Kerken

Wie uit Vleven stapt,

laat de anderen

in de steek

Van mijn in de voor vorige eeuw geboren opa Willem de Jong herinnerde ik me ineens wat gezegd is bij zijn overlijden. Het kan ook gestaan hebben op de rouwkaart van zijn dood. Dat weet ik niet meer. Deze woorden schoten me te binnen, toen ik een verklaring las van René de Reuver, scriba van de Protestantse Kerk in Nederland, zeg de protestantse paus.

Het zijn deze zes woorden, die me herinnerde aan de dood van mijn opa:

Mijn tijden zijn in Uw hand.

David, de machtige Israëlische koning uit de bijbel, voelde zich puur ellendig als een verzameling brokken van een kapot geslagen vaas van. Zijn leven was een puinhoop geworden. Hij voelde zich afgedankt, maar vond zijn leven niet voltooid.

Mijn opa was er beter aan toe, hoewel zijn ziekzijn zorgelijk was geweest. Hij was al in de zeventig en ik vond dat (in die tijd) zeer oud.

Over het al of niet je leven als voltooid te beschouwen werd toen minder nagedacht. Ik begreep dat mijn vader en zijn broers en zusters het als een gunst beschouwden, dat opa zoveel tijden waren gegund.

Paus De Reuver, als ik hem even zo mag noemen, constateert, dat de machtige koning David zich overgeeft.

De grote vraag is niet of hij zelf zijn ellende kan afhandelen, of hij een einde aan zijn leven mag maken en de regie over alles in eigen hand neemt.

Op de achtergrond van de verklaring van De Reuver speelt opdringend het wetsvoorstel van D’66 iemand te mogen helpen bij zijn zelfdoding, wanneer hij of zij van mening is om welke reden dan ook, dat het leven genoeg is geweest en voltooid.

De scriba van de protestantse kerken schrijft hierover:

"Het idee dat we zelf de regie voeren tegenover het leven, maakt me zeer terughoudend over dit voorstel voor hulp bij voltooid leven.“ We zijn wel verantwoordelijk voor veel dingen en we grijpen in, op allerlei manieren, maar je kunt niet zomaar zelf bepalen dat je leven voltooid is, en dat je ermee stopt.

De wet, die is voorgesteld is een verkeerde antwoord op wezenlijke vragen.

De Reuver is bang, dat de wet “als een boemerang gaat werken. Dat mensen denken: ik ben 75, ben ik de samenleving tot last?“

Het helpen bij de zelfdoding zou mogen, aldus het voorstel, als de betrokkene 75 jaar of ouder is. Maar wat zegt deze leeftijdsgrens? Vermaard is een televisie-uitzending, waarin Pechtold, de politieke leider van D’66 geen direct antwoord wist op de vraag van iemand die zijn leven voltooid achtte en wanhopig vroeg, waarom hij nog tien jaar en langer zou moeten wachten op hulp, terwijl hij zijn leven nu wilde beëindigen.

Volgende maand vier ik mijn negentigste verjaardag. Geen reden om het voltooid te vinden en de hand aan mezelf te slaan. Op dit vakantie-eiland in de tropen verkeren we in een opgewekt gezelschap, waarvan de gemiddelde leeftijd in de buurt van de 75 ligt. Als het wetsvoorstel met een meerderheid van stemmen door de Staten Generaal van kracht wordt, zouden we ons toch aangesproken voelen.

Tegenover de regie van het beëindigen van het eigen leven stelt René de Reuver het hebben van relatie. “Het is nooit: ik alleen, op mezelf. Ik kan wel denken dat mijn leven voltooid is, maar vinden mijn kinderen dat ook, vindt mijn man dat, mijn vrouw?”

Ik zou verder willen gaan. Je hebt jezelf niet gemaakt. Er waren een vader en moeder, die niet zo maar wat deden, die voor elkaar hadden gekozen, voor hun kind hadden gekozen en opgevoed.

Niet alleen geleefd.

In tegendeel.

Wie uit het leven stapt,

omdat het voltooid is,

laat de anderen

in de steek,

weerloos

ook al is de daad

door zelf

in de steek

te zijn gelaten.

Namens de Protestantse kerken verklaart De Reuver dat niettemin de kerk de keus respecteert van diegene die dood wil. “We laten geen mensen in de steek”. De kerk leidt ook desgewenst hun uitvaart.

In een interview met het dagblad Trouw zegt De Reuver: “De Protestantse Kerk schrijft niet voor hoe het moet. Het is niet: als je het niet met ons eens bent, ben je geen christen.” Maar het hulp verlenen bij zelfdoding gaat volgens hem een stap te ver.

Joost Röselaers algemeen secretaris van de remonstranten in de kerk vindt deze stap niet te ver gaan en zit politiek op de lijn van D’66.

Maar dat mag niet de norm worden. Hij zegt in het interview met Trouw . “Het kan alleen in uitzonderlijke gevallen. Ik zou er niet triomfantelijk over willen praten. Er zit ook iets tragisch aan als mensen geen andere uitweg zien dan de dood. Het is een vorm van barmhartigheid hulp te krijgen bij de doodg

Het moet volgens hem ook niet raar worden om te zeggen: ik wil blijven leven, ook al beteken ik maatschappelijk gezien niks meer. We moeten de samenleving zo inrichten dat mensen niet gedwongen worden in een bepaalde richting.

Röselaers waarschuwt, dat de beslissing tot zelfdoding ook invloed heeft op je omgeving. Wat doet ze met je kinderen, met je familie, met je buren, vrienden?

Van een ander kaliber is het geluid van, Kardinaal Wim Eijk aartsbisschop van Utrecht, het hoofd van de Rooms Katholieke Kerk, die ook door het dagblad Trouw is gehoord.

Hij houdt vast aan de leer van de kerk. Zelfdoding is in strijd met de waardigheid van de mens, ook al voelt men zich zelf totaal onwaardig en men het eigen leven voltooid acht.

Mensen die er zomaar aan toe zijn, verdienen aandacht. En de kardinaal vervolgt onverbiddelijk: “Maar je houdt een groep mensen over die toch per se dood wil.

Als katholieken kunnen we hulp bij levensbeëindiging niet goedkeuren. Daar moeten we heel duidelijk in zijn.

Dat standpunt kan bij pastorale begeleiding leiden tot een breuk, waarna iemand geen contact meer wil met de kerk. Dat zij zo.”

Dan hoor je er niet meer bij. Een priester mag de laatste sacramenten niet toedienen aan iemand van wie hij weet dat die van plan is zijn leven te laten beëindigen.

Dan laat de kerk

de mensen,

haar gelovigen

in de steek

onthoudt de troost,

in hun uiterste

ogenblikken.

Bert de Jong.