beste

z

Prijs voor Max van Weezel

Biecht der columnisten

W i e i s d e b e s t e ?

Wie is de beste van het afgelopen jaar? Dat is de opdringende vraag, die in de maand december en ook nog in januari van het nieuwe jaar wordt gesteld. We hebben de behoefte dit te weten.

Met onze Bekende Nederlanders zijn we niet meer tevreden. We willen medemensen om tegen op te zien, helden om te bewonderen en te vereren. De beste sportman en sportvrouw van het jaar, de beste Amsterdammer, de beste ik weet niet wie, die we, gestoken in hun goede goed, op de televisieschermen kunnen gadeslaan.

De vraag of een uitverkorene inderdaad de beste is (wie maakt dat uit?) en er niet iets willekeurigs in de uitverkiezing schuilt, komt niet direct bij ons op. Helden immers zijn heerlijk om te vereren. Daarvoor laten zij zich vertonen in de media.

Met de beste personen, de helden, zijn we nog niet tevreden. We wensen ook op de hoogte te worden gebracht van de hoogtepunten van het jaar en, afgaande op de dubbel dikke decembertijdschriften, te weten wat de beste popmuziek was, de beste jazz, klassieke muziek (Vrij Nederland komt uit bij Jules de Korte.), de beste film, het beste toneel, de beste expositie en ook nog het beste boek.

Altijd leuk als je het gewaagd hebt iets het beste te vinden, je keuze te vergelijken met de deskundige experts, die in kranten en tijdschriften schrijven. Het beste boek zou ik niet durven noemen. Een aantal boeken kun je van je persoonlijke nominatie schrappen, zoals toch ook Pier en oceaan van Oek de Jong. Op deze manier kom je wel ergens.

Met collega’s heb ik in Den Haag enkele jaren meegedaan aan het kiezen van de politicus van het jaar. Ze waren er gek op om door de pers gekozen te worden.

Een politieke voorspelling van mij in het jaar 2012 is niet uitgekomen. Mijn bewering was, dat na de verkiezing van de Tweede Kamer er geen volgend kabinet Rutte zou komen. Ik kon me niet voorstellen dat een premier, die zo geblunderd had met het gedogen van Wilders en zijn halfzachte Europa-politiek, waarover de wereld zich verbaasde, het wilde bij mij er niet in, dat deze lacherige voorzitter van de ministerraad na de uitslag van de verkiezingen gehandhaafd zou worden. Het heeft mij een kruik kostbare korenwijn gekost. Mijn zoon, de winnaar, bekende de kruik niet te hebben verdiend, gezien het gedoe rond het nieuwe kabinet-Rutte. Gelijk heeft hij. Maar wedden is wedden.

Max Pam, die onder meer in De Volkskrant en Het Parool schrijft is ooit aangewezen als de beste columnist. Terecht, dacht ik, maar ik had niet de indruk, dat hij er erg gelukkig mee was. Columnisten, van wie de schrijfsels door de kranten en tijdschriften zijn gezaaid, hebben hun naam op te houden. Als je dan ook nog je extra je best moet doen om de allerbeste te blijven, is je taak bovenmenselijk. Columnisten zijn in den regel niet gediend van de beste onderscheiding.

De (Belgische) hoofdredacteur van NRC Handelsblad Peter Vandermeersch heeft het beleid betreffende zijn columnisten omgedraaid. Deze medewerkers hebben in het Kerstnummer gelegenheid gekregen uiteen te zetten, wat ze verkeerd beoordeeld en verkeerd voorspeld hebben. Het resultaat is verrassend. Historicus Baudet voorspelde, dat Griekenland voor januari uit de eurozone zou verdwijnen. Mis. Maar hij blijft het voorspellen. Derk Jan Eppink, Belgisch lid van het Europees Parlement profeteerde hetzelfde. Fout. Verder bekent hij eerlijk, dat niet Obama, maar Romney de Amerikaanse verkiezingen zou winnen. Dat had hij niet verwacht.Een compleet gebiecht daar in NRC Handelsblad. Samsom is de politicus van het jaar geworden. Jan Kuitenbrouwer belijdt dat hij nooit zoveel in Samson heeft gezien. Het uitruilen, waaraan PvdA en VVD doen, noemt Kuitenbrouwer een hogere vorm van kiezersbedrog.

Veteraan Henk Hofland, voorheen hoofdredacteur van het Handelsblad, heeft niets te biechten. Hij weet waarover hij schrijft en houdt het eenvoudig. Zijn geheim: Hofland beheert een kudde paarden, stokpaarden wel te verstaan, die hij beurtelings berijdt. Zijn onderwerpen zijn bekend. Voor de afwisseling heeft hij ook nog stokveulens. Dat zullen we wel merken.

Dan nog Folkert Jensma, de teruggetreden hoofdredacteur van de krant. Hij behandelt in zijn column de juridisch maatschappelijke problemen. Jensma bekent zich te zijn misgaan: één keer een inconsistentie en tenminste één fout. Columnisten werken, zoals veel mensen in het beleid, veel en soms uitsluitend met cijfermateriaal. Het gaat er maar om, hoe je die groepeert en interpreteert. Folkerts Jensma geeft toe zich met al die cijfers te hebben vergaloppeerd. Hij schrijft:

“ Maar over één ding heb ik het afgelopen half jaar te lichtzinnig geschreven: het idee dat je een stabiel en nuttig kabinet kunt vormen door twee partijen om de beurt een voorkeursonderwerp te laten kiezen, zonder dat zij compromissen sluiten.”

Dat is duidelijk zo. Jensma moet zich getroost hebben gevoeld door zijn collega Marjolein de Vos, die een pagina verder schreef:

....het is zo armoedig, dat bijna alle onderwerpen in termen van geld worden behandeld. Natuurlijk speelt geld een rol.Maar niet de enige. Er blijft zoiets als vreugde, liefde, fatsoen, angst, belangeloosheid en schoonheid, om maar eens een paar dingen te noemen waar je geen bedrag aan kunt hangen en die toch heel belangrijk zijn. Altijd. Het afgelopen jaar en alle komende.”

Deze tekst zou levensgroot kunnen dienen als achtergrondbeeld ter bescherming van de schermen, waarop de columnisten niet alleen van het liberale Rotterdamse dagblad, waarvan de redactie nu in Amsterdam zetelt, maar van alle media plegen te tikken.

Wie is de beste biechter van het NRC Handelsblad- gezelschap. Jensma misschien. Maar de NRC’ers worden allen verslagen door Max van Weezel, politiek commentator van het weekblad Vrij Nederland. Voor hem is 2012 een duur jaar geworden om dure flessen haut médoc en saint-estephe te geven aan mensen van wie hij een weddenschap had verloren. Mijn kruik korenwijn is er weinig bij. Vijf opvallende voorspellingen zijn niet uitgekomen. Van Weezel zag voor de verkiezingen heil in een zakenkabinet en zijn andere vier ‘zonden’ kwamen er op neer, dat hij zich verkeek op de politici Cohen, Sap, Rutte en ook nog Henk Bleker, van wie hij onder de indruk kwam tijdens een bijeenkomst in de Rotterdamse Laurenskerk.

Als er een prijs bestaat voor de beste politieke columnist zou ik haar voor dit jaar geven aan Van Weezel. Zijn biecht geeft scherp weer hoe verrassend het verloop van de politiek was en moeilijk te schatten en te berekenen. Zijn biecht is goed voor alle politieke voorzeggers en commentatoren in dit land.

Maar van Weezel versaagt niet en durft er geen fles pomerol op te zetten, dat Rutte eind 2013 nog premier is.

Dan zet ik er weer een kruik korenwijn op dat hij het komende jaar is verdwenen.