Toespraak Missionair Oecumenische Gemeenschap Purmerend
25 jarig bestaan MOG-koor, laatst viering met dirigente Eva Kors
Gemeente van Jezus Christus,
We hoorden zojuist maar een klein gedeelte van een soort wedstrijdverslag. Een wedstrijd tussen aan de ene kant Baäl en aan de andere kant de God van Israël. De regels zijn eenvoudig. Zowel de Baälpriesters als Elia bouwen een altaar en leggen er een offer op, en welke God nu het eerst de fik steekt in het brandoffer die heeft gewonnen. Het doet onwillekeurig denken aan de Positivo’s, het evangelicale duo van Kooten en de Bie, die zongen: onze God is de beste, onze God is kampioen, daarom zijn wij in het westen, relatief in goeden doen.
We weten inmiddels wie er gewonnen heeft – we hoorden het zojuist – de Eeuwige, de God van Israël.
De profeet Elia trad op in een tijd waarin het economisch geweldig goed ging in Israël. Goede handelscontacten, rijkdom, welvaart, een bloeiend religieus leven rondom de vreemde god Baäl inclusief kinderoffers. Zoals u weet heeft iedere welvaart – ook vandaag – zijn prijs. En Elia nu is door God geroepen om die keerzijde van die welvaart aan de kaak te stellen. Om er van Godswege vragen bij te stellen. Wat is nu echt belangrijk in je leven? Wat is je hoogste waarde? Waar gaat het werkelijk om? Is dat de economische groei, de welvaart, de centen, de aandelenkoersen, de concurrentiepositie, of is het toch iets anders? Wat maakt onze wereld tot een thuis, tot een plek waar het goed wonen is, niet voor enkelen maar voor ieder mens.
Elia is net als de profeten voor en na hem een roepende in de woestijn. De mensen luisteren niet. Dus doet hij een meesterzet: hij organiseert een wedstrijd. En dát is taal die we verstaan. Wie is de beste, daar gaat het om. Het is natuurlijk een belachelijk verhaal. Alsof de Eeuwige de God van Israël een betere God zou zijn omdat hij beter fikkie kan stoken. Alsof hij het aanbidden meer waard dan Baäl omdat hij een grotere trukendoos heeft. Dat is natuurlijk onzin. Niet alleen Elia is een profeet die het volk een spiegel voorhoudt, het verhaal zelf is profetisch. Al zou de Eeuwige, de God van Israël al beter fikkie kunnen stoken dan Baäl, en al zou hij al een grotere trukendoos hebben, dan nog blijft de vraag: wat is wezenlijk, wie is die God die je vertrouwt, wat is de essentie.
Dat is niet zo’n makkelijke vraag. Het is meer om het wat ouderwets te zeggen een geheimenis. Het heeft te maken met trouw en goedheid, met gerechtigheid, met hoop, met opnieuw kunnen beginnen, met heelheid, met vergeving. Precies de vinger erop leggen – of erger nog – God in je broekzak steken – dat gaat niet. Maar deze God is een geheimenis dat mensen aanspreekt en geloven doet, en zoveel meer.
Het is vanmorgen toch een beetje de dienst van het MOG-koor dat al twintig jaar in de Missionair Oecumenische Gemeenschap zingt. Misschien is dat zingen wel het beste te beschrijven als het zingen rond het geheim van déze God. Elkaar en jezelf al zingend bij dat geheim bepalen en zó verkondigen, bemoedigen, aansporen. In die twintig jaar is het MOG koor ook het huiskoor geweest, heeft het eraan bijgedragen dat dit huis voor heel veel mensen een thuis was.
Op zo’n morgen als deze is het bijna onmogelijk om niet te benoemen dat sommigen dat `thuis` bedreigd zien. De bisschop die zich terugtrekt uit de oecumene, een intensievere band met de protestantse moederkerk, geen eigen voorganger voor alleen de MOG. Het lijkt voor sommigen wel iets te hebben van een crisis. Nu hoorde ik van de week toevallig een mooie omschrijving van wat een crisis is, of wat dat met je doet. Dan werkt je eigen verhaal niet meer. Dat is ingrijpend en droevig, maar soms biedt het ook nieuwe kansen, nieuwe horizonten die je niet had kunnen vermoeden. Misschien dat – ook omdat Eva vanmorgen voor het laatst het MOG-koor dirigeert – dat gevoel herkent. Het MOG-verhaal – en wellicht ook het Taborverhaal - dat werkt niet meer zoals het zo lang gewerkt heeft. En nu hoop ik maar, en dat wens ik ook dat dat ook een kans biedt om nog weer bij die vragen te komen waar het ook bij Elia om gaat. Wie is die Eeuwige? Waar gaat het werkelijk om, wat is de kern? Als op het liturgieboekje staat `de vreugde voert ons naar dit huis` waar vinden we die vreugde dan in? Ik denk in wat het volk Israël erkent: de Eeuwige is God! De Eeuwige, die er is, was en altijd zijn zal. Die maakt dat we de lofzang gaande houden, dat we leven, dat we mens kunnen zijn met elkaar, dat we ook kunnen loslaten en opnieuw beginnen. En nu wens ik maar dat God ons geeft dat de vreugde ons altijd naar dit huis mag voeren. Niet per se een huis gebonden aan deze plek of aan een andere, maar een plaats die een `thuis` is. Waar het brood gedeeld wordt, brood ten leven, toekomst brood. Amen.