Klachten
- Roodheid
- zwelling
- waterige tot purulente afscheiding
- jeuk
- zandgevoel en/of dichtgeplakte oogleden
(een adenovirus gaat nogal eens gepaard met verkoudheid, keelklachten en preauriculaire lymfadenopathie)
Verloop
- De klachten verergeren in 4 tot 7 dagen en verdwijnen meestal binnen 10 dagen spontaan
- De ontsteking is doorgaans niet pijnlijk en het gezichtsvermogen is niet aangedaan.
- Wel kunnen de oogleden (blefaroconjunctivitis) of cornea (keratoconjunctivitis) aangedaan zijn. Bij centrale cornealaesies kunnen visusstoornissen optreden.
- Duurt een infectieuze conjunctivitis >2w en bestaat er twijfel over de oorzaak, dan is verwijzing naar de oogarts geïndiceerd.
Voorlichting
Leg uit dat:
- Er sprake is van een besmettelijke aandoening die ongevaarlijk is, meestal door een virus wordt veroorzaakt en doorgaans binnen één à twee weken vanzelf overgaat;
- Een antibioticum niet werkzaam is tegen een virusinfectie en ook bij een bacteriële oorzaak de klachten vrijwel altijd zonder behandeling verdwijnen;
- Een antibioticum de genezing nauwelijks bespoedigt en complicaties niet voorkomt;
- Een lokaal antibioticum vaak irritatie in het oog geeft;
- Onnodig antibioticumgebruik bijdraagt aan resistentievorming en aan het ontstaan van een (soms ernstige) allergische reactie;
Niet-medicamenteuze behandeling
Instrueer de patiënt:
- Regelmatig de afscheiding te verwijderen met een wattenstaafje met (ongekookt) leidingwater;
- Hygiënische maatregelen toe te passen om het risico op verspreiding van de infectie naar het andere oog en huisgenoten te verminderen: schoonmaken van de oogleden met leidingwater of fysiologisch zout, frequent handen wassen, niet in de ogen wrijven en gebruik van schone en aparte handdoeken;
- Een zonnebril te dragen om oogknijpen te beperken, vooral bij veel licht.
Behandeling met een lokaal AB komt in aanmerking bij :
- Patiënten die veel hinder ondervinden, of klachten hebben die na 5 dagen vanaf het ontstaan niet zijn afgenomen.
- Patiënten met eerder vastgestelde cornea-afwijkingen
- Patiënten bij wie op grond van de anamnese een grote kans bestaat op een bacteriële conjunctivitis.
- In de eerste lijn zijn preparaten met chlooramfenicol, tetracyclines of fusidinezuur de eerste keuze.
- Chlooramfenicol heeft de voorkeur boven fusidinezuur vanwege een breder spectrum en minder snelle resistentieontwikkeling
- Gentamicine en tobramycine (R/Tobrex) moeten voorbehouden worden voor infecties door Pseudomonas aeruginosa of voor gevallen waar uit het antibiogram blijkt dat de vermoedelijke causale kiem slechts voor deze antibiotica gevoelig is.
- R/ Chlooramfenicol oogzalf 1%, 3x/d aan brengen in de onderste fornix tot 48u nadat de symptomen verdwenen zijn.
- Als binnen de drie dagen na het begin van deze R/ geen verbetering is opgetreden:
- R/ Polymyxine-B/trimethoprim