Het dorp

Het gezellig kletsende dorp

Een gewillige prooi

De hoop van

een merelpaar

in een tuin

Het "vloggen" is in opmars. We ontkomen er niet aan. Tenzij je hebt besloten hebt de rest van je leven als kluizenaar door te brengen en op de Mokerhei te gaan wonen.

Een vriendin, die binnenkort 75 jaar wordt en in het dichtbewoonde Amsterdam woont, meldt:

Een merelpaar is bezig een nest te maken vlak naast onze tuindeur.”

Niet zo verstandig van het paar. De vriendin verzucht dan ook in haar bericht:

„Het is natuurlijk een fijne plek, maar lastig voor ons om de tuin in te gaan.”

Dat wordt dus voorlopig binnen blijven daar in Amsterdam.

Wil, zo heet de vriendin, is goed in fotograferen en voorziet haar bericht van vier duidelijke foto’s, onder zorgelijke omstandigheden genomen, want de familie Merel moet blijven.

Het nestje en het ijverig zorgende vogelpaar staan er duidelijk op. Overtuigend bewijs.

Voorlopig kan Wil alleen de voordeur uit en is de tuin voor de nieuwe bewoners. Ik leef met haar mee. Niet dat ik veel direct contact heb; blijf van tijd tot tijd op de hoogte van de gebeurtenissen in haar leven via Facebook, een zegening van het vrije internetverkeer genoemd.

Nou ja, zegening? Er zijn kennissen, die als ze buiten de deur eten je direct een foto sturen van het gerecht, dat de ober juist op tafel heeft gezet met de bijzonderheid dat het heerlijk was. Na verloop van tijd weet je dat het kiekje van het dessert zal volgen, dat ook het echt lekker was. De foto's zijn het bewijs. Strand- en wandelvakanties zijn zo van dag tot dag te volgen.

Onze vriendin is afstandelijker.

Ze geeft haar „nieuws” niet ongeremd, maar geselecteerd door.

De merel dus. En wanneer ze ergens een foto ziet van het oude Amsterdam uit de tijd van Breitner of later en die in het Stedelijke zou kunnen hangen, seint ze die door met een klein tekstje.

Zij valt anderen niet lastig.

Wil is zuinig met haar enthousiasme.

Door Facebook en andere sociale media zijn we in een gezellig kletsend dorp terecht gekomen. Ons denkt ons daar te kennen. De gezelligheid kent geen grenzen. Waarom ook niet?

En als al dat gedoe je niet aanstaat, raak je de knop onder het scherm, die je verbindt met die wereld, niet meer aan.

Geen kluizenaar zijn, maar de weg weten te vinden in de gezelligheid van het internetdorp,

waar weliswaar goede

en minder goede dingen gebeuren..

Je hebt in het dorp een kring van ‚vrienden en vriendinnen’ die je enigszins liggen. Zo gaat dat in het dorp.

Een andere vriendin, een ijverige zzp-er in de sfeer van de p.r., deelt haar enthousiasme spontaan rond. Het gaat bij haar dikwijls om goede doelen en zij prijst graag mooie maatschappelijke initiatieven aan.

Maar juist op de dag dat Wil met haar merel kwam, bleek ook zij vol lof te zijn over een nieuwe auto, die op de markt was gekomen. Een klikje verder in haar boodschap en je leest een berekening hoe goed de prijs is en een lening tegen een zeer lage rente mogelijk beschikbaar. De cijfer-kolommen liegen er niet om.

Dezelfde auto wordt aanbevolen door een vriend en persoonlijke kennis, die de laatste tijd treffende kwatrijnen op facebook doorgeeft.

Als dichter, die zich financieel niet alles kan veroorloven, mag je best enthousiast zijn over een nieuwe auto. Maar toch?

Wat te denken van mijn ‚vriendin’, die populaire boeken schrijft, die graag worden uitgegeven en verkocht? Haar interesses liggen niet in de materieel en financieel sfeer, maar wel gaf ze tussen door op facebook haar naam aan een nieuwe auto, waarvoor op televisie en kranten druk wordt geadverteerd.

Verder denk ik aan de schrijver die, als er wat van hem verschijnt door de kunstkennende recensenten de literaire hemel in wordt geprezen. Hem heb ik in het echt een enkele keer heb ontmoet. In onze digitale dorp kom ik hem als ‚vriend’ weer tegen. Hij beveelt een ander en nog duurdere auto aan, die niet te overtreffen is.

Goed, mogen zij? De reclame van mond tot mond is immers de beste, die valt te bedenken. Dus ook in het gezellige dorp.

Onschuldig en argeloos. Maar niet altijd. Het Commissariaat voor de Media, dat er op toeziet, dat er geen stiekeme reclame wordt gevoerd voor de radio en op de televisie, heeft de nieuwe sociale media in het vizier gekregen. In een steekproef onderzocht het commissariaat honderd vlogs, waarin producten en merken in beeld kwamen. Van 75 procent van de filmpjes was niet duidelijk of de zenders betaald werden. De verdenking is er wel.

De werkelijkheid. In ons gezellige dorp hebben we het zelf niet meer te vertellen. We worden omsingeld door bedrijven, die weten dat hun reclame het beste werkt in een gemoedelijke en gezellige sfeer, waarin de manipulatie gemakkelijker en de verleiding groter is.

Bas Heijne schrijft in NRCHandelsblad, dat we bewuste en rationele wezens denken te zijn, maar door bedrijven en instituties in de droom van gezelligheid worden gebracht. Zijn conclusie:

„We zijn gewoon een gewillige prooi”

Nee, geen kwaad woord over ons nieuwe dorp. Er worden daar echt mooie belevenissen verteld en mooie dingen getoond, er wordt daar ook met elkaar meegeleefd en elkaar -al of niet in de geloofssfeer- bemoedigd en getroost.

Zoals is op een dorp.

De bedrijven weten dat de mond op mond reclame voordelig is ook in ons dorp.

Zaak is niet in slaap te raken en weg te zinken in een bedrieglijke droom.

In de venijnige reclamestroom

die de digitale wereld overwoekert

duikt een boodschap op

van een merel in een tuin

als een belofte.

Daar word je

weer klaar wakker

en vrolijk van.

Bert de Jong

Terug naar Weerwater >>>>>>> Home