Lucas 2, 1-19 (2014)

Rogier van der Weijden. St. Colomba altaarstuk.ca. 1455

Kerstmorgen 2014, Protestantse Gemeente Assendelft

Gemeente van Jezus Christus,

In dagblad Trouw staat op zaterdag altijd een klein, door een lezer ingestuurd, opgetekend gesprek. Twee weken terug was het een gesprek in de huisartsenpraktijk:

-         Hoe gaat het met u?

-         Nou, je mag best weten, het is zó moeilijk op dit moment in de wereld. Zo rommelig ook overal…ik heb in mijn kerststal een tweede kribje bijgezet.

De man of vrouw die dat zei vindt één Jezus duidelijk niet genoeg. Of misschien vindt ze deze Jezus niet genoeg en verwachtte ze meer van hem. Hij of zij is niet de enige die er niet bij kan. Hoe zou het kunnen? Een kind dat deze wereld draagt, een kind dat alles goedmaakt wat misgegaan is en dagelijks misgaat. Is het niet een iets te hoge verwachting, een iets te vreemd geloof? En dan dat geraaskal van die engelen. Zie ik verkondig u grote blijdschap die heel het volk ten deel zal vallen…Het is wel duidelijk dat die niet boven Soedan, Syrië of Irak vlogen.  Anders hadden zelfs de hemelse engelen het niet uit hun keel gekregen. Vrede op aarde… Gemeente, een kind is vertederend en ik snap dat best, maar het kerstfeest slaat nergens op. Ik vind het schattig dat die mijnheer of mevrouw een tweede kribje in de kerststal zet, maar het zal niets uitmaken.

Ik heb het hier al vaker gezegd, de bijbel is een onmogelijk boek dat vertelt over een onmogelijke God. En ik ben ontzettend blij dat ik het vanmorgen niet over mijn eigen blijdschap hoef te hebben, of over wat wij onder vrede verstaan. Want dan was ik waarschijnlijk snel uitgepraat. Nee, als ik het heb over blijdschap of vrede, dan gaat het over wat God ons geeft. Er is op aarde een absoluut gebrek aan blijdschap en een misschien nog groter gebrek aan vrede. En daarvoor is geen oplossing, althans, ik zie hem niet direct- zeker niet op korte termijn, en u misschien ook niet. Het is zó moeilijk op dit moment in de wereld. Zo rommelig ook overal. I.S., de almacht van de vrije markt, het bedreigde milieu, de conflicten, de vele duizenden op de vlucht.

Maar nu vertelt de bijbel, keer op keer, en ook vanmorgen, een verhaal dat daar dwars tegen ingaat. Een onmogelijk verhaal. In het kerstevangelie lijkt alles in het begin gewoon te gaan zoals het gaat. Keizer Augustus – zijn naam betekent `de Verhevene` - gebied een inschrijving, een volkstelling. Meten is weten en kennis is macht. En je ziet ze gaan. Al die mensen op weg, om ingeschreven te worden, ieder naar zijn eigen stad. Verschrikkelijk omslachtig, nutteloos, zo gaan ze op weg. Het slaat helemaal nergens op. Waar gaat het nu eigenlijk om? De keizer schrijft een gebod uit, en iedereen gaat. Geen mens weet waarnaartoe, geen mens weet waar het goed voor is. Maar de keizer heeft gesproken. Keizer Augustus, de verhevene.

Ook Jozef ging op weg… Alsof een camera inzoomt. Eerst zie je dat hele bewoonde wereld rond de Middellandse Zee in beweging komt. Eenieder naar de plek waar hij vandaan kwam.  Of misschien wel onze bewoonde wereld. De verhitte koppen op de beursvloer, de file met al die autootjes met een uitstekende kerstboom, de rijen in de supermarkten – maar ook de verkoopster van de daklozenkrant, de vader op de fiets naar de voedselbank, de Syriër wandelend langs het kanaal in het dorp Oranje. Die volslagen krankzinnige wereld. De camera zoomt in. Twee mensen: Jozef en Maria. Om die twee gaat het. En met dat Lucas op hen inzoomt – nog maar vijf verzen op weg - horen we in de hele bijbel geen woord meer over Augustus en zijn gebod. Zijn verhaal is uit. Niet hij is Augustus – de verhevene -, nee, de Verhevene is het kind dat geboren wordt. Zoals Maria in haar lofzang zong: Machtigen stoot hij van zijn troon en nederigen verheft hij.

Dat kind voor wie geen plaats is in de herberg weerloos en kwetsbaar. Op een enkel oud schilderij draagt het een rijksappel, zo’n gouden bol met daarbovenop een kruisje, een symbool van de macht van een koning of keizer. De schilder wil zeggen: de macht is aan dit kind, he’s got the world in his hands.

Dat nu is het onmogelijke van kerst, en van het hele geloof van de kerk. Het wonderlijke vertrouwen dat God aan ons verschenen is als kind, als een dienstknecht, als een ter dood veroordeelde. Als een mens die het in deze wereld niet redt. Maar dat God juist zó – in die weerloze liefde – de verhevene is en deze wereld draagt en regeert. Dat is volgens mij de blijdschap waar die engel het over had, en de vrede.

Ik denk dat ik die mijnheer of mevrouw die er in de kerststal een kribje bij wil zetten, wel snap. Ik snap hem of haar misschien wel heel goed. En ik heb erover nagedacht wat ik tegen hem of haar zou zeggen. En ik bedacht dat ik niets zou  zeggen, maar dat ik deze preek zou geven. Over het onmogelijke verhaal, van een onmogelijke God en een onmogelijk kind. Over weerloze liefde die regeert en deze wereld draagt. Over die éne mens Jezus van Nazareth: onze blijdschap, onze vrede. Verhevene, koning van de vrede. Amen.

Kyriëgebed

God, geboren in deze wereld,

Om ons een naaste te zijn.

Groot licht in de duisternis

Recht en gerechtigheid

Vredevorst

 

Dit is een morgen waarin u ons grote blijdschap verkondigt

En toch beginnen we met een gebed om ontferming

Omdat we het van U moeten hebben.

 

Zou het kunnen God, dat Jezus zich het best laat vinden,

Daar waar het donker is

Waar kinderen, vrouwen, mannen geen leven hebben.

En dat u hen in uw liefde draagt?

 

Daar willen we op vertrouwen

Dat u in de eerste plaats wilt zijn

Bij diegenen die lijden

 

En daarom is het dat wij beginnen met dit gebed

Voor hen, voor mensen dichtbij en verder weg,

En voor onszelf – voor wie niet weet waar hij of zij het zoeken moet

En wij roepen tot U:

Zondagsgebed

God, gekomen in de wereld

Zo menselijk nabij

Geef dat we u mogen ontvangen

En dat de blijdschap over uw komst

Niet alleen vandaag en morgen in ons zingt

Maar alle dagen

En dat we daaruit mogen leven.

Amen

Dankgebed - voorbeden 

God ons geboren,

We danken u voor het kind ons geboren

Het vertelt ons van vrede en gerechtigheid

En van opstand en opstanding uit de dood

Van uw liefde die ons draagt

 

We danken u

Dat hij geboren wordt iedere dag

Waar het even is zoals we bedoeld zijn

 

We danken u

Dat u ons de woorden geleerd heeft

Gespeld, voorgeleefd.

Liefde, vrede, gerechtigheid

 

We danken u voor het kerstfeest

We danken u voor elkaar

Voor onze kerkgemeenschap

Door u samengebracht

 

God, op een morgen als deze

Ben je ook zo bewust van de tegenspraak

Tussen het `vrede op aarde`

En hoe het op aarde toegaat

Tussen de grote woorden

En pijn en eenzaamheid.

 

We weten dat u het weet,

En dat u het met ons meedraagt

 

Wees met ons, Immanuël,

En hoor ons ook nu wij in stilte bidden:   

Onze Vader