Donderdag 17 april 2014, Witte Donderdag, Protestantse Gemeente Assendelft
Gebed om ontferming
Barmhartige God, nu wij Pasen gaan vieren
Uw liefde die ons verstand te boven gaat
Uw trouw tot in de dood
Uw Opstanding
Bidden wij u om ontferming
Voor de wereld, voor ons
Bidden we dat de nacht mag wijken
De nacht van geweld en onrecht
De nacht van angst
We noemen het voor u
U die deze wereld draagt
U die zichzelf aan deze wereld heeft overgeleverd
U die liefde bent
Amen
Gebed
God, u dient ons zoveel meer,
Dan wij u en elkaar kunnen dienen.
Geef dat we uw woord van liefde mogen verstaan
En uit uw liefde mogen leven.
Door Jezus Christus onze Heer
Amen
Gemeente van Christus,
Bij wijze van overweging laat ik vanavond een van Jezus leerlingen aan het woord:
Nu we zo samen zitten wil ik u vertellen van die avond waarop Jezus onze voeten waste. Niemand van ons twaalven was er op voorbereid. Normaal worden je voeten gewassen door bedienden. Een rituele reiniging waardoor je letterlijk en figuurlijk gewassen wordt. Het stof aan je voeten, de wegen hier zijn stoffig, maar ook het kwaad in jezelf: het wordt afgewassen.
Maar nu deed Jezus het zelf. Hij waste onze voeten. Alsof hij een knecht was, een slaaf.
Ik vond het nogal gênant dat hij, uitgerekend hij, voor ons door de knieën ging. De bedienden van het huis waar wij waren stonden erbij en keken ernaar. Iemand van de gasten die hun werk deed en zo de rollen omkeerde? De verbazing stond op hun gezichten te lezen. Het leek alsof die gezichten zeiden: hé, zo kan het ook. Iemand anders dan wij die het vuile werk doet.
Jezus, onze heer, de mens van God die ons geroepen heeft, die we geprobeerd hebben te volgen, werd knecht. Kom er eens om, ongelofelijk. Alsof in jullie tijd iemand zijn plaats op de quote 200, zijn topinkomen, vrijwillig inruilt voor het bestaan van een straatveger.
Onze vriend Petrus moest er dan ook niets van hebben. Hij heeft zich er behoorlijk tegen verzet. U zal in eeuwigheid mijn voeten niet wassen, riep hij. Ach, die man wil altijd haantje de voorste wezen. Ontzettend vroom maar absoluut gebrek aan zelfinzicht.
Godsdienst betekent voor Petrus dat wij God moeten dienen. Ik kan hem geen ongelijk geven.
Maar als Jezus ons iets duidelijk maakt dan is het dat het allemaal begint met de dienst van God aan ons. Met God die ons dient Dat het allemaal niet afhangt van onze inzet en ons geloof en onze vroomheid, maar dat het uiteindelijk allemaal begint met wat God aan ons doet en ons geeft. Met genade.
Dat wassen van die voeten was van die genade een teken. Een samenvatting van alles waar Jezus voor geleefd heeft. Liefhebben, niet gediend worden maar dienen.
En weet u hoe ik me voelde bij die voetwassing? Ik voelde me betrapt. Niet alleen omdat mijn voeten een beetje stonken, maar vooral omdat het was alsof hij dwars door mij heen keek. Alsof hij het allemaal zag en afwaste : mijn donkere kant, mijn rancune, mijn veel te grote mond waarmee ik anderen op hun plaats zet, mijn hatelijkheden, mijn ongeloof. Ik had geen enkel verweer. Ik voelde me te kijk staan maar zonder veroordeeld te worden.
Het was niet alleen gênant die voetwassing. Het was ook bevrijdend. Ik voelde me – het klinkt vreemd – in liefde gekend. Door die voetwassing was het alsof ik deel kreeg aan hem. Aan de werkelijkheid van liefde die vergeeft, die armen bevrijdt, die de wereld wil veranderen.
Ik weet nog dat ik toen dacht: je moet wel heel veel van iemand houden als je vrijwillig zijn voeten wast. Die Jezus… hij zou nog voor ons sterven als het niet anders kon.
Het is liefde – ik zeg het maar eerlijk – waar ik niets van begrijp. Maar die liefde heeft mij aangeraakt en ik voel me erdoor gedragen. Al zou de hele wereld dat licht uit willen trappen – en wie zegt dat ik daar zelf niet aan mee zou doen – dan nog zou het niet uitgaan.
`Als ik je voeten niet was heb je geen deel aan mij`. Toen hij dat gezegd had wilden wij niets liever. Petrus, zoals altijd, voorop. We wilden wel delen in die liefde, het met open hand ontvangen.
En zo is het gebeurd… Ik heb jullie dit laten zien, zei hij. Nu moeten jullie ook elkaar de voeten wassen. Ik moet toegeven. We doen het weleens te weinig, in figuurlijke zin voor de ander door de knieën gaan, de ander tot zijn of haar recht laten komen…maar ik wil het toch steeds weer oppakken, iedere morgen opnieuw. In hem heb ik het vertrouwen dat de liefde overwint. Dat ze sterker dan de haat, het onrecht, het geweld. In hem heb ik het vertrouwen dat slaven worden bevrijd, de dood niet meer zal zijn. Hoe donker het ook kan worden….Amen.
Dankgebed-voorbeden- stil gebed
Wij danken u voor uw liefde
Uw liefde tot in het uiterste
Uw liefde tot in de dood
Uw liefde die ons draagt
Wij danken u voor liefde die reinigt
Van de vuile handen die we maken
Van het menselijk tekort
Wij danken u voor liefde die gedeeld wordt
In mensen die een hand uitsteken naar elkaar
In mensen die het kwaad overwinnen
De verwijdering, de onmenselijkheid
Wij danken u bovenal voor die ene mens
Jezus van Nazareth
Zijn liefde, zijn weg.
We bidden voor mensen
die altijd knecht zijn
altijd de minderen
dat zij zullen opstaan
zo bidden wij:
We bidden u voor mensen
die altijd de eerste willen zijn
ten koste van anderen
uit onzekerheid of onmacht,
bidden we om bevrijding.
Zo bidden wij:
We bidden u voor mensen
Die geen liefde kennen
Kinderen verwaarloosd
Kinderen in de knel
En mensen levend
In de liefdeloosheid
Van oorlog en onderdrukking
Zo bidden wij:
Wij bidden u voor mensen
Die lijden onder een economisch systeem
Dat mensen verdeelt in rijk en arm
Dat mensen doet leven ten koste van anderen
Dat egoïsme aanwakkert, de aarde vernietigt.
Al zien we geen alternatief.
Bevrijd ons van het kwaad
Zo bidden wij:
U die ons draagt, in liefde kent,
Hoor ons nu we in stilte bidden…
Tafelgebed
Ja Gij zijt onze dankbaarheid waardig,
want gij zijt een bevrijder-god,
die Israël, uw volk, hebt verlost uit het angstland
hen hebt geleid door water en woestijn
naar het land van belofte,
om daar te wonen in vrede en vrijheid.
Ook ons, die uit de volkeren zijn,
het ongeregelde volk, dat mee wil trekken met uw mensen
op weg naar een leven in liefde en verantwoordelijkheid
wilt gij bevrijden van de machten van deze wereld,
waar we ons gewild en ongewild aan onderwerpen.
Daarom, trouwe God, zegenen wij uw grote naam
en met profeten en apostelen,
met al uw mensen, zingen we u toe:
Ja, gezegend zijt gij, Heer onze God,
en gezegend is Hij, die komt in uw naam,
Jezus Messias, kind uit uw volk,
die zijn weg is gegaan
als de lijdende knecht in de wereld.
Die ook in ons midden steeds opnieuw aanwezig is,
als de Heer die knecht werd,
als ons aller dienaar,
die ons zo – door de minste te willen zijn -
heeft geleerd, de wet van uw koninkrijk,
de leer van liefde,
Van gerechtigheid en vrede
Zo heeft hij geleefd en is ons voorgegaan,
dat is hij niet uit de weg gegaan,
ook niet toen hij daarvoor wel moest lijden.
Zo heeft hij op de avond voor zijn dood
het brood genomen en daarover de zegening uitgesproken
en het rondgedeeld aan zijn vrienden,
zeggend,
neemt, eet allen hiervan,
dit is mijn lichaam voor jullie,
doet dit tot mijn gedachtenis.
Evenzo na de maaltijd nam hij de beker,
sprak er de zegening over uit:
gaf die rond en zei:
Dit is het nieuwe verbond in mijn bloed,
doet dit zo dikwijls jullie die drinken
tot mijn gedachtenis.
Bijeen tot zijn gedachtenis
komen wij tot u en bidden:
Zend uw Geest in ons midden,
de Geest, die levend maakt,
die ons uit de duisternis tot het licht roept,
uit de doodsheid van ons bestaan
tot een nieuw leven in U.
Maak ons zo tot zusters en broeders
van Jezus Messias,
dienstbaar aan elkaar,
elkaar liefhebbend
en zo belijdend uw heilige Naam:
Gij, die er wilt zijn
met ons en voor ons en in ons.
Gezegend zijt Gij, o God
nu en alle dagen
en in uw Rijk dat komt
door Jezus Christus, onze Heer.
Amen.