KOZ:
- Fluisterspraaktest:
- Afwijking correleert met ongeveer 30 dB gehoorsverlies
- zowel zittend als staand
- onderzoek op gelijke hoogte als patiënt
- achter patiënt zitten om liplezen te voorkomen
- patiënt 1 oor laten afdekken
- pt moet herhalen wat er wordt gehoord
- fluister op armlengteafstand van de pt zo duidelijk mogelijk, zonder de stembanden te gebruiken
- fluister per oor 6 combinaties van 3 cijfers en letters
- vermijd combinaties met B en D, M en N, H en A = verwarring
- voorbeelden:
- 3F6, G7L, O7S, 2K4, 8S5, U8X
- F5C, Z3L, 6K7, 3S8, 2R9, X4U
- combinatie niet herhalen bij fout
- afwijkende test als meer dan 4 combinaties niet goed worden herhaald
- Rinne en Weber (hebben waarde, maar weinig consequenties voor beleid)
Perceptieverlies:
- Kinderen:
- 50% erfelijke en congenitale familiaire aandoeningen
- 50% infecties tijdens of na ZS, kernicterus, ototoxische geneesmiddelen (aminoglycosiden), asfyxie of onbekende factoren
- Volwassenen:
- lawaai
- Menière
- ototoxische geneesmiddelen
- acousticusneurinoom
- acuut idiopathisch
- schedelbasisfractuur (gehoorzenuwbeschadiging)
- presbyacusis
Geleidingsverlies:
- cerumenproppen (oorstop)
- otitis media acuta
- otitis media met effusie: CAVE ontwikkeling van het kind!
- otosclerose of cholesteatoom
- traumata of acute drukveranderingen
- schedelbasisfractuur (TV of gehoorbeenketenbeschadiging)