boodschap

De boodschap

Er wordt gezegd dat het opdoemen van een doodkist in een droom betekent, dat iemand uit je omgeving is gestorven. Het kan een kennis zijn, een vriend, een vriendin, een familielid of iemand,

die je moeilijk kunt missen.

Wat ik bij het aarzelend licht van een nieuwe dag zag, was duidelijk. De kist stond daar scherp afgetekend.

De dag tevoren was ik in de overvolle aula van het crematorium Ockenburgh geweest voor het definitieve afscheid van mijn oud-collega Hans Schmit, volgens mij de eerste serieuze millieujournalist die in onze tijd moeite had zijn belangrijke bijdragen op de eerste pagina te krijgen.

Aan het slot van de bijeenkomst liep ik langs de kist, die onder een vracht van bloemen voor in de aula was geplaatst. De laatste blik over hem heen.

De kist met Hans stond in de lengterichting van de aula en niet dwars.

Wat ik in mijn droom zag was geen reflex van de vorige dag. Deze kist stond dwars.

Er moest een betekenis zijn, bedacht ik, toen het daglicht door de gordijnen tot me doordrong en ik verder ademde. Er was geen spoor van emotie, noch van paniek. Ik had niets met de kist van doen. Alsof ik naar een fragment uit het nieuwsjournaal keek.

Wel betrapte ik me er op haast beroepsmatig nieuwsgierig te zijn wie de overledene kon zijn.

Verhalen gaan dat het moment van zo’n droom ook het moment is van het overlijden. In de geest van andere verhalen, zoals over de trouwe hond, die somber blafte op het moment dat zijn baas ver weg van huis in een wereldoorlog sneuvelde.

Ik zou er wel achter komen op wie de kist betrekking had. Maar, zoals dikwijls, de eerste gedachten op een dag vervagen snel en verdwijnen. Ook toen ik de rouwbrief uit de enveloppe haalde en begon te lezen, bleef de associatie met de droom uit en het lichtje van herinnering gedoofd. Ik las :”Tot ons onuitsprekelijk verdriet is mijn allerliefste, stralende, dappere Nelleke, onze lieve zorgzame moeder, grootmoeder en mijn lieve zusje overleden...”

Zij behoorde tot de kring van goede kennissen en vrienden, die je pas op latere leeftijd verwerft. Een kostbaar gezelschap.

Inderdaad, stralend, dapper en frêle zoals ik haar vooral bewonderde op de receptie, die ze niet zo lang geleden met Hans gaf toen zij zestig jaar getrouwd waren. Het ging zo goed. Maar de rouwbrief gewaagt ook eufemistisch van een moeilijke periode met gezondheidsklachten.

Na de brief mijmerend opzij te hebben gelegd, proberend Nelleke zoals ik haar had leren kennen voor de geest te halen, toen pas kwam het beeld in de droom weer boven.

Ik koester het nu als een boodschap, die mij gewerd.

Als een dierbare herinnering, die blijft.

Dit heb ik als boodschap in het condoleanceregister achtergelaten, nadat ik, weer in de aula van Ockenburgh, mijn laatste blik over haar kist had laten gaan.

Č

Bert de Jong. 14 oktober 2012.

Terug naar Weerwater: Home