generatie

Een generatie meer,

waarover de kinderen het

voor het zeggen hebben

Uk

We leven in een andere wereld dan we denken. Het ijverig cijferend Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) heeft ons met de neus op de feiten gedrukt. De elite van Nederland, de machthebbers, zeg maar, hebben zich afgesloten van het gewone volk. De politieke bestuurders en zij die het economisch voor het zeggen hebben staan te ver af van de rest van de burgers.

Deze scheidslijn houdt het gevaar in van toenemende ontevredenheid en maatschappelijke onrust, zo luidt de waarschuwing van het SCP.

Dit verschil is groter dan het steeds veronderstelde onderscheid tussen arm en rijk en tussen zieken en gezonden.

De bekende kloof tussen jong en oud, het generatieverschil zo te zeggen, wordt als minder problematisch ervaren.

Wat wil je nog meer? Verhitte discussies tussen vader en zoon, moeder en dochter komen niet zo vaak meervoor.

Een vraag is wat de leeftijd is van de personen die over en weer aan de generatiediscussies deelnemen en wat wordt onder ‚jong en oud’ verstaan.

Je hebt ouders met kleine kinderen en ouders met pubers. Dan zijn er vele ouders, die grootouders zijn geworden. Die hebben het niet meer wettelijk gezag hebben over hun kinderen en kleinkinderen.

Het aantal grootouders neemt toe. Tot slot kunnen de grootouders niet vergeten worden, die nog hun ouders (de overgrootouders dus) rijk zijn.

E

Er is een generatie is bijgekomen namelijk die van de hogere bejaarden, de ‚oudjes’, die meer zorg behoeven.

Deze ouders hebben weinig meer in te brengen’ De rollen zijn omgedraaid. De bezorgde volwassen kinderen hebben het voor het zeggen. Zij hebben inspraak in de zorginstellingen, waarin de nieuwe generatie in een aantal gevallen is opgenomen.

De kinderlijke zorg wordt gewaardeerd. Uiteraard. Als het maar geen betutteling wordt.

Er breekt een periode aan, dat de rollen zijn omgekeerd en de volwassen kinderen het recht hebben over de ouder(s) te beslissen, wanneer het gaat om een gedwongen opname wegens dementie. Dat kan spanningen oproepen tussen de twee generaties van een hogere leeftijd.

Bert Keizer, die arts is in een verpleeghuis en daarover geregeld in zijn column in Trouw rapporteert, vertelt over een dementerende vrouw, die nog in haar goede doen overtuigd vegetarisch was en zich strikt aan deze levenswijze hield. Maar in het verpleeghuis wenste ze weer gewoon vlees op haar bord. De kinderen eisten van het verpleeghuis echter dat men er op zou toezien dat ze geen vlees zou eten.

„Kinderen zijn de baas”, constateert Keizer, die behalve arts ook filosoof is. Dus de verzorging zag toe dat er voor moeder geen vlees of vleeswaren op tafel werden gezet. Dementie sluit schranderheid niet uit. Moeder pakte de gehaktballen van de borden van haar tafelgenoten en vond het heerlijk.

Familie en verzorging vonden een compromis. De oplossing was moeder van vleesvervangers te voorzien. Dat waren die oneetbare bruinige ‚burgers’, aldus Keizer. Kennelijk is het toegestaan dementerenden te bedriegen, alsof zij dat niet zouden merken.

De zo principieel kinderen, die hun moeder van haar geloof zagen vallen, begrepen niet dat moeder anders was geworden, een andere persoonlijkheid met andere overtuigingen. Dit is een belangrijk element in de discussie over levensbeëindiging. Moeder had kunnen opschrijven dat ze altijd vegetarisch zou willen blijven eten. Maar in haar ander leven pikte ze de gehaktballen van de borden van haar lotgenoten. Haar kinderen begrepen er weinig van dat moeder eerder haar overtuiging betreffend het eten op papier had gezet en in haar nieuwe leven de leer van het vegetarisme vaarwel had gezegd. Misschien had ze ook schriftelijk vastgelegd, dat ze de toestanden in een verpleeginrichting niet wenste te ondergaan en dan een einde van haar leven wenste, maar van de maaltijden samen met lotgenoten genietend daar nu anders over dacht en voelde.

Bert de Jong