Zindel

Het begon

68 jaar geleden

met

Jan Zindel

Displaying runa.jpg.

~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~

In het middendeel van de volle kerk zingt deze morgen een koor een nummer, dat ik versta als „Mijn opa, mijn opa”.

Het zijn de kleinkinderen met vriendjes en vriendinnen (totaal 37) van Jan Zindel, die echter niet meer getuige kan zijn van deze hulde. Hij is overleden en de kist met zijn stoffelijk overzicht staat onder de preekstoel.

Jan is kennelijk populair bij zijn kleinkinderen. Geen wonder. De laatste jaren organiseerde hij een opa-dag en trakteerde zijn nakomelingen op een uitje. Het danklied in de kerk klinkt spontaan en wordt lacherig gebracht.

Niet dat het in deze bijeenkomst wat ongeregeld toegaat. Het is een echte kerkdienst met een predikant, een ouderling van dienst en een organist.

Bij de ingang van de kerk kreeg ik een „orde van dienst” uitgereikt. Op de voorpagina staat een foto van Jan, duidelijk herkenbaar, hoewel ik hem in geen tijden meer heb gezien. Onder de foto staat vermeld :”Orde van de dienst voorafgaand aan zijn begrafenis in de Spieghelkerk te Bussum…”

Dat staat toch niet te gebeuren? Jan heeft zich weliswaar in zijn werkzaam leven met het koninklijk huis beziggehouden, maar dat verschaft hem toch niet de eer, dat hij in zijn wijkkerk begraven zou worden. Als Jan Zindel deze tekst nog had kunnen lezen zou hij daar stellig ernstig aanmerking op hebben gemaakt. Als oud-journalist was hem deze onnauwkeurigheid niet ontgaan.

Zijn zoon Erik, die ik taxeer op een jaar of zestig, heeft de dood van zijn vader bekendgemaakt. „Jan werkte vele jaren voor de radio als politiek verslaggever van de actualiteitenrubriek Hier & Nu van de NCRV. "Ook was hij jarenlang Koninklijk Huisverslaggever voor de publieke omroep." Aldus het bericht.

"Verder presenteerde hij op donderdagavond de wekelijkse rubriek Politiek Bekeken. Daarin gaf hij commentaar op actuele kwesties en voerde hij gesprekken met po

litici, veelal van confessionele huize."

In die tijd deed ik hetzelfde werk in Den Haag niet om mijn verhaal in een microfoon van de NCRV te vertellen, maar in de Kwartetbladen en het dagblad Trouw te zetten. Jan was vooral de boodschapper van de ARP en later van het CDA. Maar als het moest leende hij ook de microfoon aan de socialist Den Uyl.

2 of 50 items

Oudere broer.iba
melanoom.ibooks
9789023483892-53c799ef80940-4.epub

Jan en ik kwamen elkaar daar in het gebouw van de Tweede Kamer en omgeving bijna dagelijks tegen.

Eerder in de tijd, eind jaren vijftig, waren we niet elkaars concurrenten, maar werkten we samen op de redactie van het dagblad De Rotterdammer. Ik zat op de eindredactie en Jan Zindel was mijn rechter hand. Ik kwam bij hem thuis in Rotterdam en maakte kennis met zijn vrouw en twee kleine kinderen. Dat was ruim een halve eeuw geleden. Erik was vermoedelijk een jaar of drie. Hij herinnert zich weinig uit die periode. In zijn herinneringsspeech in de kerk komt die periode niet voor.

Jan verdween toen snel naar de NCRV. Hij had een paar karweitjes voor deze omroep opgeknapt en dat goed gedaan.

Voor Jan Zindel brak een gelukkiger journalistieke tijd aan.

Meer dan een halve eeuw geleden. Maar Rotterdam en later Den Haag waren voor mij niet de drijfveer om naar de Spieghelkerk te gaan.

We waren achttien jaar, hadden net de middelbare school gedaan en ontmoetten elkaar in het najaar van 1946. Hij kwam uit Apeldoorn en ik uit Beilen. Het dagblad Trouw voorzag in dat jaar na de oorlog in de toekomst een gebrek aan goed opgeleide journalisten. Er verscheen een advertentie in het dagblad met een uitnodiging te solliciteren. Het resultaat van selectie ( er waren meer da honderd sollicitanten) dat er een klas werd gevormd van dertien studenten, die een onderkomen kregen in het oude gebouw van de Vrije Universiteit, zelfs in het collegezaaltje aan de voorkant, waar de theologische studenten in het ambt werden voorbereid.

Twee studiejaren duurde deze opleiding. Er werd veel nuttige kennis over staat, maatschappij, kerk, rechtspleging en wat al niet over ons uitgestort; kennis, die later goed van pas kwam, maar geen van de gerenommeerde docenten en hoogleraren wist van het hoe en wat van de journalistiek. Een uitzondering was de massa-psycholoog prof, Baschwitz, die onze volle aandacht had.

Jan Zindel en ik waren de jongste van de club. Uit zijn rouwadvertentie maakte ik op, dat ik twee maanden ouder was.

Onze journalistiek begon 68 jaar geleden daar aan de Keizersgracht in Amsterdam.

Dat was de reden, waarom ik in die morgen in de trein stapte naar Naarden Bussum en naar de Spieghelkerk liep.

Om weer te kunnen denken aan het begin van wat een loopbaan heet en herinnerd te worden aan het einde van alles.

Mijn oud-collega van 86 jaar werd door zijn tieners toegezongen.

Een gevoel van jaloersheid kon ik niet bedwingen, bepaald niet om definitieve situatie, waarin hij eindelijk terecht was geraakt, maar om deze blijk van genegenheid.

Niet, dat hij het heeft gehoord ( de kist werd door niemand toegesproken).Jan Zindel heeft het niet vernomen, maar wel geweten.

Bert de Jong