Bekeringen

Verborgen onbehagen en angst

De bekering

van

Asscher en Kuyper

Lodewijk Asscher is in een paar dagen bekeerd. Lodewijk, de politieke leider van de PvdA, laat zich niet langer leiden door de actuele omstandigheden en heeft definitief besloten in de oppositie te gaan. De voortmodderende VVD , CDA , D66 en de ChristenUnie, die het proberen eens te worden over het te vormen, mogen van hem het karwei opknappen.

“Het gebeurde zo maar eens “, lees ik in het dagblad Trouw. “Eerst was Asscher de nog wat bleke PvdA-leider, de man die klop kreeg van de kiezers.”

Asscher wijst zelf de plek van zijn bekering aan: Binnenhof in Den Haag. Beter kan niet.

Een vrouw riep hem daar toe:

“Meneer Asscher. U moet het doen! Gaat u toch alstublieft meepraten in de formatie!”

“Wat heeft u gestemd?”, vroeg de politieke leider.

“VVD”, was het antwoord.

Dat deed de deur dicht. Terug naar de kiezers, die hem in de steek hadden gelaten. Terug naar de eenvoudig denkende burgers. De dag van deze ontmoeting had hij ook het rapport ontvangen en gelezen over de nederlaag van zijn partij bij de laatste verkiezing.

De bekering van Asscher was een feit, een bekering, die treffend overeenkomt met de bekering van Abraham Kuyper in de jaren zestig van de voor-vorige eeuw.

De latere voorman van vele gereformeerde gelovigen was predikant in het dorp Beesd. Hij was afgestudeerd in de theologie in Leiden en geestelijk gevormd door vrijzinnige hoogleraren.

Op het platteland van Beesd ontmoette hij Petronella Bultens, die door biografen een ‘jonge’ vrouw’ wordt genoemd.

Zij bracht de nog jonge dominee tot andere gedachten en wees hem op het inzicht en de wijsheid van de eenvoudig denkende gelovige.

De richtingen, waarin de twee zich keerden, verschilden sterk. Kuyper werd de voorman van de Gereformeerde Kerken en de christelijke politieke partijen en Asscher zoekt het weer in het socialisme van weleer.

Kuyper ontdekte de Bijbel als zijn inspiratiebron en Asscher verklaarde het weer te zoeken in ‘zuiverheid’.

Hij kiest voor de sociaaldemocratie, “omdat hij zeker weet de wereld voor alle mensen een beetje beter te maken.”

De zuiverheid en een wat betere wereld zoekt hij links.

Maar zo is de maatschappij niet meer verdeeld.

In zijn nieuwe rol, reeds als van een straatvechter aangeduid, zette Asscher op het nieuwe kabinet, waaraan zo moeizaam wordt gesleuteld, direct het stempel van “Rechts met den Bijbel.”

Hiermee sloeg hij direct de plank mis, afgezien nog van de misprijzende toon van deze uitlating. Zo liggen de politieke verhoudingen niet meer.

Alsof in het politieke denken overal mee rekening wordt gehouden, maar een boek als de bijbel buiten beschouwing moet blijven.

De voorman van de VVD, de demissionaire premier Rutte, corrigeerde zijn collega uit het oude kabinet onmiddellijk. Hij wees erop, dat de VVD in immaterieel kwesties, (die steeds belangrijker worden in dit welvarende land), een ‚heel linkse partij’ is. Denk aan de problemen in verband met de euthanasie en aan andere ethische kwesties, zei hij.

Hans Goslinga komt in zijn commentaar in Trouw ook bij Abraham Kuyper terecht. De gereformeerde volksleider kruiste in zijn tijd de degens niet alleen met de socialisten, maar ook met de liberalen , omdat het recht werd ontzegd het geloof van de mensen te laten meespreken in de politiek.

De conclusie van Goslinga: Er wordt door de vier partijen aan een coalitie gesleuteld, waarin de oudste tegenstellingen van eeuwen geleden moeten worden overbrugd.

Asscher suggereerde met zijn ‚rechts met de bijbel’, dat het land zo diep is gezonken dat de achterlijke oude tijden van eeuwen geleden zijn teruggekeerd.

In de hernieuwde tegenstellingen haalt de ChristenUnie tijdens de formatie de kastanjes uit het vuur, terwijl de politici van het christelijk democratisch appel (CDA) gelaten toezien hoe het afloopt.

De Unie doet het volghens Goslinga niet slecht. De partij is niet wereldvreemd en was bereid tot compromissen als het ging over gevoelige zaken als crematie, de zondagsviering, echtscheiding, abortus en euthanasie. Zelfs de kwestie van het voltooide leven is bespreekbaar, heeft de CU-voorman Segers laten weten.

De PvdA en Asscher denken nog in het verouderde schema van links en rechts en houden vooral rekening met de ontevreden, calculerende burgers, die in dit welvarende land leven.

Vergeten wordt, dat het onbehagen, om niet te spreken van de angst, schuilt in de niet materiële problemen:

de komst van de vluchtelingen als een dreiging van de omliggende grote wereld,

de veiligheid en de bescherming van het leven.

Dan wordt met name door de oudere mensen gedacht aan

de op drift geraakte euthanasiewet,

de bemoeienis van de staat voor het bij sterven vrijwillig beschikbaar geven van lichaamsorganen,

het voorstel bemiddeling van de staat in te voeren als een oudere (nu boven de 75 jaar) vindt dat het genoeg is geweest en wenst te sterven. De geregelde hulp bij zelfdoding.

Hans Goslinga wijst erop, dat Rutte gelijk heeft zijn partij heel links te noemen, een partij, zoals ook het socialisme, die veel van de staat verwacht.

Dat betekent, dat het beschikken over je eigen leven en dood niet een strikt individueel recht is, maar maar ook een algemeen publiek zaak, een kwestie, die de staat aangaat.

Het onvoldoende onderkende onbehagen betreft niet meer in de eerste plaats de zakelijke problemen van het dagelijks leven, maar het onberekenbare en ongewisse.

Goslinga herinnert aan de antithese tussen de christenen enerzijds en de socialisten en de liberalen aan de andere kant van weleer, de antithese, die herleeft.

Hij vindt die herleving dringend nodig en betreurt het niet.

Alles goed en wel, maar dat diepe onbehagen beperkt zich niet tot de kerkelijke of ex-kerkelijke burgers, maar leeft algemener.

Terug naar Weerwater >>>>> Home

Bert de Jong