Gerben

G e r b e n g i n g

H

P>>

Van Gerben, onze buurman boven, hebben we afscheid genomen voor ons

vertrek naar een warme plaats op de planeet om te overwinteren.

Niet dat we thuis met elkaar in hetzelfde gebouw zo dik zijn met elkaar. Maar Gerben woont al een jaar of achttien enkele meters hoger op de verdieping boven ons, eerst samen met Corrie en de laatste jaren na haar dood alleen, en zou als we weer thuis waren van de overwintering verhuisd zijn naar Leiden, waar zijn dochter woont.

We konden Gerben niet zo maar laten laten gaan en praatten nog even met hem in zijn ruime living, reeds bezaaid met verhuisdozen. Een dag eerder liep ik hem nog in de weg in zijn garage, waar hij met zijn dochter een keuze probeerde te maken uit de stapels boeken, tijdschriften en andere publicaties, die daar al die jaren lang renteloos lagen te wachten op een betere bestemming. Wat zou nog naar Leiden mee kunnen?

Voor mij een zeer herkenbaar beeld, weerspiegeld in mijn garage naast die van hem met ook verhuis- en schoenendozen, waarin toch een niet onbelangrijk brok van je leven zit verwerkt.

Leiden heeft geen plaats voor al dit strikt persoonlijke culturele erfgoed.. De dochter legde vier Verkade-albums, compleet met de plakplaatjes op zij. Zij is historicus en haalde uit de stapels een fraai uitgevoerd boekwerk over een onderwerp uit de zeventiende eeuw. Ze streelde de kaft.

Gerben was in zijn werkzame levensperiode psycholoog.

Hij heeft me ooit eens verrast met een opmerking na een ontmoeting in een flits. Ik zat met een kennis en goede vriend in de lobby van een hotel. Gerben passeerde op weg naar de eetzaal. Als goede buren groetten we elkaar beleefd. Meer niet.

De volgende morgen stonden we samen in de lift naar beneden. "Bert", zei hij "mag ik wat zeggen over de man met wie je gisteren aan de praat was?".

"Ken je hem dan misschien?"

"Nee, nooit eerder gezien. Maar die heeft wat in zijn mars. Hij betekent wel wat.", deelde Gerben mee.

Ik sprak hem niet tegen, maar vroeg hem: "Hoe weet je dat?"

Over ons verleden en al of niet maatschappelijke carrières weten we weinig van elkaar. Waarom zouden we?. We staan in het nu en weten wat ons te wachten staat op onze leeftijd. Het persoonlijk verleden is niet zo relevant, denken we.

Dat Gerben psycholoog is, was in de jaren wel doorgesijpeld. Hij vertelde me nu, dat hij geen klinische, maar sociale psycholoog was en zich had gespecialiseerd in het opsporen van talenten voor topfuncties in het bedrijfsleven en eventueel maatschappelijk en politiek leven. Een job-hunter zogezegd. Hij was weer bezig geweest, toen hij ons in de lobby van het hotel passeerde. Leverde een mondeling rapportje, waarin ik me geheel kon vinden.

Ik heb een ingebakken vooroordeel betreffende psychologen en ook predikanten. Deze lieden presenteren zich en opereren in de gesprekken met een meerwaarde, omdat ze denken het ziele- en geestelijk leven van de mens beter te doorgronden.

Hoewel hij tijdens het bridgen wel eens wat onbehouwen uit de hoek kan komen, houdt hij zich bij het normale contact op de vlakte en stelt hij zich terughoudend op. Er valt over veel onderwerpen met hem te praten. Maar diepgaand gaat het zelden.

De avond voor ons vertrek vielen we bij hem binnen voor het afscheid. Er hing iets plechtigs in de lucht. We vroegen meer naar zijn werk vroeger en schuwden de politieke onderwerpen niet. Gerben deelde mee, dat hij de laatste tien gepensioneerde jaren voor een deel besteed had aan een standaardwerk. Het eerste hoofdstuk was enigszins filosofisch getint.

Hij zette de inhoud helder uiteen. Het zou niet hebben misstaan als inleiding op het programma van een politieke partij, waarop ik direct zou hebben gestemd.

Bij het vertrek vroeg Gerben of ik zijn manuscript wilde lezen. Ik overwoog, dat als ik het meenam het gelezen moest hebben wanneer ik hem in Leiden bezocht. Dan zou hij een duidelijke reactie van me verwachten. Het was me teveel en liet zijn werkstuk liggen. Met toch een kloppend geweten.

We zwaaiden gedag toen de deuren van de lift dichtschoven.

"Een lift kan een vergrote doodskist zijn", was mijn onbedwingbare gedachte. Ik herinner me niet dit hardop gezegd te hebben.

De volgende dag vertrokken we. Amper na een lange reis op het overwinteringseiland aangekomen, ontvingen we op het telefoontje een app met de vermelding in telegramstijl dat Gerben dood was. Hij had de avond nog met de buren gebridged en was de dag daarop naar de parkeerplaats gegaan. Stap voor stap. Veel snelheid bezat hij niet meer. Voor zijn auto stortte hij ineen. Reanimeren baatte niet meer.

Gerben stierf plotseling.

Van de buurvrouw beneden ons kregen we direct een app met haar reactie op de dood van Gerben. "Wat een toestand met Gerben", schreef ze. "Hij is wel voor zijn beurt gegaan."

Buurvrouw Gre is 91 jaar.

Gerben was 89 jaar.

Nog geen twee jaar ouder dan ik.

Beurt of geen beurt.

Het is dicht bij.

Aan de bridgetafel heb ik dikwijls oog in oog gezeten met Gerben. Hij kon er wat van. Van onze club gaan de geroutineerde en bekwame spelers het eerst heen, is mijn indruk. Ze zijn steeds het eerst aan de beurt: Bert, Joop, Jo, Nils en meer. Nu Gerben.

Graag zou ik mensenkenner Gerben gevraagd hebben naar een mogelijk verband tussen bridgeprestaties en het voor de beurt gaan.

Dat kan niet meer. Ook zou ik nog gepraat willen hebben over zijn manuscript. Het lijkt of het niet geschreven is.

Gerben ging en bereikte Leiden niet.

Terug naar Weerwater>>>>>> Home

Bert de Jong.