2 Koningen2, 1-18, Allerzielen, 1 november 2013, Zuidland Purmerend
Gemeente van Jezus Christus,
Allerheiligen/Allerzielen, de dagen waarop de Rooms Kaholieke kerk hen gedenkt die ons zijn voorgegaan. Belangrijke mensen, mensen die ons gemaakt hebben tot wie wij zijn. Ook mensen die ons hebben achtergalaten.
Het oecumenisch leesrooster leest al een tijdje uit de boeken 1 en 2 Koningen. Voor aanstaande zondag staat het verhaal van de hemelvaart van Elia aangegeven. Net zo min als Mozes heeft de profeet Elia een graf. Hun namen, hun verhalen, leven nog in ons midden. Verhalen over uittocht, over bevrijding en over leven met Gods woord.
Aan het eind van zijn leven gaat Elia met zijn opvolger Elisa richting Jordaan. De verteller geeft de route precies aan. Ze doen de intocht in omgekeerde richting. In plaats van dat ze vanaf de Jordaan het van God beloofde land ingaan, gaan ze vanuit het beloofde land naar de Jordaan. Een beweging terug naar af, maar ook een beweging terug naar waar het in beginsel om gaat.
Israël weet van grensovergangen. Het weet van de Rietzee. Daar trokken zij doorheen, de wateren van de dood links en rechts van hen. Midden in het leven zijn wij door de dood omgeven, maar God trekt ons erdoor. En de machten van de dood, gesymboliseerd door farao en zijn paarden en wagen, zij verdrinken, zij gaan ten onder. Israël weet van de Jordaan, de oude grensrivier. In werkelijkheid is het een riviertje van niets, meer een beekje, maar in de bijbel is het de grens tussen leven zonder en leven met toekomst, leven in de woestijn of leven in beloofd land. Israël is door die Jordaan getrokken. Twaalf stenen herinneren aan die intocht. Jij zult thuiskomen, in Gods naam.
Dus als Elia en Elisa die omgekeerde beweging maken, uit het beloofde land naar de Jordaan, dan gaan ze terug naar hun oorsprong, naar waar het geloof begint. Je moet weten waar je vandaan komt. Als Elisa straks de sporen van Elia treedt, dan moet hij weten waar het om begonnen is.
Het zijn profeten die twee. Ze zijn geroepen om het volk te bewaren bij het woord van God. Om een woord te spreken – Gods Woord – tegen het onrecht, tegen de leugen; om het op te nemen voor de vreemdeling, de arme, de weduwe en de wees. Zonder hun woord, zonder die tegenstem, is er geenleven mogelijk. Steeds weer zullen er mensen moeten opstaan om te zeggen wat ertoe doet, wat het verschil maakt.
Zo gaan die twee naar de Jordaan. Elia zegt Elisa tot drie keer toe te blijven, niet mee te gaan. Elisa verlaat hem niet, zowaar de Heer leeft. Menselijke roeping, blijven bij wat er toe doet, blijven bij wat beslissend is.
Het verhaal doet in vele opzichten denken aan het verhaal van de uittocht uit Egypte en de intocht in het beloofde land. Daarmee is het een verhaal over leven en dood. En daarmee is het juist ook voor deze dag rond Allerzielen/Allerheiligen uit uitermate passend verhaal. Waar gaat het om in leven en sterven? Om beloofd land, omleven sterker dan de machten van de dood, om elkaar niet verlaten, om dragen wat je van anderen hebt gekregen. Je komt als mens niet uit het niets, je bent geen onbeschreven blad. Anderen zijn jou voorgegaan zoals Elia aan Elisa vooraf ging. Je staat in een verhaal. Je mag deel uitmaken van de geloofsverhalen van Israël de kerk verhalen die je dragen door het water van de dood, die je dragen in dagen van afscheid, die je de kracht geven om door te gaan, die je de geest geven die ook op anderen was.
Daar aan die grensrivier, waar Elia ten hemel vaart, gaat het om traditie. Om doorgeven. Als jij er straks niet meer bent, als ik er straks niet meer ben… in welke geest ga je dan verder, welk verhaal draagt je? Weet je van beloofd land, van wateren van de dood waar je doorheen kunt trekken zonder te verdrinken? Weet je van een hemel die omziet naar de aarde? Weet je van Mozes en Elia? Mensen die ons zijn voorgegaan. Mensen zoals wij in wie God tot ons spreekt: in daden, in woorden die er toe doen, in vertrouwen. We zijn er niet voor de dood. We zullen niet ondergaan. Wel kunnen we onze dierbaren missen, hartstochtelijk rouwen, verlangen naar hun aanwezigheid, niet weten waar we het zoeken moeten. Maar meer dan dat, en in dat, is er de Geest die getuigt dat de hemel naar de aarde omziet. Dat Elia onder ons is om te vertellen van God, van leven zoals het bedoeld is, van leven hoe het zal zijn. De Geest die getuigt, de Geest die vertroost, de Geest die leven doet…sterker dan de dood. In Naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest.