Mattheüs 21, 33-46

Gelijkenis van de onrechtvaardige pachters, zondag 23 maart 2014, Protestantse Gemeente Assendelft, Schrift en Tafel

Gemeente van Christus,

Jezus is in gesprek met de overpriesters en de oudsten van het volk, leken uit veelal rijke die deel uitmaken van het Sanhedrin, het Joodse rechtsorgaan. Jezus heeft dus nogal een macht tegenover zich staan. Religie, gevestigde belangen en traditie. En die macht die begint te wankelen. De menigte begint door te krijgen dat die Jezus zijn macht weleens van de Eeuwige zelf gekregen zou kunnen hebben. Ze heeft Jezus feestelijk binnengehaald in Jeruzalem – de intocht – en Jezus is meteen doorgelopen naar de tempel om daar orde op zaken te stellen. De tafels van de wisselaars gingen om terwijl de kinderen vrolijk bleven zingen. Kinderen begrijpen de wereld vaak beter dan volwassenen.

En nu is Jezus dus met die religieuze en politieke macht in gesprek. De overpriesters en de oudsten van het volk. En als goed Joodse profeet vertelt hij een verhaal. En als je goed luistert herken je jezelf. De truc bij het horen van verhalen als deze is om niet te snel te wijzen naar de ander. Om het verhaal niet te snel buiten jezelf te plaatsen. De kerk heeft dat helaas vaak wel gedaan en gezegd: die mensen die Jezus uiteindelijk ter dood veroordeelden dat waren de Joden. Die hebben het gedaan. Nou, we weten waar dat toe geleid heeft. Ik vind het overigens, maar dat terzijde, heel goed dat het Centrum Documentatie Informatie Israël – het CIDI, afgelopen donderdag haar mening heeft gegeven over de uitspraken van Wilders en Marokkanen. Joden herkennen dat, dat wijzen naar de ander, uit angst, uit onwetendheid.

Dus die gelijkenis van vanmorgen die gaat – zo moeten we ‘m denk ik horen – over ons. Misschien wel over ieder van ons. Die onrechtvaardige pachters die wonen in onszelf. Het is het verkeerde dat je liever niet doet, of je lafheid, of de onwaarachtigheid. Dat deel van jezelf waarvan je liever niet had dat het bestond, maar dat er nu eenmaal is en waar je mee te dealen hebt. Maar het is allemaal om iets anders begonnen. Ik denk dat ieder mens Moslim, Christen, Marokkaan of geboren Nederlander gewoon een ommuurde wijngaard wil. Gewoon een aarde waar je kunt leven: veilig, in vrede, zonder tekort. Het is een oude droom dat het ooit in orde was en dat het ooit weer goed zal komen. Dat we vrucht zullen dragen.

Maar ach, wat gebeurt er in de tussentijd? De Eeuwige, de eigenaar van het land, is volgens het verhaal van Mattheüs naar het buitenland en stuurt tegen de tijd van de oogst zijn slaven om te kijken hoe het er voorstaat. En dan zeggen die pachters: donder maar op. Ze slaan de een, de doden de tweede en ze stenigen de derde. Tot twee keer toe. We doen het alleen wel, we willen geen pottenkijkers. Geen hemelse waarnemer die kijkt of we rechtvaardigheid en vrede nastreven. We redden het wel met onze angst voor de ander, onze economische belangen, onze kerk, onze relaties, onze betweterij , ons milieu, onze jaloezie, onze schijnzekerheden, onze status …

We regelen onze eigen erfenis. Eigenlijk zijn we stervensbang dat we het niet redden, maar herinner ons er niet aan.

De heer des huizes, de landeigenaar in het buitenland, deze God is vreemd. Uiterst vreemd. Als hij verstandig was geweest was hij weggebleven.

Een gewaarschuwd mens telt voor twee. Als zij wijs was geweest had hij het óf die pachters zelf laten uitzoeken op die wijngaard óf hij had zonder referendum militair ingegrepen en de boel naar zijn hand gezet. Maar God is niet verstandig naar onze maatstaven. Zo gaan de dingen niet, zo werkt het niet. En dan stuurt die landeigenaar zijn zoon en vertrouwt hij erop dat ze voor hem wel ontzag hebben. Een goddelijke misrekening….Toen ze hem gegrepen hadden, wierpen zij hem buiten de wijngaard en doodden hem.

Zo gaat dat, tot op de dag van vandaag. En straks in de Goede Week staan we daar eens temeer bij stil. En dan staan we in die wijngaard, van God en van elkaar verlaten. Wat we nooit hadden gewild met al onze goede plannen en al onze christelijkheid en alle liefde die in ons is… en dan zegt het oude verhaal dat we ooit weer met hem aan tafel zullen zitten, in het koninkrijk van zijn vader, van zijn moeder in de hemel. En dat we dan niet meer leven uit de angst of uit het failliet, maar uit de liefde van die landeigenaar. Zo zal het zijn. Amen