Barend

M O O I E B A R E N D

en zijn strijdlustige mannenbroeders

De nostalgie heeft me overspoeld. Ik werd ondergedompeld in de landelijke politiek van de jaren zestig en zeventig, toen ik als parlementair redacteurvoor de Kwartetbladen en het dagblad Trouw mijn boterham verdiende. Hetwas tijdens de presentatie van het boek "Mooie Barend"", geschreven doorWilfried Scholten, programmamaker bij de NCRV.

Het overkwam me in de wat nu wordt genoemd de 'Oude Zaal' van deTweede Kamer aan het Haagse Binnenhof, waar ik vroeger een ontelbaar aantal uren heb moeten verslijten.

Zo'n presentatieplechtigheid kan een verrukking zijn. Je ontmoet in den

regel oude bekenden en collega's van pak weg een halve eeuw geleden

dikwijls bij droeve gebeurtenissen als crematie en begrafenis; het

aanbieden van een boek is daarentegen een feest, vooral als de inhoud ervan

sterk samenbindend is voor de aanwezigen.

Ze waren er voor zover nog in leven en mobiel van de vroegere fractie

van de ARP in de historische oude zaal: Hannie van Leeuwen (zie foto),

Aantjes, Bob Goudzwaard, Jan Nico Scholten. Om niet te vergeten de

directe medewekers van deze vermaarde club, die de macht had de

politieke b

alans van rechts naar links te

doen omslaan of andersom: Piet van

Tellingen, de persvoorlichter en de notulist

Joop van Rijswijk.

Mooie Barend was er niet, in die tijd de politieke leider van de ARP en minister-president. Hij is in 2001 overleden in de leeftijd van 81 jaar als gevolg van longkanker. Het boek is zijn biografie. Wilfried Scholten maakte er zijn proefschrift van.

Het resultaat is een met journalistieke vaardigheid geschreven boeiend relaas.

dat me van alle kanten werd aangeraden daar in de "Oude Zaal' direct te kopen.

Scholten was zo vriendelijk mijn exemplaar, meer dan 800 bladzijden dik, te signeren en schreef er bescheiden bij "Ik hoop dat Barend weer tot leven komt,". Dat is hem zeker gelukt. En er is veel meer tot leven gekomen. De hele geschiedenis met en rond Barend vonkt uit het boek.

Vechtclub

De fractie van de mannenbroeders was na het aftreden van het kabinet Biesheuvel en voorafgaand aan de definitieve politieke val van Biesheuvel vooral een vechtclub. Waarvan ik weleer een vermoeden had. De biograaf, de geheime notulen van toen lezend, bevestigt dit. En wat is buiten de notulen gebleven of geschrapt, vraag je je af. Het moet heel erg geweest zijn.

Mijn indruk is dat naast het enthousiasme over het verschenen werk het boek "Mooie Barend" bij de a.r.-politici van weleer ook een verlegenheid heeft opgeroepen.

Piet van Tellingen vertrouwde de biograaf van Biesheuvel toe, dat tijdens de kabinetsformatie van 1972-1973 de spanningen in de fractie van de ARP toenamen. Bijna dagelijks werd vergaderd zonder dat men tot elkaar kwam. Het was een vreselijke periode, bekende de persvoorlichter, die tegenover de media steeds mooi weer moest blijven spelen.

"De sfeer was om te snijden...Hannie van Leeuwen was in tranen en riep telkens dat ze de partij kapot maakten. Ik heb er slechte herinneringen aan.", aldus Van Tellingen.

Het probleem voor de partij was of het kabinet Den Uyl, dat in de maak was door de christen-democraten gedoogd zou worden. Het gedogen toen hield in dat de gedogende partijen ook bewindslieden kregen in het nieuwe kabinet. Het zou dan een rood kabinet worden met een witte rand.

In tegenstelling tot de persvoorlichter waren de herinneringen van de journalisten in de wandelgangen niet slecht. De sport was door te krijgen wat zich in de vertrekken van het gebouw afspeelde. Het was dat tijdens de kabinetsformatie, die stevig vast was gelopen, dat mijn alom gerespecteerde collega met de 'primeur' op de redactie kwam dat Biesheuvel gepolst was voor de functie van minister van buitenlandse zaken. De kabinetscrisis zou zijn opgelost. De fractieleider, die weinig toegeeflijk was geweest, ging toch met de PvdA in zee. De tipgever was Sjouk Jonker, die zelf staatssecretaris zou worden. Wat wilde je nog meer? Ik geloofde er geen biet van, ging naar huis en zou wel zien hoe het afliep.

Het werd een opvallende opening van 'Trouw''. Maar de opgelaten ballon knapte snel. Het bericht werd in de loop van de ochtend snel down gespeeld. Jammer voor Barend en de solliciterende staatssecretaris.

Dit politiek-journalistiek incident herinnerde ik me tijdens de presentatie. Er ging een lichtje branden. Een heet hangijzer tijdens deze kabinetsformatie was, dat op eigen gelegenheid, terwijl de fractie na moeilijke discussies had besloten het komende rode kabinet niet te gedogen, Boersma en De Gaay Fortman zich door formateur Burger hadden laten strikken voor een ministerspost. Biesheuvel had De Gaay Fortman een 'verrader' genoemd die hij nooit meer wilde zien. Tijdens de presentatie begreep ik van Hannie van Leeuwen, dat Biesheuvel zich niet verraden voelde door Jaap Boersma. Die had de fractievoorzitter op de hoogte gesteld. Na het besluit van Boersma werd samen gegeten in het House of Lords om na te praten.

Aan tafel schoten Barend Biesheuvel de tranen in de ogen, omdat hij, zo vertelde de mededeelzame Hannie van Leeuwen, omdat hij het liefst met Boersma was meegegaan. Zo voelde Hannie dat aan.

Ja en vooral voor de post van minister van buitenlandse zaken, schoot me te binnen.

Ook om de macht

Wat me van de strijdende gereformeerde parlementariers uit deze verhalen

weer opviel, was dat ook zij, hoe belangrijk ook het belang van de partij, het land

en de eigen streek (provincie) werd gevonden, toch vooral uit waren op de

macht en het eigen aanzien, de

topstatus, in een dienstauto

met chauffeur

als bewindsman of

bewindsvrouw.

Als er weer aan een kabinet werd gesleuteld kon Van Leeuwen je vragen of ze wel 'ministeriabel' was. We beantwoordden de vraag positief, maar noemden haar in de krant niet als mogelijke kandidate.

De Tweede Kamer in de tijd van Barend.

Zij kon in de Oude Zaal haar verhaal weer kwijt, dat Barend haar weliwaar niet had verraden, maar haar wel had laten vallen, dat ze ondanks zijn belofte, geen staatssecretaris van sociale zaken was geworden.

Aantjes kreeg op zijn vraag naar zijn mininsteriabele kans als antwoord dat hij zeker de kwaliteiten had voor het hoge ambt, maar dat hij als minister extra risico zou lopen, gegeven zijn cv met het verblijf in Duitsland en als bewaker in Port Natal in Assen. Daar waren de partij en wij van op de hoogte. Zijn relatie met de SS was toen niet bekend.

Een belangstellende aanwezig was de VVD'er Hans Wiegel met wie Barend Biesheuvel het meer dan eens aan de stok had. Als debuterend kamerlid had Biesheuvel de jongeheer eens genadeloos onderuit gehaald in een interruptie debat. Biesheuvel werd vermaand. Het was niet comme il faut. Dat doe je niet met een beginneling.

Voor de rest ging het in den regel werd goed tussen de twee. Met wie ook niet? Een uitzondering was Roolvink. Het ging om het gevecht wie voorzitter (politiek leider van de partij) zou worden. Dat was niet meer christelijk tussen die twee, noteerde partijvoorzitter Berghuis. Toch weer een schokkende onthulling van de biograaf.

Wij vonden de ARP in die tijd een echte partij. Daar discussieerde men en gebeurde tenminste iets in tegenstelling tot de CHU en VVD met al die ja-knikkers. Dat het bij de ARP zo ernstig en onchristelijk toeging, vermoedde ik niet. Dat is de verrassing van "Mooie Barend", het onderwerp, waarop Wilfred Scholten wat mij betreft met lof promoveerde.