dagboek

Van Bangkok

naar

Istanbul

Woensdag 15 april 2015

Bangkok

Volgens een volkstelling in 2010 heeft Bangkok 8.280.925 inwoners. Niet dat dit een betrouwbaar cijfer is. De stad is overspoeld door immigranten, die niet in de registers van de overheid zijn opgenomen. De bevolking is divers van samenstelling. Uit alle delen van de wereld is men naar dit belangrijkste centrum van Zuidoost Azië getrokken.

De stad is veel boeddhistische tempels en andere historische monumenten rijk. Maar kenmerkend voor het panorama van Bangkok zijn de autowegen, die aangelegd zijn op beton en de dichtbevolkte wijken doorsnijden. Er is weinig groen meer te bespeuren in de onder een drukkende warmte zuchtende stad als je van de airport naar de haven rijdt, waar de Nautica op ons ligt te wachten.

Maar geen geklaag. De koffers zijn bij de luchthaven door de organisatie van de reder in ontvangst genomen en zullen we weer in de hut aan boord aantreffen. Dat lukt deze keer niet. De tweede koffer is onvindbaar, hoewel we haar wel in de bus naar de boot hebben zien

verdwijnen.

Cruiseschepen kunnen ook vergaan. Daarom, als alle passagiers aan boord zijn, een oefening hoe de reddingboten zijn te bereiken, getooid in een zwemvest met een belangrijk fluitje en lichtje. De drill is een zeer menselijke vertoning en nivellering van de status, zoals dat ook in een barre werkelijkheid zal zijn.

Intussen is onze koffer nog niet boven water en hoe aangenaam het verblijf aan boord ook mag zijn, we wilden wel eens onder de douche en de bezwete reiskleren uittrekken.

Pas na de drill (er bestaan prioriteiten) komt de organisatie in actie.

De koffers zijn voorzien van een label, waarop het nummer van de gereserveerde hut staat geschreven. Een officier, verantwoordelijk voor de juiste bezorging van de bagage klopt aan de deur van ons cabine met de vermiste koffer bij zich. Het probleem was niet zo moeilijk. Een porter had moeite gehad met het lezen van cijfers en gedacht dat een 7 een 6 was. Dus de bagage was recht onder onze voeten een dek lager neergezet.

Zaterdag 18 april

Singapore

De stadstaat Singapore heeft ongeveer de oppervlakte van Almere en had volgens de telling in juni 2013 niet minder dan 5,4 miljoen inwoners. Die wonen voor een groot deel in de torenhoge gebouwen.

Tussen de gebouwen is de overheid niet zuinig geweest met het groen, zodat van de oorspronkelijke tropische wouden nog iets is overgebleven. Drie kwart van de bevolking is Chinees. Daarnaast leven er belangrijke minderheden van Maleisiërs, Indiërs en Europeanen. De officiële taal is Engels.

Op het terrein van onderwijs, gezondheidszorg en economische activiteiten scoort de stad hoog. Met het gemiddelde inkomen staat Singapore op de derde plaats in deze wereld. De hoogste inkomens ter wereld worden in deze stad genoten.

Een wonderlijke wereld, die zich ook ondergronds afspeelt in een metronet met onbemande treinstellen, die er blinkend uitzien alsof ze net een zaterdagse beurt hebben gekregen. Waag het niet daar rommel uit je handen te laten vallen. Dat moet je bovengronds ook niet doen, waar het leven op deze zaterdag wordt gehinderd door een drukkende warmte en een vervuilde lucht. Voor het afleggen van de afstanden en het goede openbare vervoer heb je nauwelijks een auto nodig. Maar niets menselijks is de welvarende inwoner van Singapore vreemd.

Afgaande op de oppervlakte van de stad is de vergelijking met Almere verleidelijk. Hoog boven de Nautica zoemen de cabines aan een kabelbaan voorbij. We kijken van ons balkon uit op een eilandje ten zuiden van de stad. Daarop is een pretpark aangelegd. Vandaar de kabelbaan. Even verderop is een brug geconstrueerd, waarover een popperig dieseltreintje rijdt.

De vergelijking met thuis blijft voor de hand liggen. Mijn vroegere collega Johan ten Hove keek verrast uit het raam op ons eilandje in het Weerwater en riep: "Dat is daar nog puur natuur. Houden zo!"

Het eiland ten zuiden van Singapore moet ook puur natuur zijn geweest.

De Floriade op ons eiland is op komst. De pure natuur gaat wijken. Daar helpt geen moedertje lief aan.

Het lijkt me beter dat de plannenmakers van ons eiland Singapore niet aandoen en daar inspiratie zoeken, hoe sympathiek deze vitale stad ook mag zijn.

Maandag 20 april

Phuket

Na een rustige tocht over een onder een drukkende warmte zuchtende zee een wat moeilijke dag in het zo geprezen Phuket. Jicht slaat ook toe in de tropische regionen. Elke stap is gemeen pijnlijk.

Beneden in de boot is de medische hulppost gevestigd. Ga daar niet heen, zo zijn we gewaarschuwd, want de dienstdoende verpleegkundige begint direct volgens het protocol aan allerlei onderzoekjes als het meten van de bloeddruk in en de temperatuur van het lichaam. Na deze verrichtingen meldt een emeritus-huisarts zich, die de functie bekleedt van de scheepsdokter. De man adviseert een tweede bezoek. Een herhaling van de gepeperde declaraties is verzekerd.

Het meegenomen huisapotheekje brengt uitkomst.

Na de lunch is het verlaten van de Nautica, die voor anker ligt, te doen.Een plaatselijke bootonderneming verzorgt het vervoer naar de wal. De kapitein met zijn reddingboten komt er niet aan te pas.

We worden afgezet op een verlaten deel van het eiland met wat kraampjes met spul langs de weg. Er staan weinig bomen, die schaduw kunnen bieden tegen de op dit uur van de dag loodrecht naar beneden brandende zon.

Na een kilometer zien we tegen de zee aan op een schaduwrijke plek veel bedrijvigheid. Het basisproduct bestaat uit buigzame takken, waarvan kooien worden gefabriceerd, afgeschermd met wat wij kippengaas zouden noemen.. Voor de hanen, die zich nuttig maken in gevechten en waarop door opgewonden toeschouwers wordt gewed, veronderstellen we.

Zo gaat dat in Indonesië. Maar dit is Thailand. De kooien met een ruime ingang worden door de vissers in de zee neergelaten met de opzet, dat de vissen erin zwemmen en in het gaas, het ijzeren net, vast raken en uit het water worden gehesen. Het gaat om grotere vissen van 1 tot 5 kilo. De kleintjes zwemmen ongedeerd door de kooi heen.

We ervaren met nog twee land- en lotgenoten de zonnige wandeling als een waardevolle excursie met de ontmoeting van vriendelijke Thailanders, met wie in welke taal ook moeilijk een woord viel te wisselen. Maar begrip was er. En de jicht was totaal vergeten.

Woensdag 22 april

Rangoon

Yangon, het vroegere Rangoon, is de grootste stad van Myanmar en tot 7 november 2005 de hoofdstad van Myanmar. In 2005 werd het aantal inwoners op 4.082.000 inwoners geschat. De stad ligt aan de Rangoonrivier, vlak bij de kust van de Golf van Martaban.

In de haven, waar de Nautica ligt afgemeerd, worden uit bakken van zeeschepen alleen maar auto's gelost, die naar de ruime parkeerplaatsen worden gereden. Het zijn hoofdzakelijk bedrijfswagens. Je zou kunnen concluderen, dat de economie in dit deel van de Aziatische wereld aantrekt. Een vraag is op wat voor hobbelwegen die voertuigen terecht komen.

De grote atractie van Yagon is deur Schwedagonpagode. Deze kegelvormige, 98 meter hoge, met 50.000 kilo bladgoud en vele duizenden kostbare edelstenen bedekte pagode bevindt is één van de belangrijkste boeddhistische bedevaartsoorden ter wereld. Volgens de overlevering worden in de pagode acht haren bewaard van de laatste Boeddha, tezamen met relikwieën van drie voorgaande Boeddha's.

Met de bouw van de pagode werd begonnen in de 5e eeuw v.Chr. Sindsdien is het bouwwerk door aardbevingen vaak zwaar beschadigd, maar telkens weer herbouwd - een volgende versie door talrijke goud- en juwelengiften telkens groter en prachtiger dan de eerdere.

Rond de pagode is een paviljoen met tientallen kleinere pagodes, tempels en beelden ontstaan. Ook de kleinere pagodes werden steeds mooier als ze na een aardbeving moesten worden herbouwd.

In één van de tempels bevindt zich een 15 ton zware klok. In 1824 wilden de Engelsen deze klok overbrengen naar Engeland, maar zij viel van boord in de rivier. Met bootjes en bamboestokken wisten de Birmanen haar weer uit het water halen.

Een bezoek aan dit wereldwonder spreekt niet vanzelf. Men dient stemmig gekleed te zijn. Blote armen en kuiten zijn niet toegestaan. Daarentegen is het barrevoets gaan voorgeschreven. Een penitentie, vooral als de zon volop brandt en vooral de zwarte tegels overmatig verhit en de temperatuur van de buitenlucht tegen de 40 C. loopt, maar te billijken in dit gewijde oord. Want er wordt veel gemediteerd en gebeden door oud en jong en, mag men veronderstellen rijk en arm.

Bij de schemering worden in lange rijen de lichtjes ontstoken en de sculpturen met heilig water overgoten bij wijze van reiniging. Een enorme religieuze bedrijvigheid in overeenstemming met de enorme materiële investeringen door de eeuwen heen.

Een storm met stortregen brengt verkoeling en drijft de westerse bezoekers de beschutte tempels in bij de gelovige bidders.

Jong geleerd. Toekomstige monniken.

Vrijdag 24 april

Myanmar

De storm herhaalt zich vandaag. Alleen smijt ze geen water over ons heen, maar stof en zand. De loopplank van de Nautica wordt opzij geschoven en het zeildoek fladdert hoog op. Verderop is een tentje ingericht met een onbekende service voor het toerisme. De stoeltjes vliegen door de lucht en de vellen papier van de administratie verdwijnen in het oneindige.

De hoofdstad van Myanmar is Naypyidaw en ligt 320 kilometer ten noorden van de oude hoofdstad Rangoon. Naypidaw telde in 2014 1.558.367 inwoners en is een van de tien snelst groeiende steden ter wereld.

In het oosten van de stad ligt een groot fort waar Thein Sein, het staatshoofd van Myanmar, woont.

De residentiële zones zijn strak uitgevoerd en appartementen zijn toegewezen volgens rang en burgerlijke staat. De stad heeft op dit moment circa 1.200 vier-verdieping-appartementen. De daken van de gebouwen zijn gekleurd volgens de banen van hun bewoners: medewerkers van het ministerie van Volksgezondheid wonen in appartementen met blauwe daken en medewerkers van Landbouw onder groene daken. Hooggeplaatste regeringsfunctionarissen zijn grote herenhuizen rijk. Daarentegen leven veel van de inwoners van de stad in sloppenwijken.

Hooggeplaatste legerofficieren en andere belangrijke ambtenaren leven elf kilometer van de reguliere overheidsmedewerkers af in een complex, afgesloten voor gewone burgers. De stad heeft ook een militaire basis, die niet toegankelijk is voor de burgers of ander personeel zonder schriftelijke toestemming. In de militaire zone hebbende wegen acht rijstroken, zodat kleine vliegtuigen kunnen landen.

Het moet daar mooi en veilig wonen zijn. Dat is zeker niet het geval aan de oostgrens van Myanmar, waar de islamitische minderheid het moet ontgelden in dit boeddhistische land.

Zaterdag 25 april

Rampen en piraten

We varen door de grootste baai van de wereld. Die van Bengalen met als noordelijkste punt Myanmar, waar we vandaan komen en het zuiden van India. Aan deze baai liggen India, Sri Lanka, Bangladesh, Myanmar, de Andaman en de Nicobar-eilanden. De oppervlakte van de baai is 2.172.000 vierkante kilometer. In de baai stromen wereldrivieren uit als de Ganges.

Geografisch mag de baai uiterst interessant zijn, de onder de waterspiegel liggen de continentale plateaus zijn niet minder boeiend. Het Indo-Australische plateau beweegt zich namelijk langzaam in noordoostelijke richting. Het komt zo in botsing met het Microplateau Birma en het Sunda- of Java-deel ervan. Het gevolg van dit treffen op onvoorstelbaar formaat is het ontstaan van vulkanen, aardbevingen en zeebevingen. De meer dan rampzalige Aziatische Tsunami werd veroorzaakt door de verschuivingen van de zeebodem ergens diep onder ons vaarwater.

Niet dat we ons ongerust maken over dit verborgen gevaar. De zee ziet er diep blauw en vertrouwd uit.

Iets anders is de brief, die kapitein Vitaliy Silvachychnsky in de hut heeft laten bezorgen. Hij meent ons te moeten waarschuwen voor de HRA, die we binnenvaren. HRA is de gevarenzone, die met een vriendelijke afkorting in het Engels wordt aangeduid. Er kunnen namelijk piraten op de loer liggen, die onze boot met bemanning en passagiers in gijzeling kunnen nemen. De kapitein stelt ons gerust. De Nautica staat permanent in contact met de zeestrijdkracht van de Verenigde Staten, Engeland en andere landen, die mandaat hebben van de Verenigde Naties ons te beschermen.

Om de piraten het moeilijker te maken zullen we de komende avonden en nachten geen licht mogen aandoen op ons balkon bij de hut en de gordijnen net als zeventig jaar geleden in de oorlogstijd gesloten houden. De navigatielichten blijven voor een veiliger vaart wel aan.

De kapitein houdt de zaak ernstig. Morgenochtend om tien uur wordt een speciale oefening gehouden wat wel en niet te doen wanneer de zeerovers in zicht komen. De gebruikelijke oefening bij het vergaan van het schip, die we al gehad hebben, is kennelijk niet genoeg.

"Deze oefening", schrijft de kapitein, "wordt gehouden in het belang van uw persoonlijke veiligheid en met alle respect vraag ik uw volledige medewerking aan deze belangrijke oefening."

Wanneer er sprake is van activiteiten van de piraten, zijn aankondigingen te verwachten van de Brug. De kapitein vraagt in de brief de instructies die worden gegeven op te volgen.

Je zou bijna de smetteloze horizon vanaf je balkon gaan afspeuren naar verdachte vaartuigen.

Maandag 27 april

Geen onraad

De Baai van Bengalen veilig doorgevaren. De oefening de piraten niet terwille te zijn was een formaliteit, zoals ook aan het begin van de tocht de sloepenrol: hoe doe je een zwemvest aan en waar moet je zijn om in een reddingboot te gaan. De sloepenrol was een evenement om je vrolijk over te maken, maar de drill van gisteren stemde wat ernstiger.

Op de bodem van de zee was geen onraad te bespeuren. Geen zeebevingen en vulkaanuitbarstingen dus, hoe onvoorspelbaar de gedragingen van onze planeet ook kunnen zijn.

Het nieuws gaat niet aan de Nautica voorbij in deze WiFi- tijd: in Nepal meer dan 3000 slachtoffers door de aardbeving. Katmandoe en omgeving hebben we bereisd. Sterke herinneringen. De wereld is veel kleiner geworden en rampzaliger, zoals het lijkt.

Dinsdag 28 april

Cochin (India)

Cochin, is de op één na grootste stad in de Indiase deelstaat Kerala. De gemeente telde in 2001 596.473 inwoners[. De agglomeratie met haar 1.355.406 inwoners is een van de snel groeiende stedelijke gebieden in India.

De stad wordt de "De koningin van de Arabische Zee" genoemd. Cochin met haar landtongen en eilanden doet plezierig aan: veel groen, weinig verwaarloosde bouw en lastige straatverkopers.

Onze voorouders hebben er van 1663 tot 1995 goed huisgehouden.

Tweeduizend jaar geleden vestigden zich daar al joden, afkomstig uit Palestina. Ze zijn er steeds gebleven.

Maar er zouden nu niet meer dan zeven gelovige joden over zijn gebleven. Een aantal verzorgt de oudste synagoge in India.

Het is een heiligdom en wordt als monument beschermd en in stand gehouden.

We mogen er niet fotograferen. De verleiding dat wel te doen is niet groot. Het indrukwekkendst is de preekstoel, waarvoor een lelijke stoel is gezet, zodat we begrijpen niet de preekstoel te beklimmen.

Buiten de synagoge zijn de grafstenen tegen de muur geplaatst. Het zijn verhalen van eeuwen her.

Zo wordt daar de te tijd bewaard.

Dat gebeurt ook in de oudste Europese kerk, de St. Franciscuskerk. Links in het schip zijn tegen de muur de grafstenen uit de Portugese tijd gemetseld en rechts uit de Nederlandse periode. We lezen de door vreemde hand gebeitelde woorden:

Hier rust juffrouw Lea Vande

Kouter Huisv. Vande

EH Commandeur Isaac

Van Dielen, overLe

den den 29 XBER; A'

1688, Out zijnde 32 Iaren

Minder eenige uijren en Lea

Geertruida Van Dielen Haar

E berijder dogtertje gestor

Ven den jj nov bevoren

oud 3 Iaren 5 maanden en

17 dagen

Het is het verhaal van Lea, die in de tropen nog geen 32 jaar werd en een paar jaar voor haar dood haar dochtertje Geertruida zag sterven. In een andere steen het verhaal van Isaac van Dielen.

Cochin is zuinig op zijn historie. In het "Nederlands paleis" wordt de geschiedenis geëxposeerd. Het is een imposant gebouw waar de Nederlanders huisden en heersten. Er is een galerij ingericht van door Nederlanders getekende plattegronden, die echter ernstig verbleekt.

Een bliksembezoek brengen wij aan het rooms katholieke museum met kerkelijk bezit uit de Portugese en Nederlandse tijd. Het vaderlandse gedeelte komt bekend voor (zie de expositie in Utrecht), de Portugese afdeling biedt primitievere kunst, directer en ontroerend.

De Nautica vertrekt een half uur te laat. Als de laatste passagiers aan boord zijn, worden nog vier koffers op de kade gezet. Er verschijnt een ambulance en eindelijk wordt in een rolstoel een vrouwelijke passagier naar de wal gereden. Ze ziet er van bovenaf gezien niet ernstig ziek uit en wenst niet op de brancard, die haar wordt voorgehouden, te gaan liggen. Ze stapt met haar medepassagier in. De bagage is moeilijk in de ambulance te bergen. Maar het lukt. Het afbreken van een bootreis, om welke reden dan ook, is dramatisch.

Donderdag 30 april

Mumbai

Samen met de voorsteden is Bombay een van 's werelds grootste stedelijke agglomeraties. Volgens de volkstelling in 2001 had de agglomeratie 16.368.084 inwoners. Volgens een niet-officiële schatting over 1 januari 2009 bedraagt het aantal inwoners van Mumbai en omgeving 22.300.000 inwoners.

De stad beschikt ook over een haven die van groot belang is voor het land. Ongeveer de helft van India's reizigersvervoer gaat over water, alsook een significant deel van de totale goederenoverslag.

Intussen is Bombay, dat nu Mumbai is genoemd, het culturele en commerciële hart van India. Het huisvest een boel belangrijke financiële instellingen en vele Indiase bedrijven hebben er hun hoofdkantoor. Vanwege de hoge levensstandaard worden immigranten van over heel India aangetrokken. De stad is een smeltkroes van verschillende Indiase culturen.

Behalve om de industrie is Mumbai ook bekend om zijn filmproducties. Mensen uit de hele wereld komen hierheen om te acteren en te werken in Bollywood.

Een van de opvallendste bouwwerken van de stad is de Gateway of India, gebouwd ter herinnering aan een bezoek van de Britse koning George V in 1911. De laatste Britse militairen verlieten India in 1948 via deze poort.

De stad kent vele sloppenwijken. 43 procent van de bevolking leeft in deze wijken en andere informele nederzettingen. De bekendste is Dharavi, met zo'n 1 miljoen inwoners, een van de grootste sloppenwijken van Azië.

Ondanks al deze economische en culturele activiteiten in het verleden en nu heeft India geen gunstige naam bij vele Europeanen. Wat wij zagen was indrukwekkend en deed denken aan Singapore. De hoge gebouwen, waarin wordt gewerkt en gewoond zijn ranker en lijken meer op torens. Zo worden ze ook genoemd.

Niettemin, het verkeer en openbaar vervoer loopt er vast zoals in meer miljoenensteden. Bovendien, de statistiek vermeldt, dat 43 pct van de bevolking in sloppenwijken of iets dergelijks woont. Dharavi herbergt een miljoen bewoners en heet de grootste sloppenwijk van Azië te zijn.

Het was 19 november 1921 dat Gandhi in Mumbai zijn rol begon in de historie van India. De vredelievende man riep in 1930 de 26ste januari uit tot India's onafhankelijkheidsdag. Door zelfopoffering en lijden zou de onafhankelijkheid verkregen kunnen worden. Niet door geweld. Zo predikte Gandhi.

In Mumbai worden het leven en de gedachten van Gandhi geëxposeerd.

De meer dan 50.000 boeken in de bibliotheek houden verband met het leven van Gandhi. Veel ervan heeft hij gelezen. In zijn vroegere werkkamer en in het gehele gebouw wordt de herinnering aan deze historische figuur van India en in de gehele wereld levendig gehouden.

Een heiliger plaats, zeker voor de 900.000.000 Hindu's in de wereld, aanhangers van het Hinduisme , is de Hare Krishma tempel. Niet minder dan 5.000 jaar geleden werd deze godsdienst al onderwezen. We lopen barvoets deze tempel binnen en zien met bewondering de devotie die wordt getoond en de onverstoorbaarheid van de mediterenden.

Het kan niet op in deze stad. We krijgen op de rondrit nog een stop om de Chatrapati Shivajl Terminus te fotograferen. Maar op afstand. Het is te gevaarlijk het plein voor het gebouw, dat tot het werelderfgoed behoort, over te steken. Het treinstation is gebouwd in gothische stijl en zou een kathedraal of tempel kunnen zijn.reli. Het centrum is een koepel en symboliseert de vooruitgang. Het station was in 1887 gereed.

Het vroeger genoemde Prince of Wales Museum werd niet overgeslagen. Op de tweede verdieping zijn interessante foto 's van weleer te zien. Boeiend is de verzameling schilderijen op de derde verdieping. Enigszins weggedrukt. Liften heeft het gebouw niet. Hier hangt het bezit van de vroegere kolonialen met werk van Engelse, Vlaamse en Nederlandse schilders.

Bij de vroegere bezitters valt in hun leus van de schilderijen een voorkeur te bespeuren voor bloot.

In Mumbai kun je de kleren laten wassen door de dhobis. Dat zijn professionele wasmanden, die hun bedrijf in de openlucht uitoefenen. Aanvankelijk werkten ze alleen voor de Britten. De was wordt uitgeoefend in stenen bakken. De was wordt geboend op speciale stenen. Deze stenen zijn al meer dan honderd haar in gebruik en zijn familiebezit.

Maandag 4 mei

Salalah (Oman)

Twee dagen lang in de verte van de zee turen, doen je verbeelden, dat de rest van de wereld van geen belang meer is. Alleen blijft interessant wat zich in je gedachten uit eigen omgeving opdringt. Eergisteren werd in Enschede definitief afscheid genomen van Louise van der Laan onze kennis en vriendin en niet te evenaren gastvrouw uit Zuid Frankrijk, waar zij jaren met haar eerder overleden man Menno heeft gewoond en geleefd.

De wijdte van de oneindige Indische Oceaan was geen belemmering mee te leven.

Eerder deze reis probeerden wij op afstand de begrafenis mee te maken van mijn vroegere collega Piet Bouwmeester. De laatste arbeidsloze jaren was het contact met hem hechter geworden. Niet lang geleden aten we nog met hem aan het. Plein in Den Haag. Zijn toestand was al zorgelijk. Maar graag dronken we samen nog ons genevertje.

Privé-gebeuren, dat je niet onberoerd laat.

In de vroege morgen legt de Nautica aan in Salaha in het sultanaat Oman. Het is het zuidelijke land van het Arabisch schiereiland, dat een continent op zichzelf is. Maar onze gids in zwart gekleed, maar niet gesluierd, zodat haar gezicht voor het belangrijkste deel zichtbaar is, wijst ons erop, dat de stad niet ver van de grens met Jemen ligt, waar weliswaar nog geen wereldbrand dreigt uit te breken, maar wel van een ernstig conflict sprake is tussen de islamitische naties in Arabië.

.

Onze gids vertelt er ontspannen over en over de dagelijkse dingen van het vrouwelijke leven in haar land. Hoe los je in een gesluierde toestand het probleem van het eten op in de openlucht bij een picknick.

Ze is sierlijk gekleed en haar habijt vermag de schoonheid van deze moeder van drie kinderen niet te verbergen. Haar man komt uit het honderden kilometers verderop aan de kust liggende hoofdstad Muscat en is van een ander islamitisch geloof. Niet dat dit voor haar een ernstig probleem is. Zij gaat met haar dochter naar de ene moskee en hij met de zoon naar de ander. Zo eenvoudig kan het zijn.

Ze geeft de oplossing aan, waag ik te denken, voor de islamitische wereld, waar men elkaar op leven en dood bevecht.

Ze is vol lof over de tegenwoordige sultan, die van het land een moderne staat heeft gemaakt in tegenstelling met zijn conservatieve vader, die het er bij heeft laten zitten.

Salalah met zijn brede lanen, groen en industrie is het bewijs. Het is in een grote oase opgetrokken in een regio, waar het zelden of nooit regent.

Het gebied is oeroud. Het ls ook het land van de oude geschriften, van de Bijbel en Koran. Niet ver van de stad moet Job zijn begraven, de man uit de Bijbel en de Koran. We komen op onze excursie niet aan zijn tombe toe.

In het museum springt een brok steun in het oog met tekening en inscriptie. Het is afkomstig uit de oudtestamentische tijd 5000 tot 6000 jaar voor Christus.

.

Terug naar het heden. De bus stopt bij een markt, waar bananen en kokosnoten de belangrijkste producten zijn. We staan in de rij voor een aangesneden kokosnoot, waarin een rietje is gestoken om de noot leeg te drinken. Je bent in dit land of niet. Een uurtje krijgen we de tijd voor shopping. Onze meereizende Amerikanen zijn er gek op.

We staan voor Al Husn Souq, een feest van stalletjes met mooie spullen, wierook en wierookbranders.


Woensdag 6 mei

Langs Jemen

We varen al twee dagen langs Jemen. Onze gitzwart geklede Omanese gids in Salalah maakte zich al ernstige zorgen over de toestand in het even verderop gelegen Jemen. Een fractie van de ellende was haar niet aangezegd. Een kop uit de kranten, die we digitaal aan boord halen:

Straks sterft Jemen van de honger.

Als we over de zee turen, zien we nog geen land. Maar Jemen is hemelsbreed niet ver. "Als er niet binnen tien dagen voedsel en brandstof het land binnen komen, voltrekt zich regelrecht een catastrofe", aldus het bericht.

Die catastrofe is er al. Door de luchtaanvallen van Saoedi Arabië en zijn coalitiegenoten zijn al 334.000 inwoners ontheemd geraakt

Aan de horizon varen wel zwaar beladen schepen met alles aan boord wat de ramp in Jemen kan voorkomen, maar zij varen door. De Nautica met haar dagelijkse overvloedige maaltijden, waarvan de helft in de containers verdwijnt, is voorzien van alles om de inwoners van Jemen te redden. We kunnen er de helft zeker van missen. Je zou de kapitein kunnen vragen de steven te wenden en Jemen te helpen, maar hij zou geen toestemming krijgen van de rederij het vaarplan, hoe goed bedoeld ook, te wijzigen. Bovendien, Saoedi Arabië heeft een zeeblokkade ingevoerd.

We zetten het geweten op oneindig en bereiken in de avond de Rode Zee? Jemen ligt achter ons en we koersen nu in noordelijke richting met rechts het machtige Saoedi Arabië en links het werelddeel Afrika.

.

Donderdag 7 en vrijdag 8 mei

Tussen Azië en Afrika

De lange kust van het Aziatische Jemen ligt achter ons en rechts ligt Saoedi Arabië, dat Jemen bombardeert. De Rode Zee is de grens tussen Azië en Afrika. De Nautica is ter hoogte van Soenda gekomen, waar de nood al even groot is als aan de Aziatische kant van de Rode Zee.

Wat je ook afreist, het wereldnieuws blijft je achtervolgen of je wil het niet weten en steekt als een struisvogel je kop in het zand van de woestijn.

Het ochtendblad Trouw schrijft deze dag over onvoorstelbare wreedheden in Soenda tegen vrouwen en meisjes. Correspondent Klaas van Dijken meldt massale verkrachtingen tijdens een aanval op de stad Golo in de regio Darfur. Het is de Arabische regering in de hoofdstad Khartum, die deze misdadige acties ondersteunt en goedkeurt.

De olierijkdom gaat boven alles en moet worden verdedigd. Het Afrikaanse deel van de bevolking meent dat Khartum de opbrengst voor zichzelf houdt. De etnische zuiveringen door de regering zijn wreed en de militairen kunnen hun gang gaan. Het is een burgeroorlog van islamieten tegen islamieten. Wat telt is of men Arabisch is of niet.

De Amerikaanse reisgenoten houden de dag op zee een traditioneel dorpsfeest met wedstrijdjes.

De Nautica vaart weer onverstoorbaar verder tussen de twee werelddelen.

Zaterdag 9 en zondag 10 mei

Safaga

De omgeving van Safaga is een aantal fosfaatmijnen rijk. Aan de haven staan installatie om dit product efficiënt te exporteren. Het is een stoffige bedoening, waarvan niet alleen het zand van de Sahara de oorzaak is.

De stad heeft over de Rode Zee veerverbindingen met Jordanië en Saoedi-Arabië, waarvan ook veel bedevaarders naar Mekka gebruik maken.

Safaga Is verder bekend om zijn zandstranden en duinen en de Rode Zee blijkt goed geschikt te zijn voor windsurfen, dijken en snorkelen.

Het programma voor de wal was daarom niet moeilijk. De eerste dag naar het strand en zwemmen in het blauw van de zee, de tweede dag met een boot naar het rif en snorkelen over en door de wonderlijke wereld onder water van vissen en koraalsteen nog nooit zoals het is adequaat beschreven.

Veel passagiers van de Nautica geven de voorkeur in het Nijldal de archeologische schatten van Egypte uit de tijd van de farao's te bezoeken. Drie rijden heen en drie uur terug. Als je daar nog niet geweest bent, is aan een dergelijke excursie niet te ontkomen. Ons wacht in Haifa twee dagen tochten van formaat. Het heilige land van de Bijbel hebben we ondanks het vele gereis nimmer betreden. Vandaar.

Maandag 11 en dinsdag 12 mei

Aqaba

Aqaba is de enige havenstad van Jordanië en ligt aan het uiterste noorden van de Golf van Akaba, een onderdeel van de Rode Zee.

Ongeveer 4000 jaar voor Christus was Aqaba al een nederzetting, die profiteerde van haar strategische positie op het kruispunt van handelsroutes tussen Azië, Afrika en Europa. Een tijd lang was het een centrum van de Edomieten.

We zijn aangeland op bijbelse grond. In het eerste boek van Koningen wordt in het negende hoofdstuk vers 26 gemeld:

"Koning Salomo bouwde ook schepen in Ezion-Geber, dat dicht bij Ayla in Edom ligt, aan de kust van de Rode Zee."

Deze tekst verwijst waarschijnlijk naar de plek lag waar het huidige Aqaba ligt.

Deze plaats met het Aqaba van nu is nog strategisch. De stad ligt op steenworp afstand van het Israëlische Eilat. We kijken van de boot af op deze nederzetting. De grens tussen Israël en Egypte aan de Golf ligt voor ons op ooghoogte. Even naar het zuiden staan weer de Egyptische hotels.

De rondreisbus voert ons door de nieuwe stad en brengt ons over de nieuwe wegen langs de kust tot dichtbij de grens met Soedi Arabië. Tegen de zee en aan de stranden liggen achter elkaar de vakantieresorts, geïsoleerde paradijsjes. Maar de meeste ruimte neemt een moderne containerhaven in. Jordanië laat van zich spreken.

Er is tijd over de woestijn in te gaan naar het een uur rijden verre Wadi Rum. Twee jaar geleden waren we er ook.

Deze keer gaat de tocht langs de rotsen en kloven in een laadbak van een autootje, waarin ruimte is voor zes personen. Er zijn stopplaatsen bij tenten van nomaden, waar heerlijke thee wordt geschonken en vijgen worden uitgedeeld.

In de rotsen zijn tekeningen van kamelen en vogels aangebracht. Meestal op onbereikbare hoogte. Ze zijn daarginder pre-historische tijd gebeiteld ( met scherpe vleugelpunten van vogels? ) duizenden jaren voor de christelijke jaartelling.

Woensdag 13 mei

Door de Rode Zee

Op weg naar het beloofde land van de bijbel, het land Kanaän, zoals het vroeger in de vertellingen werd genoemd. Het is het land van de Israëlieten, beloofd door Jahwe aan de joden, toen zij onder leiding van Mozes de ballingschap en slavernij in Egypte ontvluchtten. De heersende farao was het daar niet mee eens en joeg Mozes en zijn volgelingen achterna. Het volk liep vast tegen de Rode Zee. Maar het wonder geschiedde. De zee viel droog en er ontstond een pad. Aldus de vertelling.

Het uitverkoren volk vervolgde zijn vlucht. De farao met zijn ruiters waagde zich ook op het pad, maar toen herstelde de Rode Zee zich en de achtervolgers verdronken.

We turen de Egyptische kust af om te ontdekken waar Mozes en het volk zijn volgelingen zijn ontkomen en de zee mogelijk zou zijn drooggevallen. Naar het waarheidsgehalte van dergelijke verhalen wordt altijd gespeurd. Een wonder moet toch aannemelijk worden gemaakt. Zo iets fantaseer je niet alleen.

Geen enkele aanduiding. De zee blijft breed en blauw.

Begrijp onze interesse.

We zijn toch ook op weg.

Donderdag 14 mei

Het beloofde land

Het beloofde land blijft ver weg. Vanmorgen zouden we om zes uur het Suezkanaal invaren voor de verdere tocht over de Middellandse Zee naar Haifa, de haven van Israël. Maar de Nautica ligt al zes uur stil. De kapitein mocht een paar honderd meter verder varen, vermoedelijk om als eerste het kanaal in te gaan. Verder niets.

Wat weten we? Zijn er weer politieke moeilijkheden, zoals twee jaar geleden , toen de kapitein genoodzaakt was met een grote boog om Israël heen te varen en het beloofde land aan ons voorbijging? Of ligt er ergens in het kanaal een schip onhandig in de vaargeul?

Ik tel op de rede voor Suez meer dan veertig schepen, die liggen te wachten.

Laat in de avond komt de Nautica eindelijk in beweging. Het gaat heel langzaam. Er is weer hoop.

Vrijdag 15 mei

Haifa

Het heeft zo mogen zijn. Het uitzicht op het balkon bant elke twijfel uit. We varen op de Middellandse Zee. Israël komt in de loop van de dag in zicht. De goden zijn met ons. Jeruzalem wenkt ons.

De Nautica zou twee dagen in Haifa blijven liggen. Dat is nu een dag geworden. Omdat we voor beide dagen een excursie hadden geboekt, mogen we er één kiezen. Jeruzalem of een tocht door Galilea naar de berg Karmel en omgeving, waar de afvallige joden aan afgoderij deden en de profeet Elia moest optreden. De heidense priesters gingen er aan. Dit speelde zich af in de zevende eeuw voor Christus. Vooral voor de joodse gelovigen is Elia een belangrijke profeet.

Het werd Jeruzalem. Daar is meer gebeurd. Aan de bridgetafel waarschuwden bevriende Amerikanen uit Florida ons reeds voor de vervelende dingen, die je op een excursie naar de heilige stad kunt meemaken.

Nou ja. Beloofd is beloofd. Dat geldt zeker voor het beloofde land, dat Mozes op een berg aan de grens mocht bewonderen, maar niet mocht betreden..

De Nautica legt in de namiddag in Haifa aan. Dat is nu zeker.

Zaterdag 16 mei

Jeruzalem

Jeruzalem is één van de twintig oudste (bewoonde) steden ter wereld. Binnen de muren van de Oude Stad liggen een joodse, een christelijke, een islamitische en een Armeense wijk.

Jeruzalem wordt door Israël beschouwd als zijn hoofdstad, maar in 2002 is de stad door de Palestijnse Wetgevende Raad ook aangewezen als de hoofdstad van Palestina. Politiek hoogspanning aldus tussen de twee staten. Vanwege deze vijandschap werd onze vorige bezoek aan dit beloofde land afgelast.

De oude Kanaänitische stad is een bakermat van het jodendom en het christendom. Verschillende plaatsen in de stad worden door volgelingen van deze religies en door de islam als heilig beschouwd. De stad ligt in een van de meest omstreden gebieden ter wereld, Palestina. Ondanks de aanslagen die er vrij regelmatig plaatsvinden trekt Jeruzalem jaarlijks honderdduizenden pelgrims en andere toeristen aan.

Jeruzalem kent een mozaïek van bevolkingsgroepen. De stad kan grofweg in vier parten verdeeld worden. Het zuiden is overwegend seculier joods met daartussen vooral een modern orthodoxe bevolking; het noordwesten is meer charedisch joods; het oosten is Arabisch; de verder gelegen wijken van het noorden zijn per wijk afwisselend tussen Arabisch, charedisch, modern orthodox en seculier joods.

Jeruzalem mag gerekend worden tot de tien oudste steden in deze wereld, het mag ook een van de mooiste steden genoemd worden. De oude stad is gaaf bewaard gebleven en de nieuwe wijken zijn indrukwekkend door hun eenheid in bouw zonder architectonische uitspattingen. Het landschap, waarin deze stad is gebouwd, is optimaal.

Als je de stad nadert, vliegen de bijbelteksten je om de oren.

Rondom Jeruzalem zijn vele bergen. Deze woorden komen bij me op met als vervolg: zo is de Heer rondom zijn volk.

We stoppen op een parkeerplaats met een mooi uitzicht op de stad. Alles is ingericht voor het nemen van foto's en niet te vergeten de selfies.

Jeruzalem ligt aan je voeten.

De leidster van een Nederlands christelijk gezind gezelschap haalt een zakbijbeltje uit haar tas en zoekt naar toepasselijke teksten. Ik heb haar voorlezing niet afgewacht en verder het panorama beneden afgespeurd.

Beneden op de Olijfberg in het park met oeroude olijfbomen, de Hof van Gethsemane, waar Christus gevangen werd genomen en Zijn leerlingen hun tijd hadden verslapen, is het zoeken naar teksten uit de bijbel niet moeilijk. Ze staan trouwens aangeplakt: en Zijn discipelen vluchtten , om maar wat te noemen.

De teksten mogen door je hoofd dwarrelen, verbeeld je niet, dat Jeruzalem alleen is voor de gelovigen met de bijbel als bron van hun overtuiging. Niet alleen de christenen, maar ook joden en moslim beschouwen Jeruzalem als een belangrijke stad binnen hun godsdienst. Voor joden is Jeruzalem het voornaamste centrum van hun religie omdat de Tempel van Salomo er gevestigd was. Na de verwoesting ervan werd er na de Babylonische ballingschap rond 500 voor de christelijke jaartelling een tweede tempel gebouwd. De Westmuur (ook bekend als 'Klaagmuur'), de westelijke muur van de voormalige tweede tempel, is de plaats van onophoudelijke religieuze expressie.

We treffen het. Het is zaterdag, voor de joden de Sabbat, de dag voor de godsdienstige verplichtingen en om uit te gaan in wat wij zondagse kleren noemen.

Bij de Klaagmuur staat men in rijen dik te mediteren, te bidden en uit de Thora te lezen.

De mannen en vrouwen hebben een van elkaar gescheiden stuk muur.

Van alle kanten van dichtbij en ver weg is men gekomen, uit Europa, Amerika en Afrika, alsof het Pinksteren was.

Zo zal het men de uitstorting van de geest toen wel zijn gegaan.

Er zijn momenten dat ik de idee heb bij dit alles te horen en de neiging heb mijn hoed te vervangen door een keppeltje - gratis te verkrijgen - en achter een lessenaartje te gaan zitten en te doen alsof ik uit de thora las.

Zo deed ik enkele jaren geleden in de indrukwekkende moskee van Aleppo in Syrië, waar ik met overgave in de Koran las onder het goedkeurend oog van een man. Later zag ik in de krant een foto van het verwoeste interieur van de moskee.

Terug naar het heden. Op korte afstand van de Muur voel ik iets op mijn hoofd vallen. Geen eikel, want bomen groeien hier niet, en ook vogels zijn er niet. Het is een snoepje uitgestrooid als een pepernoot. Er is een kinderfeestje gaande, die uitgelaten aan dit ritueel meedoen. Dit hoort ook bij de Klaagmuur.

Het was bepaald niet de bedoeling als een pelgrim naar het vroegere land Kanaän te gaan. Het stond op het verlanglijstje van nog te bezoeken landen, omdat er ons vroeger zoveel verhalen uit de bijbel zijn verteld. We wilden eindelijk eens het decor ervan bekijken en controleren.

Het land van melk en honing, zoals dat aan Mozes en zijn volk was beloofd.

We waren bij voorbaat wat sceptisch vooral na Jordanië en Syrië in eerdere jaren te hebben bezocht, waar het warm en droog was.

Het viel niet tegen: De vriendelijke bergen van Judea rondom Jeruzalem, de terugtocht via een andere route langs Samaria en Galilea, het heldere licht en ruime uitzicht en de belevenissen bij de Klaagmuur.

Nee geen pelgrim, dIe daar eens in zijn leven moet zijn geweest. Maar op de terugweg overhandigde de gids een certificaat met de geprinte handtekening van de burgemeester van Jeruzalem en van de minister van toerisme.

Jeruzalem-pelgrim dus, maar ook toerist.

We hebben er vrede mee. Als Jeruzalem de vrede maar weet te bewaren. Daar ben ik helemaal niet zeker van.

De pelgrims

Zondag 17 mei

Alanya

Alanya is een van de drukst bezochte badplaatsen aan de Turkse Rivièra. De stad telt 103.673 inwoners.

De stad is aan de voet van een rots gebouwd met aan weerszijden een zandstrand. Op de rots staat een ommuurde burcht uit de 13e eeuw.

Maandag 18 mei

Rhodes

Rhodos heeft de vorm van een speerpunt. Het eiland is 75 kilometer lang en 38 km breed. Rhodos-stad ligt in het uiterste noorden van het eiland.

Op het Griekse eiland is veel uit de oudheid gebleven. Natuurrampen en oorlogen hebben geen verwoestingen achter gelaten. De oude binnenstad binnen de muur biedt een schat aan winkeltjes met meer of minder artistieke spullen voor de toeristen. De straten en boulevards in de stad zijn niet breed. De auto's zijn als gevolg hiervan op het eiland klein gebleven. Het gesmade Griekenland presenteert zich hier prima.

Aan de straat waar de kruisvaarders, op weg naar Palestina zich hebben gevestigd ligt het oude paleis. In plaats van het heilige land te veroveren bleven zij op Rhodes en hebben zij het verwaarloosde paleis opgeknapt.

Trouwens van de straat hebben de ridders ook iets moois gemaakt. Het geheel is door de eeuwen gaaf gebleven en de souvenirsverkopers van vandaag kregen in de straat geen kans voor hun handel.

In het paleis met de vloeren van mozaïek worden de voorwerpen en sculpturen uit de Griekse klassieke tijd getoond. Indrukwekkend.

Zoals ook het interieur van dit gebouw bewaard is gebleven.

Weer aan boord schrijf ik in een e-mail aan het thuisfront onder meer: We zijn weer terug in Europa.

Het heeft iets triomfantelijks over zich.

Dinsdag 19 mei

Tot slot

Op weg naar Istanbul. Aan boord worden veel gesprekken gevoerd over onderwerpen, die het bespreken waard zijn. Tijdens de middagthee in Engelse stijl vinden we een plaats op een zitbank naast een reisgenoot, die uit Mexico komt. De start van een gesprek is steeds de vraag naar het land van herkomst. Nederland en Mexico dus. Het praten mer elkaar kan worden voortgezet.

De man maakt er helemaal een high tea van. In zijn kopje is geen thee maar een dubbele espresso geschonken. De chocolade cake van de kar met lekkernijen, die hij uit de overvloed koos, laat hij onaangeroerd. Naast het kopje staat een glas gevuld mer champagne. De fles, waaruit dit drankje afkomstig is, staat koud naast de bank. Na korte tijd vliegt de kurk met een knal er weer af. Niemand wordt geraakt.

Ik zou me hem nauwelijks meer herinneren als hij ons er niet aan had herinnerd, dat we terug zijn in Europa en vervolgens niet een uitleg had gegeven van de filosofie van Spinoza. De Mexicaan had veel gelezen en vergat docerend zijn glas met champagne.

Intussen hadden we van hem vernomen, dat veel Europees en met name Spaans en Baskisch bloed door zijn aderen stroomde. Zijn verbondenheid met Spanje was zelfs zo sterk, dat hij op de hoogte was van de tachtig jaar, die we eeuwen geleden tegen de Spaanse overheersers vochten.

Oorzaak van deze strijd was volgens hem de godsdienst. De rooms katholieke Spanjaarden, die ook al veel te stellen hadden met de islamieten, moesten de ketterse protestanten in de lage laden mores leren. De religieuze ellende, waaronder de wereld heel vroeger en nu lijdt. Ik legde hem uit dat er ook fiscale problemen waren en het Nederlandse volk ook in opstand kwam tegen de tiende penning van hertog Alfa en Margaretha van Parma.

Onze belezen Mexicaanse medepassagier wist alles van de wereld af. Hij was jurist bij de Spaanse luchtvaartmaatschappij Iberia en later bij British Airways.

Via de terugkeer in Europa kwamen we terug bij de filosofie van Spinoza. Het ging om de vrijheid, die hij beluisterde in de muziek, terwijl ons gesprek soms werd overstemd door het klassieke strijkkwartet uit de Oekraïne,dat voor de genieters van thee speelde.

De vrijheid ontdekte hij verder in de kunst, zoals die van Rembrandt . Het is deze vrijheid, die met name door de eeuwen heen steeds in Nederland was te vinden. Het waren vooral intellectuelen die de vrijheid in Nederland hervonden.

Aan boord is men niet zuinig met complimenten. En je bedankt er al of niet gemeend, maar steeds beleefd voor.

Ik bedankte hem, zoals je dat doet, maar ook met enige ontroering

We staakten het gesprek en namen ook van deze reisgenoot afscheid. De koffers moesten nog gepakt worden. Anders hadden we hem graag geholpen de fles te ledigen, die nog uitnodigend koud stond.

Afscheidnemen kan niet alleen van de reisgenoten, maar ook van het schip, dat een levend wezen scheen te zijn, pijnlijk zijn; het is ook weer een beetje sterven.

Woensdag 20 mei

Istanbul

De vroege ochtend bracht Istanbul, de eeuwige stad tussen Europa en Azië.

Om negen uur van boord de kade op. De Nautica bestaat niet meer.

Behouden op Schiphol geland.

Bert de Jong

Terug naar Weerwater >>>>>Home

Voor meer foto's klik daar >>>> foto's