Verlegen

Boeken

als

broodjes

-

gezond

Auteurs en geloof

Beginners en volhouders

Stephan Sanders begint het geloof te ontdekken. Hij is schrijver, columnist en presentator voor radio en op televisie. Hij heeft vooral geschreven over de problemen van onze multiculturele samenleving. Verder kan worden gemeld, dat zijn huid niet blank is en hij homo is?

Wie lang leefde in het kamp, waarin God dood is verklaard, heeft heel wat te uit te leggen en te vertellen hoe hij tot een andere fundamentele overtuiging is gekomen. Of misschien ook niet. In een interview met het dagblad "Trouw" zegt hij in drie woorden dat het een "late coming ooit" was.

Sanders voelt zich aangetrokken tot het rooms-katholicisme, gaat te hooi en te gras naar de kerk en is van plan het dit jaar meer te proberen. "Maar deze kerk accepteert de homoseksueel toch niet?, vraagt "Trouw".

Het antwoord van Stephan Sander: "De liefde is zo' godsgeschenk dat je wel van een goeden huize moet komen om die te verbieden."

Genoeg over Stephan Sanders. Hij is niet de enige uit het denkende en lezende deel van de natie, dat God niet alleen opzij had geschoven , maar ook geen rekening meer hield met een godheid of zo iets en tot deze "coming out" kwam.

De schrijver en dichter Joost Zwagerman bracht zichzelf om het leven. Hij deed dat niet na informatie van of in de nabijheid van zijn familie, maar pleegde op afschuwelijke manier zelfmoord. Wat hij achterliet was onder meer een juist uitgegeven cyclus religieus getinte gedichten, herhaaldelijk geciteerd na zijn plotselinge dood. In het weekblad "De Groene Amsterdammer" schreef hij nog : Ik zeg nu "God" en hoef dat woord niet meer door te spoelen met twee of drie flessen wijn. Het is een begin."

Zo zijn er meer "beginnelingen", die het ook in het geloof gaan zoeken, omdat geen enkel gedachtengoed tot een leefbare en rechtvaardige wereld leidt, tot een maatschappij, die maakbaar is. Het lijkt er niet op.

De "beginnelingen" zijn schrijvers en dichters . Ze zijn niet bleu en komen er voor uit, dat ze het weer in de richting van het geloven en de kerk zoeken. Niet dat dit direct in hun werk staat te lezen, maar men laat het wel hier en daar wel in gesprekken en interviews vallen. In de tijd, waarin zo duidelijk God dood werd verklaard, keken ze wel uit. De uitgevers zagen ze aankomen. De boeken moesten worden verkocht aan de belangstellende lezers die van God niets wisten en wilden wet en van wie een belangrijk deel de kerken juist had verlaten.

De auteurs die zich christelijk noemden zochten hun heil bij de christelijke uitgevers, die hun doelgroep vonden onder de lezers, die nog naar de kerk gingen of deze net hadden verlaten.

Deze auteurs werden door de echte literaire wereld, zeg de literaire kenners, kortom ze werden door de literaire elite, zeg de literaire grachtengordel niet steeds serieus genomen, hoewel ze toch wel iets te melden en te vertellen hadden.

Als gepensioneerde en vrij mens maak ik deel uit van Schriiverscontact, een club van auteurs uit de christelijke hoek.

Van de leden zijn één of meer boeken uitgegeven. Of zij zijn op een andere manier literair productief of werkzaam. op andere gebieden creatief werkzaam . Het aantal leden schommelt tussen de 40 en 50.

In de loop der jaren hebben de leden samen vele honderden – en misschien wel een paar duizend – boeken geschreven en uitgegeven. Zij produceerden boeken op velerlei terrein: romans in diverse schakeringen, essays, verhalen, kinderboeken, gedichten, liederen, ga zo maar door.

Van de leden wordt wel verwacht, dat zij een "christelijke levensvisie" hebben.

Het bovenstaande ontleen ik aan de website van de club.

Ik herinner me niet, dat we al die jaren besproken hebben wat we onder "christelijk" moeten verstaan en wat een "levensvisie" inhoudt. Als je daar over praat, gaat het mis. Wanneer we elkaars werk bespraken heb ik nooit gemerkt, dat we speciaal letten op visie en geloof. Wel op kwaliteit en zo nodig op de komma's, punten en aanhalingstekens .

Als je voor je geloof naar buiten wilt uitkomen, moet je dat niet als een duidelijk etiketop je voordeur plakken. Het roept maar argwaan op. Evenmin moet je als auteur in je werk met je christelijk of welk geloof te koop lopen. Dat laat je maar aan de predikanten en pastoors op de preekstoel over. Dat is hun roeping. Wie je bent en wie je wilt en niet wilt zijn zou moeten blijken uit je werk. Daar heb je geen etiket voor nodig en een aparte vermelding op de kaft als aanbeveling.

Alles goed en wel, maar daar in de Verenigde Staten van Amerika heeft men mij in verlegenheid gebracht. Niet dat het schip met geld is aangekomen. Ik houd het op zegge en schrijve € 1 ,zijnde het mij toekomende deel van het door mijzelf gekocht ene exemplaar als hard bewijs dat Baby Talk, als vertaling van "Kinderpraat" inderdaad bestaat.

Aan de promotie van de vertaling ligt het niet. De regen van e-mails (zeker twee per werkdag) houdt aan. We zijn al de wereld rond geweest op de boekenbeurzen en de filmproducenten in de VS zouden zich verdringen rond de tekstjes van Baby Talk. Voor elke promotie-actie werd wel een kleine bijdrage mijnerzijds gevraagd. Als ik me door ijdelheid gedreven me in deze verkoop had gestort, zou ik zeker de hypotheek op mijn woning hebben moeten verhogen.

Laat maar gaan, dacht ik. Maar een van de laatste mails, die ik van Jackie's ontving was de oorzaak van mijn verlegenheid. Ze gooide het over een gans andere verrassende boeg. Wat zij schrijft is duidelijk.

Hier een proeve van mijn vertaling van haar wervende tekst:

Als uw kerk nog niet weet, dat u en een boek schreef, willen wij het hun vertellen.

Het komt u toe herkend te worden als auteur. Uw verhaal verdient bekend te worden.

Hier het waarom:

Wat bijna in elk boek, dat we publiceren of uitgeven staat, is in overeenstemming met God's woord.

Juist zoals in de Schrift gaan deze boeken dikwijls over onze eigen uitdagingen in het leven, onze confrontatie met de uitdaging, over de ontwikkeling van het geloof, het overwinnen van de vijand, being victorious en over het opnieuw beginnen.

(Dat being victorious heb ik niet vertaald. Te triomfantelijk. De Nederlandse taal is ontoereikend.)

Uw verhaal gaat over kromme wegen, die weer recht zijn gemaakt, zoals God doet in de Schrift. Het gaat over tegenslag, die karakters sterker maken. Over het groeiend geloof met een betere levenshouding als resultaat. Over hoe men innerlijk wordt geleid over een pad, dat aanvankelijk geen pad bleek te zijn."

Jackie vervolgt:

"Weet uw plaatselijke kerk, dat u een auteur bent ? Kennen zij uw boek? Zijn zij bewust van uw door God gegeven talent, dat u verplicht tot schrijven en uw verhaal van hoop en echt optimisme met anderen te delen, onverschillig of de onderzoekingen, de zaken en uitdagingen, die u beschrijft al of niet fictief zijn."

Zo gaat zij nog even door. Ze legt uit hoe de uitgeverij het contact met de kerk regelt en voegt er aan toe : "De mensen, die u elke week in de kerk ontmoet dienen op de hoogte te zijn van uw boek. Omdat wij geloven dat het zal helpen hun geloof te verdiepen."

Daar zeg ik geen 'ja en amen' op. Met elke regel, die ik van Jackie las of van haar tekstschrijver, groeide mijn verlegenheid. Ik ben weer in Baby Talk en Kinderpraat gaan lezen, maar vond geen alinea die kon beantwoorden aan de wervende kerkelijke teksten. Het gaat gewoon over wat kinderen doen en zeggen. Tafereeltjes die het opschrijven waard zijn, omdat ze origineel zijn en dikwijls veelzeggend. En misschien - het hoge woord moet er maar uit - ook leerzaam. Meer ook niet. Soms komt het geloof in Sinterklaas ter sprake.

De kinderen zocht ik dicht bij huis. Een enkele herinnering aan toen mijn kinderen nog klein waren en het beleven van de kleinkinderen. In overeenstemming met de loop der tijd: de kinderen zijn gedoopt en hebben de kerken meer dan hun lief was van binnen gezien, bij de kleinkinderen is noch van het een, noch van het ander sprake.

In mijn kring van bevriende en min of meer geestverwante auteurs ben ik de religieuze ijver om het geloofsleven van een ander te verdiepen niet tegengekomen. Het zijn geen predikanten, die pas betaald worden als wat ze verkondigen op papier staat en verkocht is.

Het zijn zoals Sander Stephans geen 'beginnelingen', maar meer 'volhouders', die het in de kerken en haar omgeving zijn blijven zoeken. Als mijn taxatie juist is.

Ondertussen zit ik met de e-mail van Jackie. Ik kan doen alsof mijn neus bloedt. Ook aan het eind van deze kerkelijke mail werd van mij verwacht een kleine bijdrage over te maken voor de bestrijding van de kosten van dit bijzondere project. Dus laat maar zitten.

Niet dat ik bezwaar maak dat Baby Talk in welke kerkelijke kring wordt gelezen.

Soms bekruipt me het vermoeden, dat het niets wordt met Baby Talk in het Amerikaans-Engels taalgebied. Ik vraag mij af of Jackie of haar tekstschrijver een letter van de vertaling van "Kinderpraat" heeft gelezen. Wat heeft al dat gedoe op de boekenbeurzen ter wereld opgeleverd?

Om er nog iets van te maken hebben ze het over een andere boeg gegooid en het kerkelijk erf gezocht.

Hoewel, mijn tweede verkoopster in de VS , Sarah Balukoff stelt me voor, dat ze in de maand april op het boekenfeest in Los Angelos rond gaat lopen met een T-shirt , waarop de kleurrijke kaft van Baby Talk staat afgebeeld. Ze laat bovendien het boek zien en zich ondervragen door iedereen, die interesse heeft. Zij schrijft mijn woordvoerster te zijn en wil zich laten interviewen. Vergeet niet, vult zij aan, dat we onder de rook van Hollywood zitten en de belangstelling van de filmwereld zal groot zijn.

Dat het gedoe voor de verkoop van een boek in de buurt van Hollywood of in de plaatselijke kerken al of niet met behulp van een nauw passend t-shirt met de kaft van het boek erop geprint heeft weinig te maken met wat auteurs bezielt of ze beginneling of volhouder zijn.

Mijn verlegenheid wijkt voor, bescheidenheid.

N

Auteurs moeten beseffen, .dat hun geïnspireerde maaksels

,worden verkocht

als broodjes-gezond,

afgestemd op elke smaak.

Bert de Jong.

Terug naar Weerwater >>>>>Home