Piet

Piet verkleuren we niet

Nederland is geschrokken. Hoe krijgen we het voor elkaar een discussie te voeren over Zwarte Piet, een discussie die ook nog als serieus wordt ervaren? De vaderlandse columnisten kunnen er niet om heen en herhalen dat Piet een knecht is van Sinterklaas en op het nationale kinderfeest in niets herinnert aan de slavernij van weleer.

In de vorige eeuw, lang nadat de slavernij wettelijk was afgeschaft, hadden de bakkers, de boeren en de tuinders blanke knechten, tegenwoordig agrarische medewerkers geheten.

Discussies kunnen hoog oplopen. Maar ik heb nog niet gehoord, dat de op de hoge, hoge daken met Sint meerijdende knecht eigenlijk ook niet blank zou mogen zijn.

Trouwens hoe is dat met het traditionele rooms-katholieke verleden van Sint Nicolaas. Niet dat we hem discrimineerden, maar hoog hadden we hem niet zitten.

Als hij weer in Spanje was en de cadeaus binnen waren, waagden we te zingen:

Sinterklaas, die gekke vent,

schudt de vlooien uit zijn hemd,

rijgt ze aan een draadje,

speelt er mee soldaatje,

bakt ze in de koekenpan

en eet er ‘s avonds lekker van.

Het kinderfeest was ons maar even ernst. Het geloof was het sterkst in de eerste dagen van december. Daarna was het voor een jaartje verdwenen.

Zwarte Piet was inderdaad pikzwart door de opgesmeerde schoenpoets.

Ons dienstmeisje (de ‘knechtin’ in huis) sleepte de mand met cadeautjes binnen en sprak ons ernstig toe. Ik keek haar in de ogen en zag sprakeloos verbaasd dat zij het was.

De volgende morgen zei ik tegen haar: “Jij (ze werd door ons getutoyeerd), jij was Zwarte Piet. Ze gaf me een draai om de oren.

Een jaar later was mijn geloof weer herboren de eerste dagen van december. Mijn ouders hadden voor een echte Sinterklaas gezorgd, kennelijk beseffend, dat dit de laatste kans was. De Sint was vol begrip en erg aardig. Maar ik herkende in hem een collega van mijn vader.

De pertinente ontkenning de volgende dag mocht niet baten. Het was over met het geloof. Maar het kinderfeest met de zwarte knecht en de blanke sint zijn we blijven vieren. En hoe.

Maar nu moeten we uitkijken. Een aantal zwarte en bruine, maar ook blanke landgenoten voelen zich gekwetst door het kinderfeest, dat tot op hoge leeftijd wordt genoten met gedichten en grappen terwijl de goed-heiligman en zijn sympathiek knechtje ver uit de gedachten zijn verdwenen.

Intussen zitten we wel met de ontbrande discussie opgescheept. Enkelen voelen zich gekwetst door de manier waarop we met de kinderen feesten. Het is waar, gekwetste gevoelens moeten worden ontzien.

Slavernij in het verleden.

De piet-discussie versluiert het werkelijke probleem van de tegenwoordige slavernij, de vrouwenhandel, waarover herhaaldelijk wordt gerapporteerd en geschreven.

Discriminatie van de gekleurden.

Racisme nu.

De Nationale Ombudsman Alex Brenninkmeijer zei in interviews, dat de vaderlandse politiek wel erg populistisch en nationalistisch is geworden en de politiek te weinig doet om racisme te bestrijden. Uit een rapport van de Raad van Europa blijkt, dat Nederland niet tolerant is. “Witte heteroseksuele mannen zijn de norm”, aldus de de toelichting van de Raad.

Zo kan hij wel weer even en hebben we nog veel te bepraten.

Laat Zwarte Piet dan nog even gaan met zijn fratsen om de kinderen met hun ouders en grootouders te vermaken.

Hoe moet het dan met de werkgroep van de Verenigde Naties, die onderzoekt doet naar de Nederlandse Zwarte Piet en ressorteert onder de Hoge Commissaris voor de Mensenrechtren (let op de hoofdletters)? Als het tot een klacht komt negeren. Dat gebeurt vaker met uitspraken van de VN. Piet houden we zwart en geven als compromisje geen andee kleur, zoals zelfs een minister suggereerde. We verkleuren Piet niet.