Vrij

Vrij Nederland wordt maandblad

Weekblad uit het Verzet

geeft het op

Het is alsof een bekende is overleden, zelfs alsof iemand die je dierbaar is, een bloedverwant en familielid is heengegaan.

Zo kan het voelen als in deze culturele omwenteling, zeg revolutie, weer een krant of tijdschrift het loodje heeft moeten leggen. Het gedrukte woord, de taal in letters van inkt verdwijnt in deze nieuwe eeuw versneld. Dat mag revolutionair worden genoemd.

De dagbladen zitten in de verdrukking. Ze worden minder op het papier gelezen en de directies hebben nog niet uitgevonden hoe ze hun product digitaal kunnen verkopen zonder failliet te gaan. De weekbladen zijn er op sterven na geweest.

Frits van Exter, hoofdredacteur van Vrij Nederland deelde in een persconferentie mee, dat zijn weekblad met ingang van 1 januari ging vernieuwen. Dat wil zeggen, dat het blad niet meer wekelijks ging verschijnen, maar één keer per maand. Zelf zou hij deze vernieuwing niet meer meemaken en plaats maken voor een andere hoofdredacteur.

Het weekblad uit het Verzet bestaat niet meer. Geprobeerd wordt zijn leven te verlengen als maandblad.

Dit bericht heeft een terminaal karakter. Niet wat Frits van Exter betreft. Hij is een zeer bekwaam journalist en vindt zijn weg wel weer.

Frits leidde ruim zeven jaar de redactie van het weekblad, was daarvoor elf jaar hoofdredacteur van het dagblad Trouw en loodste deze krant door een moeilijke periode heen. Bovendien slaagde hij erin op de redactie van het dagblad het evenwicht te bewaren tussen de verschillende stromingen.

Bij Vrij Nederland temperde hij de diepgravende journalistiek om de aantrekkelijkheid en leesbaarheid van het blad te verhogen. De kwaliteit bleef, was het algemene oordeel. In zijn periode veroverde de redactie zes „tegels”, een belangrijke vakprijs in de journalistiek.

De vernieuwing, de overgang van een weekblad naar een maandblad, kan een fatale bezuiniging zijn. Het deftige dagblad De Tijd werd het weekblad HP/De Tijd en ging samen met het weekblad De Haagse Post (HP). Dit nieuwe weekblad werd een maandblad. Als opinieweekblad bestaat nog Elsevier, maar het toonaangevende blad is door de uitgeverij te koop aangeboden en mag bij overname zijn eigen bekende naam niet houden.

Een weekblad, dat het blijft doen is De Groene Amsterdammer. Het blad startte na de oorlog met 40.000 lezers, viel terug tot een oplage van onder de 20.000 en wist in de volgende vijftig jaren nog een lichte stijging te noteren.

Vrij Nederland, de voormalige krant uit het verzet, begon na de Tweede Wereldoorlog met een oplage boven de 100.000, viel snel terug tot beneden de 40.000 en klom in de jaren tachtig weer op tot bijna 200.000 om daarna een niet te remmen val te maken tot de verkoop van ongeveer 32.000 bladen per week.

Het maandblad HP/DeTijd is geen bemoedigend voorbeeld voor Vrij Nederland en zakte van een oplage van 50.000 in de jaren negentig naar een oplage van 21.000. De Groene Amsterdammer moet het met 19.000 exemplaren per week doen.

Vrij Nederland heb ik geruime tijd wekelijks gelezen. Mijn interesse in het blad verflauwde.

Er viel buiten het blad veel te lezen. De weekendbijlagen van de dagbladen werden omvangrijker en boden actuele en boeiende leesstof. Er bleef minder tijd over voor Vrij Nederland.

De Groene Amsterdammer kwam in mijn gezichtsveld. De inhoud zag er afstandelijker uit. Van onderwerpen verschilden de week- en dagbladen niet zo veel en de opinieverhalen ontliepen elkaar weinig. Dit weekblad bood meer weerstand tegen de neiging elkaar achterna te jagen om actueel te blijven. Het is een actualiteit, veelal aangegeven door de geselecteerde beelden op de televisie.

Veel hoop wordt Vrij Nederland als maandblad niet gegeven. Frits Abrahams herdenkt in zijn dagelijkse column in NRCHandelsblad al vast het weekblad en wijst op de roemruchte periode van het weekblad in de jaren zeventig. Als lid van de redactie maakte hij de vette jaren mee. De herinneringen van Frits Abrahams waren niet prettig. De kiemen van het latere bederf waren toen al aanwezig: "Enige zelfgenoegzaamheid en de daarbij behorende navelstaarderij was de redactie niet vreemd. Er werkten grote ego's, die regelmatig met elkaar in botsing kwamen." De redactie was volgens hem "een kelder vol zuur bier."

Nee, wat Abrahams betreft is "Vrij Nederland" geweest.

Bert Wagendorp schrijft somber in De Volkskrant : „Straks hebben we alleen het vrolijke weekblad Donald Duck nog.”

Graag ook nog het weekblad De Groene Amsterdammer met van tijd tot tijd als bijlage het literaire tijdschrift De Gids met leesbare onthaastende verhalen.

Bert de Jong