Niet-pijnlijke, goedaardige verdikking van het bindweefsel in de mond (in 70% op het wangslijmvlies, laterale rand van de tong en de onderlip)
vnl 20-60j
Als het bijtfibroom eenmaal aanwezig is, zal het blijven zitten, nauwelijks groeien en slechts zelden vanzelf verdwijnen. Het heeft geen maligne potentie.
Ontstaat door
- ontsteking, ulceratie of lokale mechanische irritatie (per ongeluk bijten op de wang)
- chronische gingivitis
- tandvleesaandoeningen
- tandvullingen
- slecht passende gebitsprotheses
- slechte orale hygiëne
- roken
Bij multipele fibromen: denken aan
- Familiaire fibromatose
- Fibrotische papillaire hyperplasie van het palatum
- Cowden syndroom (hamartomateuze-polyposesyndroom)
Andere vormen van fibromen in de mondholte:
- Bladvormig fibroom
- Epulis fissuratum lokale tandvleeszwelling, meer onregelmatige vorm, aangrenzend aan alveolaire rand, meestal 40-50j)
- Reuscelfibroom: gelobd, grotere neiging tot recidiveren, bij 70% <30j
DD:
- Malformatie (lymfangioom, naevus)
- Hyperplasie (granuloom, papillaire hyperplasie, epulis)
- Goedaardige tumoren: (condyloma acuminata, lipoom, neurofibroom, papilloom, torus palatinus/mandibularis, ranula (speekselkliertumor) en
- Maligne tumoren (plaveiselcelca, melanoom, lymfoom, metastasen)
Behandeling
- Verwijzen naar een NKO arts om dit te laten weghalen (voor histopathologische diagnostiek bij twijfel)
- Na chirurgische verwijdering treedt zelden recidief op.
- Aanvullend OZ bestaat er alleen uit dat verwijderd weefsel histopathologisch onderzocht moet worden om het risico op een maligniteit uit te sluiten.
Raadzaam om oorspronkelijke factor te vermijden of aan te passen.