Syrie

n

DE VREDE

IN ALEPPO

Nu

De vrede is terug in Aleppo. In deze Syrisch stad wordt niet meer gevochten.

Aleppo was in 2011 de grootste stad van het land. De strijd is voorbij die duizenden burgers, vooral vrouwen en kinderen, het leven heeft gekost. De stad is voor een groot deel in een ruïne veranderd. Het puin valt moeilijk op te ruimen.

Toen

In oktober van het jaar 2008 maakten we een reis door Syrië Het land met als heerser Assad behoorde volgens de Verenigde Staten tot de as van het kwaad. Het viel op hoe vreedzaam en vriendelijk de mensen van verschillende nationaliteiten in steden als Damascus en Aleppo met elkaar leefden en hoe vluchtelingen uit Irak en in dit land een goed heenkomen hadden gevonden. Ze hoorden tot de christelijke minderheid en kregen bescherming van het Syrische bewind.

Na het bezoeken in Aleppo van de wereldbekende Omayad moskee, een verrukkelijk oord van stilte en meditatie, raken we verzeild in de souk Het is één van de mooiste en grootste in het Midden-Oosten. Ze heeft een oppervlakte van één vierkante kilometer.

Er is weinig meer over van de souk en de moskee is ook tot puin gebombardeerd.

De foto's van het verwoeste Aleppo roepen meer reisherinneringen op. Na de tocht door de souk wandelen we door de in vrede ademende Armeense wijk met kerken en levendige winkelstraatjes. Daar was het pas multicultureel: gesluierde dames in stevig zwart en dames met en zonder hoofddoekjes. Op de binnenplaats van de Syrische - orthodoxe kerk stond een steen, die herinnert aan de volkerenmoord die de Turken in 1915 pleegden op de Armeniërs.

De actieve rol van Turkije in het Syrische conflict wordt met deze herinnering duidelijker.

De grens met Turkije en de Middellandse Zee is van hier niet ver. Daar liggen de heuvels waar de genocide op de Armeniërs is gepleegd.

We bewonderden ook een moderne moskee in een nieuwe wijk. In het centrum van de grote gebedsruimte, geschikt voor honderden gelovigen, stond een keukenstoel met daarvoor een stijlvolle lessenaar, waarop een boek ligt. Dwalend door de moskee werd ik uitgenodigd achter het boek plaats te nemen en het te lezen.

In de vereiste houding waagde ik me aan het lezen van het heilige boek, de Koran. Ik kon geen letter van het Arabisch lezen. Maar kwam onder de in druk van de uitvoering van dit boek, de typografie en bladspiegel. Dit alles in het stijlvolle interieur van de moskee.

Ik keek en las onder het waarderend toezicht van een man of een andere gelovige en gaf tot slot op aanwijzing van de man het boek een kus. Uit eerbied voor dit boek van Allah of van God.

We bezochten, het was maandag 13 oktober, de oasestad Palmyra precies halverwege de Middellandse Zee en de Eufraat. In het dagboek schreef ik: "Palmyra is altijd een trefpunt geweest tussen de beschavingen tussen Oost en West, een uitwisselingsplaats niet alleen van handelsproducten, maar ook van gedachten, opvattingen, ideeën en religieuze gevoelens." De oase bestaat onvoorstelbaar lang. Er zijn 75.000 jaar oude sporen gevonden van menselijk leven.

Tegen de oase aan liggen de ruïnes van de Romeinse stad Tadmur. Het zijn spectaculaire overblijfselen uit een ver verleden.

De vechters van de IS hebben er plezier en voldoening in gehad deze historische ruïnes op te blazen en in puinhopen te veranderen.

Zo was het in oktober acht jaar geleden. De IS sloeg dit jaar toe.

Syrië, het land waar vrede scheen te heersen, is door de ramp van de burgeroorlog getroffen.

Je vraagt je af wat er nog over is van de plekken, waar we zijn geweest.

Op weg naar Damascus stopten we aan de rand van de woestijn bij Der Mar Muse, het klooster van Mozes uit Ethiopië. Het lag hoog in het gebergte en was bereikbaar over een in de rotsen gebeitelde trap met moeilijke treden. Het uitzicht loonde niet alleen de klim, maar ook de schat aan fresco's. Het was een studiecentrum van islamitische en christelijke studenten. De boeken stonden op de planken in de bibliotheek, die op de verschillende verdiepingen in de rotsen uitgehouwen ruimtes is ondergebracht.

In de streek van de Anti Libanon ligt in een diepe kloof het stadje Maalula, waar nog het Aramees uit de tijd van Christus wordt gesproken.

In het klooster St. Tekla hangt het icoon, dat door de bijbelschrijver Lucas zou zijn geschilderd. Voor het publiek was het onzichtbaar. Het blijft geheimzinnig. In het klooster hadden strenge nonnen het voor het zeggen. Zij stonden niet toe, dat je met je benen over elkaar zat te mediteren.

Op een terras in dit wondermooie dorp verbroederden we ons met een uit Irak (verdreven?) familie. Er werden wel en geen hoofddoekjes gedragen. De familie had lekkere hapjes meegenomen en we ontkwamen er niet aan mee te eten.

Over deze reis schrijf ik in de verleden tijd.

Veel is in het zeer recente verleden vernietigd

Elke herinnering aan deze reis toen

roept nu

de vraag op wat is gebleven en nog bestaat.

De dodelijke slachtoffers zullen het niet meer zien en de honderdduizenden vluchtelingen zullen, mochten ze ooit nog terugkeren, weinig meer van de stad herkennen.

In de laatste week voor kerst 2016:

de vrede van toen,

die nu is weggevaagd.

Bert de Jong.

Terug naar Weerwater >>>>> Home