Marcus 7, 24-30

Zondag 9 augustus 2015, Grote Kerk Westzaan

Gemeente van Christus,

In het zevende hoofdstuk van het evangelie naar Marcus gaat het om de verhouding tussen joden en niet – joden. Die niet- joden ontmoeten we in de gestalte van de naamloze Syrofenitische vrouw. Een Griekse, een niet- Joodse, die zich ophoudt in het gebied van Sidon, heidens gebied bij uitstek.

Het is wat met dat heidendom. Het heeft een onreine geest, vertelt Marcus. Commentaren willen die onreine geest nog weleens duiden als deze of een andere psychische aandoening. Het zal best, maar ik houd het voor die toekomstloze bezetenheid. De samenleving die van het padje is, zonder zin en samenhang. Blind volgt zij de goden die spoken in haar hoofd. Verstandelijk begrijp je hen niet. De economie moet groeien zeggen ze. Even denk je nog – dat kan niet, daar zit een grens aan – maar je bent bezeten, je valt ermee samen. Het is het systeem waar je deel van uitmaakt, waar je niet aan ontkomt, zoals iemand die psychisch ziek is niet buiten zijn ziekte kan staan als was hij of zij gezond. Het lijkt tot ondergang gedoemd. En die moeder uit het evangelie die ziet dat. Die ziet haar eigen dochter opgesloten in die bezetenheid. Laatst zei ze nog `als het met de kinderen goed gaat dan gaat het met mij ook goed`. Maar het tegenovergestelde is helaas ook waar. Als het met je kinderen niet goed gaat dan kunnen ze jou ook bij elkaar vegen. Dus dat die vrouw zich niet zal laten afschepen dat laat zich raden. Jezus mag dan nog zo bot met haar omgaan, maar ze zal er wel doorheen horen.

En zo komt ze dus bij hem. Het was eigenlijk niet de bedoeling.

Jezus wilde liever incognito door dat heidens gebied gaan. Hij had er natuurlijk ook een mooie evangelisatiecampagne van kunnen maken met wonderbaarlijke genezingen en een enthousiaste menigte, maar je weet nooit wat die heidenen ermee zullen doen. Voor je het weet denken ze dat ze God in hun broekzak hebben en gaan ze op de oude voet verder. Nee, misschien moet je als heiden eerst leren dat God  voor jou een vreemde is. Dat die precies zegt wat je niet wil horen en precies van je vraagt wat je liever niet doet.

Dus Jezus wil zich verborgen houden, het religieus geen ruimte geven. Maar ja, daar is die syrofenitische met haar vraag. Irritant vasthoudend: wil je de demon uit mijn dochter werpen. Ik heb opgevangen dat je dat kan. Mensen verlossen van hun bezetenheid. Hef ons op uit onze zonden – uit heel dat tevergeefse bestaan – werp de duiv’len bij ons uit, want de vrijheid moet gevonden. Heer, vervul Gods raadsbesluit. Ach, het mocht toch waar wezen, dat die demonen met de staart tussen hun benen vertrekken uit de psychiatrische instellingen, uit de europese unie, uit christendom en islam, uit de wereldeconomie, uit onze huizen.

Hij zei haar: laat eerst de kinderen verzadigd worden. Hij bedoelt de kinderen van Israël. Hoe lang leven ze het al niet voor, dat leven met dat woord, dat brood van god gegeven. Die ondank ondankbare vreugdevolle taak van uitverkoren zijn. Het wil steeds maar niet lukken. Dan gaat het weer even goed en dan laat het volk het er weer bij zitten totdat er weer een profeet in Israël opstaat en dan begint het verhaal van voren af aan. Dat is het verhaal van Gods eersteling. En die Syrofenitische die weet dat. Hoe de kinderen Gods met het brood knoeien. Hoe het soms zomaar op de grond valt.

Maar kom nooit met het verhaal dat het later in de kerk anders toeging, dat zij zorgvuldiger met dat brood zou omgaan. Want die tafelgemeenschap van de kerk… het begon aardig, maar later werden er mensen van avondmaal en eucharistie uitgesloten, volgens dat oude menselijke principe: jij hoort erbij en jij niet. Geen homo’s aan het avondmaal, geen ongehuwd samenwonenden.

De Syrofenitische die weet dat Gods ontferming verder reikt dan de grenzen die mensen trekken. In eerste instantie lijkt ze te worden afgewezen: `laat eerst de kinderen verzadigd worden`. Ze zou op kunnen staan: wat nu, eerst de kinderen verzadigd worden. Ik had gehoopt dat u radicaler was. Jood noch Griek, man noch vrouw, slaaf noch vrije. Ik had gehoopt dat u aan al die discriminaties een einde zou maken. De Syrofenitsche kiest anders. U wijst wel af, u zegt wel nee, maar sta me toe iets anders te horen. Het kan niet zo wezen dat Gij ons overlaat aan onze bezetenheid, aan de waanzin. Als ik u hiermee laat wegkomen dan capituleer ik. Dan blijven we tot in eeuwigheid zitten met een God die de één verzadigd en de ander laat omkomen, die God van nooddruft en van overvloed. Nee, zo kan u het niet bedoelen, zo bedoelt u het niet. Als er een God is, als er bevrijding is, als uw barmhartigheid zich niet beperkt tot uw eersteling, als uw barmhartigheid niet ophoudt bij de muren van welke kerk dan ook…

Zelfs de honden onder de tafel eten van de kruimels van de kinderen. Godsdienstige assertiviteit. Volwassen geloof dat uit het nee het ja van God tevoorschijn bidt. Geloof dat vasthoudt, niet opgeeft. U mag er dan niet zijn, en alles wijst daarop, maar sta me toe dat ik roep en bid en smeek, en geef dat ik daar nooit mee ophoud zolang ik leven zal. Omdat ik vast wil houden aan deze wereld omgekeerd,

Hij zei haar: vanwege dit woord, ga! En de demon is uit jouw dochter gegaan.

En teruggegaan naar haar huis, vond ze het kind, liggend op bed, en de demon was uit haar gegaan. Bevrijd van alle bezetenheid, van alle waanzin, van alle ongelijkheid. Zo is het, zo zal het zijn. In Jezus’ naam. Amen.

Vertaling

Vandaar staat hij op en gaat weg naar de gebieden van Sidon

Hij kwam binnen in een huis en wilde dat niemand het zou weten

hij kon het niet verborgen houden.

Daar een vrouw, van wie de dochter een onreine geest had,

nadat ze over hem gehoord had, kwam en neerviel voor zijn voeten.

Nu was de vrouw een Helleense, een Syrofenitische van geboorte,

En zij vroeg hem de demon uit te werpen uit haar dochter.

Hij zei haar: laat eerst de kinderen verzadigd worden

Want het is niet goed het brood van de kinderen te nemen en het de hondjes voor te werpen.

Zei antwoordde en zei hem: ja, heer.  Zelfs de honden onder de tafel eten van de kruimels van de kinderen.

Hij zei haar: vanwege dit woord, ga! En de demon is uit jouw dochter gegaan.

En teruggegaan naar haar huis, vond ze het kind, liggend op bed, en de demon was uit haar gegaan.

Kyriëgebed

U roepen wij aan om ontferming. Tot wie zouden wij anders roepen als het gaat om de nood in de wereld. Die nood die de meesten van ons zich maar zeer ten dele of niet kunnen voorstellen.

We horen, zien en lezen iedere dag:

Over mensen op de vlucht, ten dode opgeschreven, gekapseisd bestaan.

Over haat, marteling, grenzeloos geweld in Irak, Syrië, Koerdistan, 

We weten van armoede en onrecht,

God, als er nog uitzicht is op een andere wereld, dan is het bij u

Gij, van wie het verhaal gaat dat u vol ontferming bent,

De vrede, de liefde, de heelheid zelve.

Daarom is het tot u dat wij roepen en zingen:

Zondagsgebed

Goede God,

We laten u niet zomaar wegkomen

Met het argument dat u afwezig bent

Of niet bestaat

We laten u niet zomaar wegkomen

Omdat zoveel mensen een rottig leven hebben

Nee, we laten u niet wegkomen.

Spreek tot ons en doe ons leven.

In Christusnaam. Amen.

 

Dankgebed en voorbeden

Goede God

Gij bent het toch

Die bevrijdt van alle bezetenheid

Waar de wereld vol van is

 

Wij danken u

Dat u die bevrijder bent

Die de demonen uitdrijft

De demonen mensen naar het leven staan.

 

Wij danken u voor al die keren

Dat mensen dat mogen meemaken

En weer mogen leven

Bevrijd van onrecht, geweld en onderdrukking

Bevrijd van ziekte naar lichaam of geest

 

Wij bidden u om bevrijding van machten die als goden over ons heersen

De economische machten

En hun fatale geloof in groei en maximale winst

Ten koste van de minsten, ten koste van de aarde

De machten die heersen over mensen opgenomen in psychiatrische instellingen

De angst en depressie, de stemmen in het hoofd

 

Wij bidden u om bevrijding van bezetenheid

Dat we niet bezeten zijn, maar vrij,

En mens mogen zijn zoals u het voor ogen moet hebben.

 

Verhoor ons, wees met hen die we dragen in ons hart,

En hoor ons nu we in stilte bidden wat ons bezighoudt…. Onze Vader