verpleeghuis

Een

LEVEN

kan niet voltooid zijn

Zij gaven het verpleeghuis een zeven

Jean Jacques Suurmond vraagt zich in Trouw van 26 mei af waar bij velen het schrikbeeld vandaan komt voor het verblijf in een verpleeghuis. Hij is predikant- geestelijke verzorger, psychotherapeut en columnist.

Suurmond denkt dat men in de waan leeft dat mensen vooral economische wezens zijn.

Dit geldt ook voor die ouderen die hun leven als 'voltooid' zien. Ze willen euthanasie. Alsof ze een versleten artikel zijn, dat de oven van het crematorium in kan.”

Aldus de columnist.

Hij stelt: Deze mensen lijden niet zo zeer aan de ouderdom, maar onder de armzalige visie die hen tot een ‚last’ verklaart. Zij hebben het ‚gehad’. Zij zijn van geen nut meer. Zijn overbodig.

Aan bewoners van het verpleeghuis, waar hij werkt, vroeg Suurmond in een gespreksgroep hoe zij vroeger aankeken tegen een opname in een verpleeghuis.

„Dat nooit”’ was het antwoord.

De vraag hoe ze er nu over dachten kreeg andere antwoorden:

„Ik zit, hier goed, ik ben hier veilig, ik heb alle zorg, die ik nodig heb.”

De bewoners vonden de kwaliteit van hun andere leven ruim voldoende. Ze gaven het cijfer zeven.

Het verhaal van Suurmond doe me sterk denken aan de laatste jaren wanneer ik mijn oudere broer in het verpleeghuis bezocht. Met hem was op den duur weinig gesprek meer mogelijk, omdat hij dement was. Van andere bewoners met wie ik praatte kreeg ik niet de indruk dat ze zich ongelukkig voelden en naar het einde uitkeken. Van mijn broer merkte ik ook, hoewel hij ook zijn sombere periodes had, niets van een dergelijk verlangen. Integendeel.

Dementie is een zware handicap. Maar je hele leven kun je het voor je kiezen krijgen. Suurmond noemt veertigers die zuchten onder een lange huwelijkscrisis. Gevoelens van zinloosheid en lijden beperken zich niet tot de ouderdom.

Pijnlijk is, dat drie dagen later in het dagblad Trouw Bert Keizer in zijn column het schrijven van Suurmond stuitend noemt.

Suurmond had gewezen, dat dementie ook als gevolg heeft dat je degene gaat worden, die je echt bent. De ziel gaat glanzen.

Als je als Keizer arts bent in een verpleeghuis kom je voortdurend de ellende van dementie tegen. Dan kan je blik wat eenzijdig worden. Maar dat is is geen reden om een geestelijke verzorger in een verpleeghuis zo af te katten.

Het gebeurt allemaal in de hersenpan. Daar gaan de medici van uit, maar hoe dat verloopt moet nog ontdekt worden. Niettemin zweren de medici daarbij. Zij kunnen niet anders.

Bert Keizer is ook filosoof. Daarom herinner ik hem eraan dat volgens Thomas Nagel de subjectieve ervaring onmogelijk wetenschappelijk onderzocht kan worden. Dus blijft er ruimte over voor iets meer dan het lichaam.

Dementie is een rotziekte. Keizer herhaalt dat nog eens in zijn tirade tegen Suurmond. Het karakter van deze patiënten verandert. De patiënten zouden slechter worden.

Of het had te maken met zijn ‚ziel’ die al of niet glansde, of met de ‚ruimte’ die hem was gelaten, mijn oudere broer was als ik hem ontmoette ook anders geworden: vriendelijker, welwillender, opgewekter, opener en (mag ik) glanzender.

Zonder de ouderen, die niet meer nuttig zouden zijn, kan onze samenleving niet humaan blijven, aldus Suurmond. Hij vergelijkt ons (ik reken me ook tot de ouderen) met gedichten die ook niet nuttig zijn, maar die wel zorgen voor ademruimte in de prestatiemaatschappij.

Zoveel eer is nu ook weer niet nodig.

Belangrijk is de bevestiging, dat je er mag zijn, ook als je door al die anderen als niet ‚nuttig’ wordt beschouwd.

Jean Jacques Suurmond vervolgt:

„Kwetsbare ouderen helpen ons om dat niet te vergeten. In dit opzicht is hun leven nooit ‚voltooid’.”

Helemaal mee eens. Als ik me nog een opmerking in dit verband mag veroorloven, dan dit:

Of je inderdaad ‚nuttig’ bent, maken niet alleen je naaste omgeving, kennissen en de gemeenschap (de overheid) uit, maar bepaal jezelf ook. Zoals ook, wanneer men laat merken en men beweert, dat je leven „voltooid” is, jezelf de meest deskundige bent .

Bij het steeds ouder worden neemt het besef toe, dat het leven ‚niet voltooid’ is.

Er is nog zoveel te doen en te denken,

te voelen en te genieten,

te bewonderen en te verwonderen,

van te houden,

lief te hebben.

Een leven kan niet voltooid zijn.

Bert de Jong

Terug naar Weerwater >>>>> Home