90

Negentig jaar geworden…

Eeuwig leven

gaat niet lukken

Mij is negentig jaar geworden. Dat mag uitbundig worden gevierd. Onder voorwaarde weliswaar dat je het feest zonder medische en lichamelijke beperkingen en niet belemmerd door voortdurende dwingende zorg in alle vrijheid bewust kunt beleven.

Dat is mogelijk gebleken. De rook van het vreugdevuur is opgetrokken: de vraag dringt zich nu op wat er zo bijzonder is aan het bereiken van de leeftijd van negentig jaar.

De laatste decennia heb je meer meegemaakt in een ambiance van kommer en kwel; werden begrafenissen en crematies vaker in je agenda genoteerd.

Je bent met het klimmen van deze jaren mogelijk een bemoedigend voorbeeld geworden, een figuur, waaraan men zich kon optrekken. Zo vermoed ik.

In alle bescheidenheid waag ik me te verbeelden in de verschillende periodes van m’n leven toch aardiger te zijn gevonden dan ik heb gedacht en in mijn werk meer indruk heb gemaakt dan ik heb gehoopt.

Op de schriftelijke uitnodiging voor het feest, ontworpen en uitgevoerd door het kleinkind Olaf volgden reacties, die voelden als een vloedgolf. Niet om je steeds heerlijk op te laten deinen. Toch niet.

Mijn aangetrouwde neef feliciteerde per e-mail. Voortdurend schoof hij de uitnodiging aan de kant. Gaan of niet gaan? De laatste dag voor het feest mailde hij af:

"Ik was maanden overgeleverd aan de wijkverpleegster voor douchen en verbinden en daardoor ontregeld en verder eisten mijn Parkinson en de gevolgen van mijn herseninfarct al mijn energie op".

Twee dagen na ons feest moest hij naar de crematie van de "weduwe van m'n vriend".

Het bleef hier niet bij. Mijn vroegere collega Johan, die zijn verdiende rust had gezocht en gevonden ver van de Randstad in Sint Jansklooster "was vast van plan te komen".

Hij leek onverwoestbaar en berichtte onlangs over de fietstocht, die hij nog naar Twente had gemaakt.

Maar er was bij hem een ernstige bloedarmoede geconstateerd. De medische specialisten speuren naar de oorzaak.

"Ik leef op halve kracht en heb het heel koud.", mailt hij.

Juist op de dag van het feest viel de kou extra in.

Ja, dan onze onlangs weduwe geworden vriendin Hanneke. Moedig mailt ze:

"Tot mijn spijt kan ik niet komen. Op dit tijdstip is het toch nog even te ver".

Ze is sterk in het lanceren van understatements.

Niet lang geleden hebben we haar bezocht in een zorghotel in Den Haag, waarin ze op advies van van haar kinderen was opgenomen. Ze was moedig en maakte een eenzame indruk.

Haar man ontmoetten we de laatste keer in een hospice, waar hij zijn laatste dagen beleefde.

Ik stop met de digitale felicitaties per en schakel over op de gelukwensen per ouderwetse post in eigen handschrift en soms met vulpen geschreven op stemmige en vrolijke kaarten.

Wim, medelid van de schrijversclub:

"Zoveel bedrijvigheid, zo een veelzijdigheid, zoveel meelevensheid., zoveel betrokkenheid...."

De kaart is vol en hij besluit, duidend op de negentig jaar met:

"Je hebt het gepresteerd."

Wim komt uit een protestants nest, waarin de onbekwaamheid en de zondigheid van de mens wordt beleden en men alleen uit genade meent te kunnen leven.]

Zijn erkenning van prestatie heeft me veel gedaan.

Dan de kaart van Wil en Piet. Het handschrift is van Piet. Wil schrijft duidelijker. Ze heeft een werkzaam leven lang voor klassen met kinderen gestaan en op schoolborden geschreven.

Piet geeft door wat Bertrand Russell schreef in 1962 toen hij negentig jaar werd. De conclusie van Piet is, dat ik evenals Peter Brook, over wie Russell schreef, 'mijn tiende decennium aan kan en voltooien. Piet, die zijn meeste tijd besteedt aan lezen en schaken geeft ook het advies van Bernard Shaw door:

"Probeer niet eeuwig te leven, want het gaat u niet lukken."

Proberen? Tijdens het feest werd ik erop betrapt, terwijl ik met mate had gedronken, dat ik het gevoel had eeuwig te leven

.

Wil en Piet hebben zeer betrokken geleefd en doen dat nog. Zij waren in de Vondelstraat in Amsterdam, toen daar in de vorige eeuw de gevechten waren losgebarsten oorlog tussen de krakers en de militaire politie, die tanks hadden ingezet en de orde moesten herstellen. Ze liep, als was de Vondelstraat het Rode Plein in Peking, tegen het geweld van de overheid in. Bloedmooi Wil, zoals ze daar liep op de foto, die ze me liet zien.

Terug naar de mails. Op de dag van de verjaardag stuurde oudste kleinzoon Thimo als felicitatie een foto, die jaren geleden volgens hem is genomen in Burgers Zoo. We staan er met z'n tweeën op. Ik stuurde hem de foto toen, me afvragend of een puberende kleinzoon geïnteresseerd zou zijn van was in een foto met zijn grootvader. Het was achteraf een geslaagde opname.

Mijn vroegere collega Anneke zegt een dag voor het feest per mail af. Zij behoort tot de categorie collega's, die door collega Bert Klei met respect werd aan geduid als 'dolende domineesdochters.' Domineesdochters waren oververtegenwoordigd op de redactie van het dagblad "Trouw".

Na mijn pensionering ontmoette ik haar weer en begroette haar enthousiast met een "Anneke". "Nee", zei ze "ik heet nu Anna". Ze was getrouwd en had rust in haar leven gevonden; ze straalde het uit. Ik feliciteerde haar.

De mail van haar verhindering is weer van Anneke. Ze schrijft:

"Ik zal er helaas niet bij zijn. Omdat ik na het overlijden van mijn man Amsterdam heb verruild voor ons huurhuisje in Griekenland.

"Een heel fijne verjaardag met veel lieve mensen om je heen..."

Ja, de lieve mensen ( van burgemeester Van der Laan), haar wens is in vervulling gegaan. Mensen, achter wie dikwijls grote verhalen schuilen.

Gelukwensen alom.

Als een heerlijke warme douche.

Uit alle tijden en streken van de wereld.

Het hield niet op. Manda schreef op het etiket van een fles met degelijke witte Nieuw-Zeelandse wijn: "Op naar de 100. Kus."

Ze is een verstokte reiziger met haar onafscheidelijke rollator. Geen vlucht is haar te ver. Was een reisleidster, aan wie je wat had. Als medewerker aan de glorietijd van de Wereldomroep wist zij haar woordje wel te doen.

Ik sprak haar dikwijls aan met 'majesteit'. Haar achternaam is Van Buren.

Zo kan ik vervolgen tot vervelens toe.

Het was een feest van tal van bubbels, die zijn waar te nemen in het moderne leven en ook te onderscheiden in vervlogen tijden.

Ze waren vertegenwoordigd en kwamen samen in een mooie andere bubbel.

Het was meer dan een vloedgolf. Een verkwikkende waterval in de tropen, die je overspoelde.

De kruiken met korenwijn stroomden toe en een nieuwe stapel boeken wacht gelezen te worden.

Hier laat ik het niet bij en ga terug naar mijn aangetrouwde neef Ton. Hij wilde mijn nicht Atty, 'die steeds verder leed onder haar Alzheimer' en wie hij jaren lang twee keer per dag bezocht, overleven.

Die wens en plicht zijn voorbij. Er is geen nieuw doel meer en hij mailt :

"voor mij is het aangenaam hoe andere van het leven kunnen genieten, maar naast m'n interesse in de actualiteit en de geschiedenis, word ik meer en meer een oud en een beetje eenzaam mannetje, dat het helemaal niet erg vindt dat ie ook tegen de negentig loopt en niet lang meer hoeft te leven. "

Ton