richtlijn

Een positieve wilsverklaring...

Lieve hulpverleners, doe je best

ook voor de’kwetsbare ouderen’

Geen

plaatje

aan je nek

om je

niet

In Zeist is huisarts Brenda Ott, 52 jaar oud, gevestigd. De arts beweert dat bijna alle ouderen bezig zijn met het levenseinde. Zij vinden het fijn om over hun dood te praten. Ott is trots op deze gesprekken met haar patiënten.

"Ik noem dat het cadeautje van de dag", verklaart ze in een interview met het dagblad Trouw.

Mijn leeftijd brengt met zich mee, dat ik veel contact heb ouderen. Ik heb niet de indruk dat wij het fijn vinden over sterven te praten en steeds bezig zijn met onze levenseinden. We hebben in tegenstelling tot onze vroegere jaren weliswaar meer ervaring met de wereld van de medici en wisselen onze medische belevenissen soms uit. Daar blijft het mij.

Het komt voor, dat ik mijn huisarts bezoek. Maar het zou een rare mentale buiteling zijn hem te raadplegen over het hoe en wat van mijn levenseinde als een lijfelijke kriebel hier en een stijve spier daar of jicht in de linker grote teen mij dwars zitten..

De Zeister huisarts zou ik het memoreren niet waard vinden. Maar zij laat

te laten

reanimeren

weten , dat het resultaat van haar gesprekken met de ouderen is, dat zij al van dertig cliënten een schriftelijke wilsverklaring verzameld heeft tot niet-reanimeren. Ott zegt collega-huisartsen te hebben aangemoedigd dezelfde gesprekken te voeren. Zij geeft haar collega's tips hoe dat aan te pakken.

Wat is er gaande? Artsen en verpleegkundigen hebben een richtlijn gekregen met het advies over het toepassen van reanimatie bij hartstilstand bij wie wel en bij wie niet.

Denk niet gering over dit document . Het is geen A-viertje, maar bestaat uit zeven dichtgetikte pagina’s. Onderwerp is de reanimatie bij kwetsbare ouderen, zoals in de titel van het document staat vermeld. Het is niet zo maar wat. Geen tussendoortje

Aan de richtlijn werkten mee het Nederlandse Huisartsen Genootschap, de Vereniging van specialisten ouderengeneeskunde en de V&VN of wel de Verpleegkundigen en verzorgende Nederland.

Het gaat over de 'kwetsbare ouderen'.

Wie mogen dat wel zijn? De richtlijn, waarop Ott zich beroept, is geen kleinigheid. Wat daar achter schuilt?

De zorgzame medische filosofie ontgaat me.

Reanimatie is levensreddend.

Als je schip in nood is en er een kans bestaat, dat je de oever zwemmend kan bereiken, spring je toch overboord en zeg je niet dat het schip vergaat en dus de dag van je sterven is gekomen.

Gevolg van reanimatie kan zijn, dat er van je als menselijk wezen weinig overblijft. De handicap kan ook geestelijk groot zijn. Verpleeghuisarts Bert Keizer heeft het in dit verband over 'ontgeesting'. Zijn mening is dat wanneer de geest is er nog niet uit is men niet van de lijst van mensen kan worden geschrapt.

Waarom zou ik de kans vergooien verder te kunnen leven (hoewel onder kommervollere omstandigheden) door zo'n wilsverklaring te hebben getekend, zoals door de huisarts uit Zeist is ingezameld, en deze op zak te hebben alsmede een plaatje aan je hals dat je wens bevestigt?

De volgende tekst lijkt me nuttiger en beter voor het geval als het mis gaat:

"Lieve hulpverleners, doe je best alsjeblieft, want het leven is me zoveel waard!"

Ik voel niets voor tatoeage maar ik zou haast mijn verzoek wel te reanimeren haast op mijn vel laten printen.

Vergelijk mij niet met een prins van Oranje, die nog uit zijn coma zou kunnen ontwaken. Bovendien ben ik veel ouder.

Maar ik wens in een uiterste noodsituatie bij de hulpverlening niet direct weggestopt te worden in de categorie van kwetsbare oudjes, die de extra inspanningen niet waard zouden zijn.

Nee, mijn huisarts zal met de nieuwe richtlijnen niet bij me aankomen; hij is wel wijzer.

Iets anders is indien aan mij slechts een comateuze patiënt wordt overgehouden, geheel en totaal 'ontgeest' zal ik maar zeggen, dat er een afspraak moet zijn gemaakt met degenen die mij lief en dierbaar zijn, met mij zijn opgescheept en zich voor een onmenselijke zorg zien gezet.

Een afspraak: Het hoe en wat, hoe lang dat kan duren tot het definitieve eind.

Wat weet ik er van. Maar er moet wat gezegd zijn.

Er moet afgesproken zijn.

Evenwel aan mijn hals geen kettinkje met een plaatje,

met de mededeling

dat ik niet gereanimeerd wens te worden.

Met je doodvonnis loop je niet te koop.

Het lijkt me wenselijk

een positieve wilsverklaring

(“Lieve hulpverleners..”)

op zak te hebben.

Omdat de druk uit de samenleving

zelfs ook uit de medische wereld

voor levensbeëindiging toeneemt.

Een kwestie van

pure menselijke

zelfverdediging.

Tegen de toenemende zorgzame zorg.

Bert de Jong.

Terug naar Weerwater:

Home