrijdagavond zo goed als gereed. De afnemers van deze kranten en van andere avondbladen moeten tot maandag in de namiddag op de actualiteit wachten. In het komende Paasweekend en straks het weekend van Pinksteren begint de wereld pas weer op de dinsdagmiddag op gang te komen.

Met de ochtendbladen is het niet veel beter gesteld. Het nieuws van de vorige dag wordt gebracht. Maar wat na tien uur in de avond gebeurt, gaat deze bladen voorbij. Maar de wereld blijft wel doordraaien.

Het relaas hierboven is een antwoord op de vraag, waarom ik de laatste jaren de krant anders ben gaan lezen. Ik betrap me erop, dat ik niet meer direct naar de eerste pagina grijp en meteen doorblader of doorscrol (achter de computer of op de Ipad) naar de columns op de vaste plaatsen in de krant.

De auteurs van deze rubrieken hebben een ongebreidelde vrijheid van meningsuiting. Wat wil je nog meer?

Maar is een krant, waarvoor men gekozen heeft en waarop men is geabonneerd, niet alleen, ouderwets gezegd, „een meneer”, maar ook een huisvriend aan wie je wat hebt, een goede kennis die niet de ene dag zus redeneert en de andere dag zo? Sterker nog, dezelfde dag heeft ‚de meneer’ het over een misverstand en is niet mals met zijn kritiek en in één adem betoogt hij even later het tegengestelde.

De voorbeelden zijn dicht bij huis in het dagblad Trouw te vinden. Ook bladen als de Volkskrant en NRCHandelsblad kunnen er wat van. De uitgevers en hoofdredacteuren niet te vergeten vinden het prima, dat de verschillende uiteenlopende meningen in hun product worden verkondigd.

Het is toch een mooie methode zo veel mogelijk de lezers tevreden te stellen en er op te wijzen, dat ook hun opvatting door de krant wordt bevestigd. Daarvoor lees je een krant tocht.

Ben je bevreesd voor de islamisering van je land en de maatschappij, je vindt er alles over terug in de krant. Ben je vooral beducht voor de onverdraagzaamheid tegenover de gelovigen van een andere godsdienst en tegenover landgenoten met een andere huidskleur dan kom je in de krant ook aan je trekken.

De krant is in de vorige eeuw en nog eerder gekarakteriseerd als een 'meneer'.

De ‚meneer’ is een kameleon geworden die dagelijks van kleur kan verschieten.

In Trouw is Elma Drayer in haar column bedroefd, dat de naar de Verenigde Staten uitgeweken Ayaan Hirsi Ali niet een eredoctoraat werd verleend aan de Brandeis University, terwijl ze aanvankelijk was genomineerd voor deze hoge wetenschappelijke onderscheiding.

Er kwam een petitie op gang en het bestuur van de universiteit achtte het wijs dit eredoctoraat niet door te laten gaan. Een eredoctoraat moet gebaseerd zijn op de bijzondere wetenschappelijke en maatschappelijke verdienste van van de promovendus en die was bij Ayaan Hirsi Ali kennelijk te zoeken.

Drayer denkt daar anders over en schrijft dat Hirsi, haar beschermelinge, is weggezet door een islamitische lobby in de Verenigde Staten.

De columnist wijst erop, dat Ayaan Hirsi Ali in 2005 aan de universiteit van Amsterdam een rede hield bij de opening van het wetenschappelijk jaar. In Amsterdam bestonden toen ook bezwaren tegen het optreden van Ayaan Hirsi Ali. Dat staat nog scherp in het geheugen van Elma Drayer. Zij roept zelfs de hemel aan en schrijft: „Goddank trok het college van bestuur zich van deze protesten niets aan.”

Hulde aan Amsterdam dus. Hoewel, er is toch een duidelijke verschil tussen het houden van een rede door een persoon die toen veel in de publiciteit was en het verkrijgen van het eredoctoraat aan een gerenommeerde universiteit in de Verenigde Staten.

In de krant van dezelfde dag toont Nuweira Youskine in haar column minder angst voor de islam. Het zijn juist de islamieten, die in de hoek zitten, waar de slagen vallen en het moeten ontgelden.

In India zijn achthonderd miljoen mensen naar de stembus gegaan. Dat wordt juichend de grootste uiting van de democratie ter wereld genoemd. Youskine is het hiermee niet eens.

De verkiezingswinst is voor de hindoenationalistische partij BLP. Narendra Modi is de leider van deze partij, de man die in 2002 verantwoordelijk was „voor de meest verschrikkelijke religieuze rellen in de recente Indiase geschiedenis.”

Nuweira Youskine schrijft verder:

„Via de vrouw van mijn vader, uit het gebied afkomstig, vernamen we de gruwelijkste details van die slachtingen. Hindoes en moslims die elkaar letterlijk naar het leven stonden. Vrouwen die publiekelijk werden verkracht

en vervolgens levend verbrand, een hindoevrouw die trots claimde dat ze de buik van een zwangere moslimvrouw had opengesneden. Van die verhalen die je liever nooit had gehoord. Allemaal minimaal gedoogd en soms rechtstreeks aangemoedigd door het overheidsapparaat dat onder Modi's verantwoordelijkheid viel. De man wiens handen druipen van het bloed van religieus gemotiveerde slachtingen, maakt nu kans premier van India te worden….. hij belooft zijn uiterste best te doen India's 150 miljoen moslims het recht te ontnemen hun eigen religieuze wetten te blijven volgen en zal bovendien proberen een hindoetempel te bouwen op een omstreden religieuze plek in de stad Ayodha.”

Hindoes aanbidden veel goden en moslims slechts één God. Dat gaat dus niet samen. Dus is er geen plek voor de 150 moslims, die in India wonen. Zo wordt gedacht in India. Youskine noemt dit een ontstellende conclusie, die volkomen voorbijgaat aan het feit dat juist in India, voordat religieuze verdeel- en heerstactieken de overhand kregen, eeuwenlang in relatieve gemoedelijkheid werd samengewoond.

Een opportunist, die religieuze verschillen aanwakkert, wordt vermoedelijk premier van India en in Syrië is een pater, die in de vreselijke burgeroorlog zich het lot aantrok van christenen en moslims, vermoord.

Pater Frans van der Lugt, die in Syrië werd vermoord.

Youskine is op haar beurt zeker bedroefd. Ze besluit deze bijdrage aan de inhoud van Trouw met: "Nee, in huize Youskine heerste geen jubelstemming."

Zo kan een krant na het omslaan van enkele pagina's of even doorscrollen van kleur verschieten. Als een kameleon.

Wil men dan geen 'meneer' meer zijn, een persoonlijkheid die zijn eigen gedachten en meningen heeft, goed voor een identiteit?

Laat ik me haasten te meld

>rin de mening van de krant wordt weergegeven, "verwoord", aldus een inleidend tekstje, "door leden van de hoofdredactie en senior redacteuren."

We kunnen weten waar de krant staat.

Een probleem is, dat je moet zoeken waar de tekst met de mening van de krant werkelijk staat. Zoek ergens achter in het eerste katern aan de onderkant van de rechter pagina.

Hoe dat zo beslist is? De gedachten op een redactie kunnen wonderlijk gaan.

Bescheidenheid is een deugd, maar een 'meneer' komt toch royaal voor zijn mening uit. Temeer omdat deze column in Trouw helder en plezierig wordt geschreven ook als de onderwerpen zich er minder voor lenen.

De enigszins verstopte column is een bewijs, dat deze krant van plan is

een ‚meneer’ wil blijven.

Bert de Jong

Terug naar Weerwater>> Home