Klinische beslisregel DVT
Wells score voor DVT
Klinische beslisregel longembool
Wells score voor longembolie
Comorbiditeit van DVT met longembolie is 50% (meestal asyptomatische LE).
80% van de gevallen van longembolie komen voor bij DVT.
Secundair, bij risico factoren:
- (gips)immobilisatie
- Recente operatie
- Trauma aan het been
- Oestrogeengebruik (al dan niet in combinatie met progestagenen)
- Maligniteit
- Zwangerschap of kraambed
Idiopatisch: niet mogelijk om risicofactor weg te nemen
- Trombofilie
- Recente tromboflebitis
- Eerder doorgemaakte VTE
- Obesitas (BMI>30)
- Gevorderde leeftijd
- Chronische ziekten (CNI, Crohn, hartfalen)
- Vliegreizen
- Roken
Posttrombotisch syndroom:
- Bij 15 a 59% van de pt'en met DVT
- Veneuze insufficiëntie als gevolg van een doorgemaakt DVT, gekenmerkt door
- oedeem
- jeuk
- pijn
- trofische stoornissen
- hyperpigmentatie en/of dilatatie van subcutane venen.
- Ook kunnen -meestal in een gevorderd stadium- eczeem en ulceratie voorkomen.
Klachten
- Pijnlijk, gezwollen (onder)been soms met roodheid en uitgezette venen (soms weinig klachten en bevindingen)
- Acute dyspnoe
- Pijn die vastzit aan de ademhaling
- Prikkelhoest
- Hemoptoe.
Anamnese
- Acuut ontstaan, duur en beloop
- Koorts
Onderzoek
- D-dimeer bepaling
- D-Dimeren kunnen ook aanwezig zijn bij een mailgniteit, een infectie, een zwangerschap, na een operatie of als fysiologische variatie.
- Bij een verhoogde risicoscore (zie verder) heeft de D-dimeer bepaling geen toegevoegde waarde voor het beleid: een normale of negatieve D-dimeerbepaling sluit dan namelijk DVT of longembolie niet voldoende uit.
- Klinisch OZ:
- Vermoeden DVT
- Inspectie
- Palpatie aangedanen been:
- drukpijn over het verloop van een vene?
- drukpijn diep in de kuit?
- kuitomvang?
- Temperatuur: erysipelas?
- Vermoeden longembolie
- Bloeddruk, SpO2, koorts
- Pols- en ademhalingsfrequentie
- Auscultatie (pleurawrijven)
- Inspecteer de benen ivm DVT
- Echografie van het been:
- 2-puntscompressie-echografie
- een negatieve echo wordt bij aanhoudende klachten na 5 tot 7 dagen herhaald, is de echo wederom negatief dan is DVT uitgesloten
Evaluatie
- Wells score voor longembolie
- Klinische tekenen van DVT
- Longembolie waarschijnlijker dan alternatieve diagnose
- Hartfrequentie > 100/min
- Immobilisatie of grote operatie <4 weken
- DVT of longembolie in de voorgeschiedenis
- Hemoptoë
- Maligniteit (tot 6 maanden na laatste behandeling, of tijdens palliatie)
- Referentiewaarden
- ≤ 4 punten longembolie onwaarschijnlijk
- > 4 punten longembolie waarschijnlijk
Beleid
- Voorlichting en advies
- Bespreek de oorzaken en de risicofactoren
- Bij gebruik van cumarinederivaten is anticonceptie aangewezen
- Niet medicamenteus
- Bij oedeem compressief zwachtelen
- Steunkousen (klasse III) laten aanmeten: 2 jaar blijven dragen
- Medicamenteus
- Kortdurend SC LMWH
- Ten minste 5 dagen, kan worden gestaakt als de INR stabiel en ged. tenminste 2 dagen > 2,0 is (streefwaarde 2,5 , 2,0-3,5)
- Clexane (enoxaparine) of Fraxiparine (nadroparine) SC
- Nadroparine (Fraxiparine), 170 IE / kg / 24 uur
- 0,6 ml, bij gewicht tot 60 kg
- 0,8 ml, bij gewicht boven 80 kg
- Anticoagulantia
- Duur van behandeling
- Distale DVT secundair: 3 maanden
- Distale DVT idiopathisch: 6 maanden
- Recidiverende DVT: duur laten bepalen door de internist
- Cumarinederivaten:
- Sintrom (Acenocoumarol 1mg): 6mg - 4mg- 2mg
- Marcoumar ( Fenprocoumon 3mg): 12mg - 6mg - 3mg
- !! let op interacties: miconazol, cotrimaxozl, salicylaten, piroxicam en fenylbutazon !!
- Cumarinederivaten zijn teratogeen
- Anticonceptie met oestrogenen is trombogeen . Een hormoonspiraal, koperspiraal of POP verdienen de voorkeur
Verwijzen
- Wens van de patiënt
- Trombofilie
- Maligniteit (afstemming)
- Sterk vermoeden DVT bij herhaald negatieve echografie
- Recidief of progressie tijdens ingestelde antistolling
- Zwangerschap of kraambed
- Recidief-DVT in het andere been
- Ernstig verhoogd bloedingsrisico
- eGFR < 30 ml / min
- Diastolische tensie > 120 mmHg
- BMI > 50 of gewicht > 150 kg
- Psycho-sociaal niet mogelijk thuis te behandelen
- Familiale DVT (nadere diagnostiek)
- Patienten < 18 jaar (kinderarts)
DD DVT
- Spierscheur/hematoom
- Tromboflebitis
- Cellulitis/erysipelas
- Lymfangitis
- Artritis
- (geruptureerde) bakercyste
- Posttrombotisch syndroom
DD longembolie
- Myogene pijn
- Ribcontusie
- Costochondritis (syndroom van Tietze)
- Paniekaanval
- Pneumothorax
- Astma of excacerbatie COPD
- Acuut coronair syndroom of angina pectoris
- Hartfalen
- Pneumonie
- Thoracale aortadissectie, aortaklepstenose, pleuritis, pericarditis, bronchusca, metabole acidose, refluxziekte, herpes zoster