Pneumococcenvaccin
Doelgroep:
De opportuniteit van de vaccinatie te bespreken met immunocompetente volwassen patiënten die een verhoogd risico hebben op invasieve pneumokokkeninfecties.
Tot deze groep behoren:
- Patiënten vanaf de leeftijd van 50 jaar met:
- chronische cardiovasculaire aandoeningen
- chronische longaandoeningen (geen astma)
- alcoholmisbruik
- Deze bespreking kan gebeuren naar aanleiding van het jaarlijkse influenza-vaccin moment of een ander controlemoment van de vaccinatiestatus. Thema’s die aan bod moeten komen zijn: verhoogde incidentie, gebrek aan bewijs van werkzaamheid van het vaccin in de preventie van pneumokokkenpneumonie, aanwijzingen van de werkzaamheid van het vaccin in de preventie van invasieve pneumokokkeninfecties, veiligheid van het vaccin, kostprijs, nevenwerkingen en hervaccinatie.
- Patiënten met functionele en anatomische asplenie éénmalig na vijf jaar te hervaccineren.
- Ouderen boven de 65 jaar éénmalig te hervaccineren als minstens vijf jaar verlopen is sinds de eerste toediening.
- Patiënten met chronische aandoeningen die aanleiding hebben gegeven tot het toedienen van het pneumokokkenvaccin is hervaccinatie om de 5 tot 7 jaar aangewezen.
- Voor de andere risicogroepen is het niet nodig om routinematig te hervaccineren.
- Het KCE en de Universiteit Antwerpen menen daarom dat een vaccinatie met PPV23 van de personen van 75 tot 84 jaar de meest kosteneffectieve strategie is.
- PPV13 wordt wegens de kostprijs niet algemeen geadviseerd. Het advies is om enkel het PPV23 toe te dienen. (KCE: PPV13 met daarna PPV23 geeft een te kleine betere outcome om de zeer hoge kost te verantwoorden.)