Aantjes

Bergredenaar Aantjes

geen Messias

Leen

verdween

naar Port

Natal ;

het

Bijna mijn hele leven lang heb ik willen weten hoe het met Leen Brouwer is afgelopen. Leen kwam in het laatste jaar van de Tweede Wereldoorlog veel bij ons in Beilen over de vloer. Als het nodig was sliep hij bij ons.

Hij was schoenmakersknecht bij buurman Jagt. Er was in die tijd in de buurt veel veel gaande. Dat heb ik pas veel later begrepen (wij werden als nieuwsgierige pubers buiten het hoe en wat gehouden) uit de boeken van de Historische Vereniging gemeente Beilen. Het huis van buurman Jagt was een belangrijk onderduikadres.

Leen was erg populair en we mochten hem graag. Hij was een flapuit. Het was lachen met hem. Om een nacht was hij verdwenen. Naar Port Natal in Assen gebracht en in het strafkamp daar terecht gekomen. Er werd niets meer van hem vernomen. Ook na de bevrijding niet. We misten Leen.

Ik mis hem eigenlijk nog.

Misschien heette hij geen Leen. Er kwam meer volk met andere namen over de vloer.

Port Natal. De naam vlamde weer bij me op bij het kijken naar de televisieserie van de EO “De val van Aantjes”. De eerste uitzending beviel me matig. De hoofdrolspeler Ronald Trop leek op iedereen behalve op Aantjes en Hannie van Leeuwen (ook minder te herkennen) was een totaal andere geworden. (Zie foto).

De

Bergrede

van

Aantjes

Het evangelie geeft geen rechtstreekse richtlijnen voor het politieke handelen, maar het geeft wel richtlijnen voor het rechtstreekse politieke handelen, en soms wel degelijk heel concreet. Leest u er Mattheüs 25 maar eens op na: hongerigen voeden, dorstigen te drinken geven, vreemdelingen huisvesten, naakten kleden, zieken en gevangenen bezoeken.

verleden

laat zich

steeds

gelden

In de tweede aflevering waren de twee beter op dreef en werd het drama van Aantjes, de politicus van weleer, voelbaar.

Het verhaal is bekend. Aantjes was vrijwillig in Duitsland gaan werken en werd daar postbode. Om weer terug in Nederland terug te kunnen komen, trad hij toe tot de Germaanse SS.

Die Duitse nazistische organisatie was semi-militair en niet de echte SS. Aantjes kwam niet thuis terug en belandde in het strafkamp van Port Natal in Assen.

Toen Lou de Jong, directeur van het NIOD, de val van Aantjes in 1978 inluidde, bleek in zijn rapport dat hij was opgenomen in de Waffen SS belangrijk te zijn. Aantjes was in vreemde krijgsdienst geweest en dus geen Nederlander meer. Hoe kan je dan nog lid van de Tweede Kamer zijn? De aanwezigheid van Aantjes in Port Natal kreeg ook veel aandacht.

Er ontplofte iets bij me van binnen. Het was in de tijd, dat Leen verdween en in het strafkamp van Port Natal werd gestopt. Hij was dus in handen gevallen van Aantjes van de Germaanse SS. Had Leen misschien zijn mond niet kunnen houden en Aantjes toegeroepen: “He Duitse SS-postbode, wat doe je hier?”, zoals hij ooit eens tot onze schrik tegen een Nederlandse politieman, die een Engelse piloot had overgeleverd aan de Duitsers had gezegd: “Hé pilotenvanger, wat doe je hier….”.

Zo gaan je gedachten aan de haal. Aantjes ontkende, dat hij politiediensten had gedaan in Port Natal.

Ik maakte als parlementair redacteur Aantjes mee als een politicus in het centrum van de politieke macht, eerst toen hij lid was van de fractie van de ARP en later als voorzitter van de CDA-fractie. Een belangrijke sleutelpositie steeds tussen links en rechts.

Een aantal journalisten wist dat Aantjes naar Duitsland was gegaan en daar postbode was geweest. We maakten daar geen drukte van. Zo was de journalistiek toen. De oorlog was ook in de jaren zeventig al lang geleden. Aantjes wilde, zoals trouwens vele kamerleden, graag minister worden. Het liefst van volkshuisvesting. Maar hij was een risico. Op het partijbureau van de ARP en later van het CDA kwamen soms anonieme briefjes binnen, vermoedelijk afkomstig uit het verzet in oorlogstijd. Men had er vrede mee, dat hij Kamerlid was. Maar minister? Nee.

Alsof wij spindokters waren vroeg hij soms of wij hem ministeriabel achtten.

Hij zou het kunnen proberen. Maar wij raadden het hem niet aan.

Aantjes was niettemin fractieleider geworden van het CDA. De vroegere KVP-prominenten Andriessen en Lubbers hadden hem deze positie gegund.

In die functie sprak hij het landelijke congres van het CDA toe. Uit de rooms katholieke bloedgroep van de partij had men hem gevraagd als protestant er geen preek van te maken. Dat deed hij in het begin niet en hield zijn verhaal politiek zakelijk, maar aan het slot van zijn toespraak volgde wat later werd genoemd zijn Bergrede. Het was een soort herhaling wat Jezus had gezegd op een berg in Galilea.

Na zijn rede was er pauze. Ik herinner me, hoe de toehoorders zwaar onder de indruk uit de zaal kwamen. Alsof ze een indrukwekkende preek hadden gehoord. Een week eerder had Aantjes zijn generale repetitie gehouden voor een landelijke vergadering van de jongeren afdeling van het CDA. Daar had hij ook indruk gemaakt. Hij vertelde mij, dat hij het zeker ook zo zou zeggen op de landelijke vergadering.

De Bergrede viel goed in de partij. Hij werd zelfs de Bergredenaar genoemd. Aantjes zat goed; hem kon niets meer overkomen. Er deed zich overigens in de politiek en in de fractie een probleem met de aankoop van de straaljager F 16 voor. Van Leeuwen was voor en liep de bijnaam van ‘Straaljager-Hannie’ op. Aantjes liep niet blindelings achter de NAVO aan en was tegen de plaatsing van de neutronenbom, waarvan de burgers vooral slachtoffer zouden worden.

Of de tip aan Lou de Jong over het oorlogsverleden van Aantjes van de kant van Defensie kwam of uit het voormalig verzet is niet bekend, maar De Jong als baas van het NIOD werd op het spoor gezet van het oorlogsverleden van de toppoliticus Aantjes en sloeg in een persconferentie ongenadig toe. De politicus was bij de SS geweest. Punt uit.

Aantjes was een paar dagen eerder al op de hoogte gesteld van de uitkomst van het onderzoek van De Jong. De persman van het CDA, Piet van Tellingen adviseerde hem direct na het optreden van De Jong een persconferentie te houden en het echte verhaal te houden. Hij negeerde dit advies en beriep zich op een formaliteit; eerst moest zijn fractie worden ingelicht.

Als hij direct gereageerd zou hebben, zou hij zijn politieke huid gered hebben, was de redenering achteraf. Immers, hij was geen lid geweest van de Waffen SS, zoals De Jong meende, maar van de Germaanse SS. Hij had zich bij deze semi-militaire aangemeld, omdat dit een middel was om naar Nederland te kunnen terugkeren.

Het negeren van het advies noemde Aantjes een ernstige fout, die hij in zijn leven had gemaakt.

Ik vraag me echter af of hij met zijn verweer en verhaal weg was gekomen in de jaren zeventig. De zwarte vlek van de SS was gemorst. En was de Germaanse minder duivels dan de gewone en ook geen vreemde krijgsmacht?

Maar dan moeten wij dan wel nú vandaag toepassen. Intussen zijn wij 2000 jaar verder, en kijk eens om u heen!

De hongerigen worden niet gevoed; zij sterven als ratten langs de wegen van hun uitgedroogde landen. En als wij 1 procent van ons nationaal inkomen voor ontwikkelingssamenwerking uitgeven, hebben wij meer zorgen over de vraag of die ene procent wel goed wordt besteed, dan over de vraag of die 99 procent die wij voor onszelf reserveren wel goed wordt besteed.

De dorstigen worden niet gelaafd. Zij worden aan hun lot overgelaten ... En de vreemdelingen worden niet gehuisvest. Zij worden gediscrimineerd en uitgewezen. En wij laten ze uitwijzen, tenzij we ze nodig hebben om het werk te doen waaraan geen Nederlander ondanks honderdduizenden werklozen zijn handen vuil wenst te maken.

En de gevangenen wórden niet bezocht. Zij worden gemarteld. En wij vinden dat wij al heel wat doen - ik spreek over mezelf - als wij een kaart van Amnesty International als kerstgroet rondzenden in plaats van een zoete afbeelding van de herdertjes in Efratha's velden.

Geen plaats voor christelijke politiek?

De wereld hunkert naar christelijke politiek! '

Aantjes had mogelijk in de politiek kunnen blijven. Maar niet als de politieke leider van het CDA en het beroep van voorzitter van de Kampeerraad, dat hij kreeg voor zijn verder levensonderhoud was hem bespaard gebleven.

Hij was niet alleen wat in het politieke jargon heet ‘aangeschoten wild’, hij was dodelijk getroffen.

Zijn Bergrede als parafrase van wat Jezus zei, (zie hiernaast) had grote indruk gemaakt. Zoals hij het poneerde, moest de politiek worden. Rechtvaardigheid alom.

Maar Aantjes was geen Messias. Hij was de bekwame berekende, rekenende en zijn kansen afwegende politicus. Voor zichzelf had hij afgewogen dat het beter was toen hij zich beschikbaar stelde voor de Tweede Kamer zijn vroegere relatie met de SS te verzwijgen.

Over een ernstige fout in zijn leven gesproken.

Geen Messias, zoals de dezer dagen overleden Mandela werd aangeduid en leiders als Marten Luther King en Gandhi werden genoemd. Zij wisten leer en leven met elkaar te verénen.

Een zoon van Aantjes zei over zijn vader na de tv-uitzending: “Hij had ook dominee kunnen zijn, gezien het verschil van wat buiten de deur werd gezegd en de moraal thuis.”

Politicus Aantjes redde het niet in de jaren zeventig van de vorige eeuw.

En nu? Het verleden laat zich steeds gelden; kan niet vergeten worden.

Bij het zien van ‘De val van Aantjes’ sprong Leen Brouwer, (foto links) of hoe hij ook geheten mocht hebben, weer in mijn gedachten.

Zo werkt dat.

Bert de Jong

Terug

Terug naar weerwater: Home