Fusie

Vloek en vergeving

De pijn van

kerkscheuringen

Er staan berichten in de krant staan, die je blijven achtervolgen. Niet dat ze slaan op gebeurtenissen, die de wereld schokken en de geschiedenis van de mensheid veranderen. Hoe belangrijk de verwoesting van de twee torengebouwen in New York ook zijn door het insturen van vliegtuigen door islamitisch gedrevenen en in de jaren veertig van de vorige eeuw de ondergang van de Amerikaanse oorlogsschepen in Pearl Harbour door Japanse bommenwerpers als data, die de menselijke historie deden kantelen, er zijn gebeurtenissen, die je persoonlijk en in de kleine gemeenschap, waarin je opgroeit zo raken, dat je eigen geschiedenis een wending neemt en je verdere doen en laten voor een deel bepaalt.

Kerkscheuring is zo’n ramp, die jezelf en je familie en kennissen kan overkomen. Kerken scheuren en vallen in stukken, wanneer de gelovigen het zo oneens zijn geworden, dat ze elkaar de tent weten uit te vechten. De geschillen van mening zijn zo emotioneel, dat ze moeilijk exact onder woorden zijn te brengen. Wanneer dat lukt en het tot een formulering en uitspraak komt, verhevigt de onderlinge strijd, die door de kerkleden met een heilige geloofsovertuiging wordt gevoerd.

De broeders en zusters luisteren, bidden, zingen en vieren hun geloof van de ene zondag op de ander niet meer in de vertrouwde eigen kerk, maar gescheiden in verschillen gebouwen.

Kerkscheuring is een vloek die de trouwe gelovigen treft.

Kerkscheuring wens je je ergste vijand niet toe, laat staan je medemensen, die trouw zondag op zondag hun kerkelijke verplichtingen nakomen.

Is de vloek opgegeven, vervlogen, uitgewerkt? Het is dit bericht, dat ik voor kennisneming heb aangenomen en van me afgeschoven, maar dat me niet met rust laat en achtervolgt.

Het stond in het dagblad Trouw op de pagina met het dagelijks nieuws, geredigeerd door een redacteur van de redactie Religie en Filosofie.

De eerste veel zeggende zin van het bericht:

“Precies vijftig jaar na hun scheuring zijn twee kleinere gereformeerde kerken weer op weg naar hereniging.” Het vervolg: “Vandaag houden de vrijgemaakt-gereformeerde kerken en de Nederlands-gereformeerde kerken voor het eerst in hun geschiedenis een gezamenlijke vergadering.”

Deze vergadering is inmiddels gehouden. In een goede verstandhouding.

Foto's kunnen meer zeggen dan woorden.

De vrijgemaakte gereformeerde kerken tellen 118.000 leden of zielen en de Nederlands gereformeerden kerken 33.000.

Waar hebben we het over op een Nederlandse bevolking van ruim 17.000.000 bewoners.

Maar het leed en verdriet in deze kleine kerkelijke kringen valt niet te tellen en te wegen.

In het bericht komt Willem Smouter. de voorzitter van de landelijke vergadering van de Nederlandse gereformeerden aan het woord. Op de gezamenlijke vergaderingen van de besturen van de twee gereformeerde groeperingen, uitgebreid met twee honderd bezoekers is ruimte voor “pijn, verootmoediging en vergeving', zo kondigde hij de vergadering aan.

Hij herinnerde eraan hoe ingrijpend de kerkscheuring vijftig jaar geleden was: dominees werden uit hun ambt gezet, families uit elkaar gereten, de gelovigen verketterden elkaar.

"Nu nog zijn er mensen die er bij het opstaan elke dag pijn van hebben", vulde Smouter aan.

In 1967 barstte de bom in de kerken van de vrijgemaakte gereformeerden. Het ging volgens het bericht over de mate van de vrijheid in de leer. Dat was maar al te waar. Die leer loog er niet om.

De vrijgemaakt-gereformeerden maakten zich in de oorlog, in 1944, los van de Gereformeerde Kerken. Het ging er radicaal aan toe. Ze vormden een protestantse mini-zuil met eigen scholen en een eigen politieke partij. Vrijgemaakte theologen verkondigden ex cathedra de leer van de voortgaande reformatie, niet alleen voor het kerkelijke, maar ook het maatschappelijk leven.

Zij, die zich hadden afgescheiden van de Gereformeerde kerken waren lid van de enige ware kerk. De andere kerken waren vals. Die ware kerk was zeer concreet en plaatselijk was haar postadres te vinden, namelijk dat van de scriba.

Contact met de valse kerken was uit den boze en enige toenadering tot de gereformeerde kerken, waarvan ze zich hadden vrijgemaakt, was een zonde, die niet vergeven kon worden.

Maar in de loop der jaren had ook deze geestelijke en kerkelijke revolutie de neiging de eigen kinderen op te eten. De periode van pijn brak aan. En de Nederlands gereformeerden kerken ontstonden, ontkomen aan het juk van de vrijgemaakte gereformeerden.

Toch, na een halve eeuw vinden de twee kerkelijke groepen van gereformeerden elkaar weer. In een sfeer van ‘ootmoed en vergeving”.

Is er een wonder gebeurd op kerkelijk niveau?

Een kerkelijke bekering in de goede richting?

De vrijgemaakte gereformeerden zijn met de tijd meegegaan, hebben hun kracht niet uitsluitend gezocht in het isolement en de wereld, waarin zij leefden niet gemeden. .

Er is een generatie over heen gegaan. Aanvankelijk haast aanbeden theologen, die als profeten opereerden, maakten plaats voor predikanten die minder leraars en meer herders bleken te zijn. Geen theologen meer die alles voor het zeggen hadden, wel bestuurders en politici aan, die in de Tweede Kamer en het Kabinet mee het land regeerden.

De halve eeuw van scheiding liet de Nederlandse gereformeerden evenmin onberoerd. Maar in vijftig jaar groei je uit elkaar. Niettemin deden deze gereformeerden een beroep op de vrijgemaakten tot hereniging.

Dat vond weerklank.

Waarmee niet gezegd is dat men elkaar in de armen is gevallen.

De landelijke vergaderingen van de vrijgemaakte en Nederlandse gereformeerden - het woord “synode” is in hun kerkhistorie besmet - zouden 'het verlangen' uitspreken om weer bij elkaar te komen. Een regiegroep moet de komende drie jaar onderzoeken hoe de fusie eruit zou kunnen zien.

Dat klinkt niet erg spontaan.

In beide kerkelijke groeperingen bestaat enthousiasme maar ook huiver om de eenheid te herstellen. Maar hoe groot het verzet is kon voorzitter Smouter van de Nederlandse gereformeerden niet inschatten.

De ontmoetingsbijeenkomst zou worden afgesloten met een gezamenlijke dienst en viering van het Heilig Avondmaal.

Samen aan de tafel met de Heer! Niet minder.

Het ging een halve eeuw geleden er stevig aan toe toen de kerken scheurden. De pijn kan nog dagelijks gevoeld worden.

Verootmoediging en vergeving . Het kan niet missen.

De kerkhistorie kan gruwelijk zijn, ook de geschiedenis van de gereformeerden.

Wat voorviel in de moeilijke veertiger jaren van de vorige eeuw toen de bezwaarde gereformeerden zich vrijmaakten en afscheidden van de synodale gereformeerden, was nog heftiger en vrat wreed in het gezins- en familieleven.

Een oma, die geen getuige kon zijn van de doop van haar eerste kleinkind, want het sacrament voltrok zich in de valse synodale kerk om de verkeringen die uitgingen en verlovingen die werden verbroken maar niet te noemen en hoe verging het de jonge dienstplichtige die in het weekend niet naar huis ging omdat reizen op de zondag niet mocht en aan de poort van de kazerne in de troostvolle armen viel van meisjes die daar stonden.

Dat was ook de voortgaande reformatie.

Het was in de jaren, dat de leegloop van de kerken begon; de kerkscheuringen waren er ook debet aan.

Reiken verootmoediging en vergeving nog verder dan vijftig jaar? Het is maar een vraag.

Bert de Jong.