Aanhoudende hoest bij kinderen (dagelijkse hoest >4 weken)

Anamnese:

• Aard en duur van de hoest
• Familiale antecedenten (mucoviscidose, allergie)
• Persoonlijke antecedenten
• Omgeving
• Epidemische context
• Vaccinatiestatus
• Sinusitisklachten? (neusloop, neusverstopping, gezichtspijn)
• Astma klachten? (recidiverende hoest met wheezing en/of dyspnoe, moment van hoesten, atopie)
• Gastro-oesophageale reflux? (pyrosis ,nausea, gekoppeld aan eten)
• BLW'en ?

KOZ:

• AH frequentie
• Atopie?
• Thoracale tekens die gepaard gaan met astma?
• Gewicht en lengte/ groeicurve
• Koorts
• NKO + hart en longen

Alarmtekens:

• Symptomen aanwezig in de neonatale periode of een perinataal longprobleem:
  • mucoviscidose
  • chronische longziekte
  • ontwikkelingsanomalie;
• Familiale VG van pulmonaire thoracale aandoeningen:
  • mucoviscidose
  • ontwikkelingsanomalie
  • neuromusculaire stoornis;
• Ernstige aandoeningen van de BLW'en:
  • immuundeficiëntie;
• Aanhoudende productieve hoest:
  • mucoviscidose
  • recidiverende aspiratie
  • immuundeficiëntie;
• Overmatig braken:
  • reflux met of zonder aspiratie;
• Dysfagie:
  • slikstoornis;
• Abnormaal stemgeluid bij praten of roepen:
  • larynxprobleem;
• Focale thoracale afwijking
  • ontwikkelingsanomalie
  • bronchiëctasie
  • tuberculose
• Inspiratoire stridor:
  • aandoening van de BLW'en
• Groei- en gewichtsachterstand:
  • mucoviscidose
  • immuun- deficiëntie
  • gastro-oesofageale reflux.

Vermoeden van mucoviscidose

• zweettest

Geen enkel bijkomend OZ wordt systematisch aanbevolen. Elk onderzoek gebeurt op basis van klinische vermoedens: Bij vermoeden astma:

• >5j: spirometrie (diagnose bevestigen)
• <5j: IgE-bepaling
• specifieke IgE-bepalingen en huidtest zijn nuttig voor de diagnose van astma
• proefbehandeling met kortwerkende Beta-mimeticum (+ evt+ nadien met inhalatie CS), maximale effect na 6-8w)

Bij vermoeden van sinusitis

• Vòòr de lft van 6j is geen RX nodig, na 6 j wordt noodzaak van RX in twijfel getrokken (kan soms nuttig zijn om sinusitis uit te sluiten)
• CT-scan: niet zinvol, enkel bij zwaar zieke kinderen

Bij vermoeden GOR:

• pH-metrie (een normael pH sluit geen reflux uit)
• R/ Kind 1mnd en 2j: rijstmeel of sint-jansbrood verdikte voeding
• metoclopramide is owv NW'en niet geadviseerd

Bij vermoeden van infectie:

• Serologisch onderzoek naar Mycoplasma pneumoniae (PCR of ELISA)
• Serologisch onderzoek naar Bordetella pertussis (PCR of ELISA)
• CRP bepaling bij koorts bij kind tussen1 en 36 mnd
• evt. Mantoux test

DD:

• Infecties: lagere of hogere LW, kinkhoest, TBC
• Astma
• Postnasale drip: acute of chronische rhinosinusitis, verschillende types van rhinitis (niet-allergische, allergische, postinfectieuze, uitgelokt door irriterende stoffen in de omgeving, vasomotorische rhinitis)
• Irriterende stoffen en omgeving: passief roken, schimmels, gas- en kolenkachel, ...
• Gastro-oesofageale reflux
• Andere oorzaken (vreemd voorwerp, immundeficiëntie, mucoviscidose, psychogene hoest, congenitale anomalie van de luchtpijp, primaire ciliaire dyskinesie, alfa1-anti-trypsinedeficiëntie