Exodus 12 - Geef ons heden ons dagelijks brood

Gemeente van Christus,

O Heer wij danken u voor noodruft en voor overvloed,

Waar menig mens eet brood der smarte hebt gij ons mild en welgevoed.

Voor de duidelijkheid: noodruft heeft hier zijn oude betekenis van `leeftocht, spijs en drank`

Mijn vader bad dit gebed vroeger als afsluiting van het avondeten, maar op een gegeven moment stopte hij ermee. Mijn broer en ik snapten het gebed niet, en waarschijnlijk hadden mijn ouders moeite met de inhoud. Alsof God aan de ene mens het brood der smarte geeft maar de andere mens mild en wél voedt. In zo’n God geloven mijn ouders tot op de dag van vandaag niet.

Het blijft een mooi gebed met prachtige rijm en beeldspraak. Het brood der smarte. Het brood krijgt een eigenschap die het van zichzelf niet heeft. Brood van smart, brood van ellende. Zoals brood ook andere eigenschappen kan hebben: dagelijks brood, brood van het koninkrijk, brood des levens. Het brood is meer dan het is, het wijst boven zichzelf uit. Dat avondmaalsbrood na afloop misschien aan de kippen gevoerd wordt doet daar niets aan af. Het brood van het Koninkrijk is het hier, waar we vieren en gedenken. Waar we samenkomen als gemeente van die Éne die zichzelf vergeleek met het manna uit Exodus 12: Ik ben het levende brood dat uit de hemel is neergedaald.

Het brood waarom wij in het Onze Vader bidden is, zo heb ik me laten vertellen, al volgens alle vroege bijbeluitleggers `geestelijk`, `brood uit de hemel` en ten slotte Christus zelf. Het teken in de gemeenschap van het goede dat God ons gaf, geeft en zal geven, gedachtig aan het verleden en uitziend naar de toekomst.

Ik hoop eerlijk gezegd niet dat we over een jaar of wat met de Nieuwe Bijbelvertaling bidden: geef ons vandaag het brood dat we vandaag nodig hebben. Dat is me eigenlijk veel te plat. Als ik naar de supermarkt ga dan probeer ik altijd, met wisselend succes, te bedenken wat ik nodig heb. En gelukkig verkeer ik in de gelukkige omstandigheid dat ik dat nodige dan ook kan kopen, iets wat voor het grootste deel van de mensheid niet zo is. Maar het gaat bij de bede `geef ons heden ons dagelijks brood` niet in eerste instantie om wat ik nodig heb, maar om de gever. God geve dat we deel mogen krijgen aan wat de hemel aan ons doet.

Ook Israël heeft dat moeten leren, veertig jaar, een leven lang. In het tekort wil je zekerheid en met vertrouwen, met geloof, alleen red je het niet. We hebben andere maatregelen nodig, ook vandaag. Een begrotingstekort dat niet boven de 3% komt, herstel van de economische groei, harde bezuinigingen. Onze welvaart komt niet uit de hemel vallen. In Egypte had je tenminste nog zekerheid. Je werd dan wel uitgebuit en je moest werken tot je erbij neerviel, maar je had tenminste te eten. Kijk, je moet toch eerst zorgen dat je je eigen zaken op orde hebt. Zuerst das Fressen und dann die Moral.

Misschien denkt God: ok, ze hebben een punt. Ik doe er wat aan. Maar ze zullen weten waartoe ze eten, waartoe ze überhaupt op weg zijn. En er is één dag die daar in het bijzonder naar verwijst en dat is de Sabbat. De laatste dag van de schepping, de dag ook waarop de Eeuwige zijn volk bevrijde uit Egypte. Je kunt het ook anders zeggen: de hele schepping is op de bevrijding aangelegd en de dag om dat te gedenken is de Sabbat. Dat moet een rustdag zijn. Dan kan alles weer op adem komen. Waartoe was het ook alweer dat wij hier waren? Waar ging het ook al weer naartoe en gaat het wel ergens naartoe? En blijft het altijd zo dat de één overvloed heeft en de ander het brood der smarte eet of zal het in het land waarnaar we op weg zijn anders wezen?

Maar het is moeilijk hoor om die principes vast te houden en je leven ernaar te richten. En afhankelijk zijn dat is niet onze sterkste kant. Wie maar de goede God laat zorgen, dat is makkelijker gezongen dan dat je ernaar leeft. Dus dat volk gaat graaien voor die Sabbat alsof het de dwaze dagen van de Bijenkorf zijn of alsof de nieuwe I-phone er overmorgen niet meer is. Die hebzucht is wat, maar het is natuurlijk rottigheid. Het gaat stinken en de maden lopen eruit. Nee, het zijn geen frisse zaakje zo lees ik maar. En toch zit ’t in je. Je wil een beetje rente. En als je op het Damrak werkt of bankier bent dan neem je risico om het kapitaal een beetje te laten groeien… nou ja, dat gaat dus gruwelijk mis. En dat moet dat volk, die ene uit de volkeren, dus leren. Dat je moet leven uit Gods hand en dat er dan genoeg is voor iedereen. En wij, die heidenen die er later bijkwamen, moeten dat ook leren.

Geef ons heden ons dagelijks brood. Dat we deel mogen hebben aan wat God ons geeft, aan zijn liefde en toekomst, en dat de richting en de zin mag zijn. Amen.