gesprek

Van der Laan

vloert de politici

Het afscheidswoord voor Amsterdam

Lief

Drie uur VPRO-televisie met een gesprek tussen twee. Wat blijft ervan hangen, terwijl je geen geroutineerde kijker bent?

De twee zijn burgemeester Van der Laan uit Amsterdam en de interviewster Janine Abbing.

Van der Laan is niet lang meer burgemeester. Hij lijdt aan longkanker met uitzaaiingen, een dodelijke ziekte. Janine Abbing, die al naam heeft gemaakt op de buis, moet het wel even doen in de uren van deze zondagavond.

Wat onthoud je en neem je ervan mee als je op de uitknop van de zapper drukt?

De burgemeester van Amsterdam haalt politici onderuit. Niet met zijn woorden, maar met de manier waarop hij het filmfragment presenteert van leden van de Tweede Kamer, die debatteerden over de aanslag op Charlie Hebdo in Parijs.

In zo’n discussie ga je niet met elkaar staan kissebissen en elkaar vliegen afvangen. Wie zo naar dat politieke debat kijkt, ontkomt niet aan de indruk dat Pechtold het hardst is getackeld.

Van der Laan zegt: “Politiek is heel moeilijk. Je moet met elkaar problemen oplossen, en tegelijkertijd je eigen richting laten zien. De laatste jaren gaat dat problemen oplossen steeds moeilijker, en het jezelf afzetten tegen de ander gebeurt steeds meer.”

De stad van Van der Laan staat bekend om de kritische en dikwijls kankerende houding van haar inwoners. Het deugt dikwijls niet wat er volgens de rasechte Amsterdammer gebeurt.

Niettemin ziet de burgemeester vooral het positieve in de samenleving. Zijn hoop is, dat het overgrote deel van de maatschappij bestaat uit constructieve mensen.

Het gaat in het gesprek over meer dan over deze hoop.

Aan het slot valt het woord ‚lief’.

Het lijkt zijn afscheidswoord voor Amsterdam te zijn als Van der Laan zijn stad zo noemt.

Lief.

De interviewster Janine Abbing vult hem spontaan aan: „Ja en jij hebt de stad liever gemaakt.”

Dat bijzondere niveau heeft het gesprek bereikt.

Amsterdam lief. We woonden in een dorp. Mijn ouders kwamen uit Amsterdam. Als het maar even vakantie was, trokken we naar de stad en logeerden bij opa en opoe. Als je op het centraal station uit de trein stapte was je midden in de stad: zag haar, hoorde haar, snoof haar op, rook haar en wat al niet. Er was veel lief en zo bleef het.

Het interview in de serie „Zomergasten” is gehouden met een man, die doodziek is. Nee, over de naderende dood wil hij niet praten. Anderen doen dat wel. Hij niet.

Wat moet je erover zeggen.

Van der Laan weet wat pijn is en is blijven werken om niet te veel aan het naderende definitieve einde te denken.

Maar het komt steeds weer terug. Ook in dit gesprek.

Aan het einde als de burgemeester de filmfragmenten over het lot van de jonge voetballer Abdelhak Nouri laat zien. Ook het huiselijk filmpje, dat zijn oudere broer maakte, toen Nouri zijn entree maakte in het eerste elftal van Ajax. En de opnamen van de massale steunbetuiging bij het huis van Nouri, nadat duidelijk was geworden, dat leven en carrière van de voetballer waren verwoest door een hartaanval.

Getroffen door het lot. Bij elkaar. Het eigen lot en de grootse, eensgezinde demonstratie van medeleven en aanhankelijkheid in zijn stad bij het huis van Nouri.

Het is genoeg nu.

Het wijnglas in zijn hand blijft onaangeroerd en vol;

er zijn er geen woorden meer,

dan komen tranen.

Ook bij de interviewster te zien,

die haar glas licht beweegt.

Het gesprek wordt stilte.

Een handdruk is het slot.

Twee handen rusten even ineen;

ze komen na die drie uur

niet direct los van elkaar.

Bert de Jong

Terug naar Weerwater >>>>> Home