Tijn

Het gebed van

Oosterhuis

verhoord

Kleine Tijn

bracht weer hoop

Het lijkt mij dat de wereld in 2016 een stuk vreemder en gevaarlijker is geworden. De 'mij' in de vorige zin ben ik niet maar de Nederlandse Amerikaan James Kennedy. Hij schrijft dit op de dag voor Kerstmis 2016 in het dagblad Trouw en somt de verschrikkelijkheden van het jaar op. Om zijn vrees te onderstrepen schrijft Kennedy dat het nog erger is geweest: „De laatste keer, dat ik me ernstige zorgen maakte was rond 1983 ( De Cubacrisis), toen een nucleaire oorlog dreigde.”

Zo staan we er dus ongeveer voor. In het hoofdcommentaar van de krant steekt men evenmin de kop in het zand. De opsomming van de wereldellende begint met Aleppo. „Bijna apocalyptische taferelen”, duidt de commentator aan. Taferelen, die ook de burgers van Europa kunnen treffen. Zo wordt gesuggereerd.

Of het toen ook zo’ dreigend jaar was, weet ik niet meer. In de jaren vijftig werkte ik op de redactie van het dagblad De Rotterdammer' Hoofdredacteur Evert Diemer stelde voor in de krant van de zaterdag voor Pasen als belangrijkste nieuws onder een Telegraafachtige kop te melden: De Heer is waarlijk opgestaan.

De redactie was het hierover wel eens. Het bezwaar was dat dit ‚nieuws’ al bijna 2000 jaar oud was en als bekend mocht worden verondersteld.

Bekend nieuws zetten we niet in de krant. Het ging niet door. De hoofdredacteur liet zich overtuigen.

Dan de dag voor Kerstmis 2016: er komt op de eerste pagina van het dagblad Trouw geen letter van het rampzalige nieuws. De enige tekst, afgezien van enkele ankeilers, is een kerstgedicht op verzoek van de redactie geschreven door de theoloog en dichter Huub Oosterhuis.

Ik schrijf de eerste regels over:

Verschrikkelijk is de wereld.

Geen Jezus zal Aleppo redden

en zijn god

zwijgt zo diep in alle talen

dat het voelt alsof hij niet bestaat

Even verder op vervolgt Oosterhuis:

Er zal nooit, nergens

een begin van redding zijn

als tenminste niet één mens zegt

„hier ben ik”

en ziende om zich heen

zoekt of er nog één, nog twee of drie

met vonken licht „hier ben ik”

in hun ogen.

Ja, en dan ervaar ik het als een wonder in de krantenwereld wanneer ik in het liberale neutrale en bepaald niet religieuze dagblad NRCHandelsblad een ingetogen column van Youp lees.

Op de eerste pagina van deze krant valt echter niets van Kerst te bespeuren. Een rommelig geheel. Leesbaar is de aankondiging dat in de krant in 22 interviews het jaar wordt besproken. De helft van de eerste pagina is onleesbaar door een om de krant gewikkelde reclamefolder van de nieuwe glimmende BMW van serie 5. Een bak van een auto. Dat zou het geluk zijn van de Kerstdagen.

Des te meer verrast Youp, die als cabaretier gewend is met zijn geschrijf tot aan het randje te gaan. Hij heeft het over Tijn, de jongen van zes jaar, die door zijn ziekte niet lang meer heeft te leven. Hij is voor het goede doel in Het Glazen Huis in Breda nagels gaan lakken. Tijn dacht honderd euro op te halen. In korte tijd had hij meer dan twee miljoen euro bij elkaar.

Youp zal het met niet kwalijk kunnen nemen, dat ik hem zelf aan het woord laat. Hij heeft het over de lakactie van Tijn:

„Een kereltje dat door zijn vader in de hemel naar de radeloze aarde is gestuurd?Gewoon om orde op zaken te stellen en onze grote monden te snoeren. Om onze tabletjes en mobieltjes heel even het zwijgen op te leggen. En dit alles onder het motto: geen woorden maar daden. En eigenlijk nog belangrijker na deze gewelddadige week: geen moorden maar daden. Ja, de kleine Tijn komt ons verlossen.Hij is de nieuwe Messias”.

Aldus Youp.

De cabaretier heeft het niet ver mis. In de nachtmis, die ik meemaakte begon de pastoor zijn overdenking met 'kleine Tijn' en plaatste het jongetje in het kerstverhaal . Mijn pastoor zal niet de enige zijn geweest. Tijn zorgde voor inspiratie in de kerken.

Terug naar de eerste pagina vanTrouw en Oosterhuis.

Ik vervolg zijn gedicht:

In diepe nacht - geen ster te zien

geen engelenzang te horen -

zullen zij gaan

om wat misschien nog kan, te hopen valt, te redden is.

één vluchtkind kantje boord

voorgoed geboren.

Ik heb meer van Oosterhuis gelezen en niet altijd begrepen. Maar als deze regels een gebed inhouden, is de wens van de theoloog en dichter de dag voor Kerst al in de middagkrant verhoord.

Er is inderdaad hoop.

Kleine Tijn zorgde er voor.

Bert de Jong

Het goud gaven ze aan Tijn

Het is de liberale NRC ernst met de nieuwe messias. Naast het verhaal van Youp is een tekening van Fokke & Sukke afgedrukt, die als twee Koningen zijn afgebeeld en voor de stal staan. Zij brengen wierook en mirre en verontschuldigen zich tegenover Jozef en Maria :

Wij hadden ook nog goud bij ons, maar dat hebben wij aan Tijn geschonken.

Terug naar Weerwater >>>>>>> Home

Lees ook >>>>>> Syrie