- Onderzoek van de cornea met een ‘penlight’ en loep of met een (hand)spleetlamp, met zijdelingse en opvallende belichting:
- beoordeel of het cornea-epitheel gaaf is;
- beoordeel of het cornea stroma aangetast is: troebeling of witte verkleuring
- Onderzoek van het cornea-epitheel na kleuring met fluoresceïne, bij voorkeur met een fluoresceïnestrookje. Inspecteer in schemerdonker met blauw licht (bij voorkeur met een loep):
- beoordeel of er epitheeldefecten zijn: deze lichten groen op;
- beoordeel bij epitheeldefecten (nogmaals) met een loep of onder de oppervlakkige epitheeldefecten ook stromale aantasting is met zijdelings en opvallend wit licht;
- laat zachte contactlenzen na toediening van fluoresceïne ten minste negentig minuten uit, vanwege blijvende verkleuring van de contactlens.
- Onderzoek van de voorste oogkamer met een ‘penlight’ en loep of met een (hand)spleetlamp (facultatief):
- penlight en loep: let op pupilvervorming, pus (hypopyon), bloed (hyphaema) en bij traumata op lensluxatie;
- (hand)spleetlamp (facultatief): let op losse ontstekingscellen, ontstekingseiwitten (te zien door het Tyndall-effect zoals bij een lichtstraal door een rokerige of stoffige ruimte) of Descemet-stippen (neerslag van ontstekingscellen tegen de binnenkant van de cornea).