Zondag 17 maart 2013 - 5e in de veertigdagentijd
Gemeente van Christus,
David en Absalom. Vader en zoon. De zoon heeft zijn broer vermoord omdat die zijn zus verkracht heeft. Daarna is hij gevlucht en pas drie jaar later zag hij zijn vader weer. Hij knielde en kuste hem. Even leek het weer goed te komen tussen die vader en die zoon. Maar het was maar van korte duur. De zoon komt alsnog tegen de vader in opstand en het loopt niet goed met hem af. Absalom vindt de dood, met zijn haren hangend aan een boom
Vanmorgen gaat het over macht en onmacht. Daarmee gaat het, zoals altijd in de bijbel, ook over ons en over onze samenleving.
In Absalom zien we de moderne politicus. Misschien is zijn opstand terecht. David had zeker geen schone handen en dat drukt op zijn koningschap. Zijn rol is uitgespeeld. Tegen die achtergrond doet Absalom een greep naar de macht en probeert hij de gunst van het volk te krijgen.
Hij begint met paarden en een wagen. Sinds de uittocht uit Egypte weet iedere gelovige Jood dat je het niet van paarden en wagens moet hebben. De paarden en de wagens van farao lopen vast in de zee en de manschappen vinden de dood. Zacharias zal later zelfs profeteren over de Messias op een ezel. Maar goed, Absalom heeft daar allemaal geen weet van. Paarden en wagens, daar begint het mee.
En dan begint zijn campagne. Natuurlijk, beste kiezer. U heeft gelijk. Uw verlangens zijn te billijken, het is goed en rechtvaardig wat u wil. Maar het probleem is dat de huidige politici u niet horen. Ze weten niet wat er onder het volk leeft. Maar als u voor mij kiest, ja dan wordt alles anders. Dan zal ik er persoonlijk voor zorgen dat er recht gedaan wordt.
En om zijn woorden kracht bij te zetten begint Absalom ook een charmeoffensief. Niet met tomatenijsjes, rode rozen, groene of blauwe ballonen, maar door iedereen die voor hem buigt de hand te reiken en te kussen.
En het werkt want het volk is makkelijk te lijmen. Absalom steelt de harten van het volk. De mensen kunnen niet wachten tot hij aan de macht is. Avond aan avond is hij te zien bij Pauw en Witteman, bij de Wereld Draait Door en soms bij een televisiespelletje. Hij lijkt een betrouwbare man en bovendien is hij vroom. `Als de Heer mij terugbrengt naar Jeruzalem zal ik hem dienen.` En zelfs David gelooft hem. `Ga in vrede` zegt hij.
De hoorder van Samuel voelt natuurlijk op zijn klompen dat dit fout gaat. Als Absalom iemand wil dienen dan is het zichzelf. Vader van de vrede, betekent zijn naam. Ach, liet hij zich maar iets gezeggen door die vader in de hemel. Dan kwam het misschien nog wel goed. Dan werden we nog een beetje begrensd in ons streven naar meer en meer, naar macht, naar leven ten koste van elkaar.
Maar die vader in de hemel die laat zich niet horen, terwijl de aarde maar niet wordt waartoe is geschapen. Een wijngaard die vrucht draagt. Jezus vergelijkt hem met een grondbezitter die zijn grond verpacht en zelf in het buitenland zit. Af en toe stuurt hij een knecht om zijn deel van de opbrengst op te halen. Maar het zijn geen gezagsgetrouwe pachters. Als zo’n knecht komt molesteren ze hem en sturen hem met lege handen weg. Eigenlijk kun je die pachters ook geen ongelijk geven. Die landeigenaar die hoeft niets anders te doen dan grond te bezitten terwijl zij jaar in jaar uit het werk moeten doen. En dan moeten ze – als die knecht komt - ook nog een flink deel van de oogst afdragen. Maar ja, zo liggen de zaken nu eenmaal. Meer dan af en toe zo’n knecht afranselen en terugsturen kunnen ze niet.
Maar dan kantelt de gelijkenis. Die landeigenaar die heeft natuurlijk alle middelen om die pachters te dwingen. Knokploegje inhuren, goed betalen en de verhoudingen zijn hersteld. Maar dat doet hij niet. Hij stuurt zijn zoon, zijn erfgenaam. En nu blijken die pachters – die ik ergens nog wel kan begrijpen – ineens op Absalom en op ons.
Die pachters die gaan nadenken: als we die zoon toelaten, als we echt moeten rekenen met die vader in de hemel, dan krijgen we niet wat we willen. Dan krijgen we niet de macht, maar dan moeten we de macht opnieuw uit handen geven. Dan blijft die hele akker, deze hele lieve aarde bruikleen: van onze kinderen, van onze toekomst, maar uiteindelijk en ten diepste van God. Van God gegeven aarde om op te leven, om vrucht te dragen. Alle initiatieven voor de veertigdagentijd – diaconale projecten, tips voor duurzaam huishouden, vasten – die zijn er om ons dat te leren. We hebben de aarde in bruikleen en als we alleen voor onszelf de macht hebben en grijpen, dan gaat het mis.
Maar de vraag is of je dat wil en kan zien. Ook op dit punt herken ik mezelf in die pachters. Als de landeigenaar uiteindelijk zijn zoon, zijn erfgenaam, stuurt dan doden ze hem. God mag dan gelijk hebben, maar hem ook nog gelijk geven en daaruit leven….
Einde verhaal. Absalom aan zijn haren hangend in de boom vindt de dood. De zoon, Jezus, ligt dood op de aarde. Vader ze weten niet wat ze doen. We kunnen het niet aan, wij Absaloms en pachters; dat leven met deze God, in deze wijngaard, vrucht dragen duizendvoud. Het is teveel gevraagd: zet het journaal maar aan, sta maar even stil bij waar we zijn, met onszelf, met deze wereld.
Hoe absurd is de afsluiting van de gelijkenis van de pachters en de wijngaard. `De steen die door de tempelbouwers verachtelijk was een plaats ontzegd, is tot verbazing der aanschouwers van God ten hoofd des hoeks gelegd.` De verworpen steen wordt de hoeksteen.
Dat is het uitermate vreemde geloof van de kerk. Maar juist van dat vreemde, van dat niet te vatten geheim, mogen we leven.
De zoon zal blijven komen, op deze aarde, op deze akker.
En uit de kapotte stenen zal een kathedraal oprijzen van gerechtigheid en vrede en de akker waarop de zoon sterft zal vrucht dragen. Absalom, de pachters, wij, ieder mensenkind…we zullen erin mogen delen. Alle leed geleden, alle doden opgewekt. Dan zullen wij leven, dan zal het eeuwig Pasen zijn. Amen.