Oogstdienst Zondag 16 oktober 2016 Protestantse Gemeente Assendelft
Gemeente van Jezus Christus,
Het verhaal van Jozef is de meesten bekend. Het was mijn favoriet op lagere en zondagsschool. Jozef vond ik niet sympathiek, dat weet ik nog. Hij wordt voorgetrokken door zijn vader. Kan die zelf niets aan doen, maar hij doet er ook niet tegen. En hij is een opschepper: hoor een wat ik gedroomd heb. En die dan zijn broers vertelt over voor hem buigende korenschoven en voor hem buigende sterren. Ik mocht het niet denken, maar ik snapte die broers wel. Die broers die hem in de put gooien en hem later verkopen aan de Ismaëlieten.
Maar of ik het nu leuk vond of niet, die Jozef was wel Gods gezegende. Wat hij ook ondernam, deze meesterdromer, het lukte hem. Nog maar nauwelijks in Egypte wordt hij gekocht door Potifar, leider van farao’s lijfwacht. Jozef komt in diens huis en hij doet het zo goed dat alles in huis aan hem wordt toevertrouwd. En hij kent ook nog zijn grens. Zo groot als hij wordt, hij vergrijpt zich niet aan de vrouw van Potifar. Ze vraagt hem, maar – zo staat er letterlijk – hij hoort haar niet. Hij houdt zich doof. Sommige dingen moet je niet willen horen anders ga je onderuit, daar ben je niet op gebouwd. Hij hoort haar niet. Misschien wil hij wel, misschien is die vrouw van Potifar wel uitermate aantrekkelijk, maar er zijn grenzen. Gevolg van deze rechtschapenheid is wel dat Jozef door mijnheer Potifar in de gevangenis gegooid wordt. Daar legt hij de dromen uit van de schenker en de bakker. Jaren later denkt die schenker aan Jozef. Als farao twee dromen heeft die niemand kan uitleggen, dan wordt Jozef erbij geroepen. Jozef de meesterdromer. En hij legt uit wat de dromen betekenen – eerst komen er zeven vette jaren en dan zeven magere jaren – en hij zegt er gelijk bij wat verstandige politiek zou zijn. En zo wordt farao aangesteld tot onderkoning van Egypte.
Die Jozef is een gezegend. Hij kan zo diep niet afdalen, in put of in de gevangenis, hij komt weer boven. Het doet denken aan dat verhaal van die ander Jood die afgedaald was – nedergedaald ter helle – zegt de geloofsbelijdenis, en die ook weer boven kwam. Je had er niet meer op gerekend, je dacht dat hij dood … het is het geheim van de graankorrel die sterven moet om vrucht te dragen. Verhalen die ons vertellen van Gods zegen en dat het allemaal toch nog heel anders zou kunnen lopen dan je verwacht.
De vraag is of Jozef, groot geworden, vrucht zal dragen. Of die schuren van Egypte in die magere jaren alleen open zullen gaan voor het eigen volk of voor de hele wereld. En of die broers ook mogen komen, die broers die hem verkocht hadden voor een paar zilverlingen. En of die arme vader Jacob hem weer zal zien, Jozef, zijn beminde. Jozef mag dan in mijn kinderlijke verbeelding een vervelend jochie zijn geweest, hij was wel Gods gezegende.
En als dat jochie volwassen is, dan blijkt hij heel goed te weten dat niet hij koning is, maar God. En die broers die komen naar Egypte. Het gaat niet zonder slag of stoot, het is een heel proces, maar uiteindelijk heeft er verzoening plaats. Dan zijn ze weer bij elkaar. Vader Jacob en zijn kinderen, Jozef en zijn broers. En de magere jaren zijn voorbij en de volkeren hebben het overleefd.
Ja, een prachtig verhaal, dat verhaal van Jozef. Eind goed, al goed. Het had ook zomaar anders kunnen lopen. Jozef had de vrouw van Potifar ook wel kunnen horen. Hij had bij haar kunnen gaan liggen. Misschien waren ze betrapt door Potifar. Och, je moet er niet aan denken…
Jozef had ook kunnen denken: mooi dat ik onderkoning ben geworden, maar waarom zou ik geen koning zijn. Ik heb uiteindelijk het volk gered van de hongerdood. Hij had iets in de thee van farao kunnen doen…
Dan was het verhaal heel anders gelopen. Dan was Jozef de grootste man van Egypte geweest. Dat is mooi hoor, dan heb je alles voor het zeggen. De droom van Trump: mooie vrouwen om je heen, een knopje waar je maar op hoeft te drukken om je vijand te vernietigen, een geheime dienst om je rivalen uit de weg te ruimen. Wie wil dat nu niet: de allergrootste worden. De grootste politieke partij. Of, de grootste economie. Groeien tot in het oneindige en als het ten koste gaat van het milieu dan pas je gewoon de rekenmodellen een beetje aan.
Maar dat verhaal van Jozef dat loopt anders. Jozef wordt groot, je moet je niet te klein maken, je hebt een hoge roeping, maar hij wordt niet te groot. Want het gaat uiteindelijk om iets anders: dat je door die nood heen komt. Jij niet alleen, maar alle volken op aarde. Dat het weer goed komt tussen jou en die ander, tussen jou en je broers en zussen. Uiteindelijk gaat het vrede, heelheid. Om zegen, om oogst. Amen.